© ss

Trainer niet langer betaald in bonnetjes of kilometers

Trainers, scheidsrechters of juryleden die in hun vrije tijd in een sportvereniging een cent bijverdienen, krijgen een eigen legaal statuut. Vandaag moeten sportclubs hun lesgevers ofwel aanwerven, ofwel uitbetalen met een onkostenvergoeding. Het nieuwe statuut voor vrijetijdswerkers biedt de tussenweg waar de sportclubs al lang om vragen. Minister van Sport Philippe Muyters (N-VA) hoopt zo een einde te maken aan betalingen in het zwart en oneigenlijke onkostenvergoedingen.

Hannes Cattebeke

Sportverenigingen kunnen hun lesgevers, juryleden of scheidsrechters vandaag maar op twee manieren betalen. Ofwel dekken ze hun onkosten via het vrijwilligersstatuut, maar dat volstaat meestal niet voor wie er graag nog iets aan overhoudt en meerdere uren per week actief is. Ofwel betalen ze hen als werknemer via de reguliere arbeidswetgeving, maar zo’n contract weegt doorgaans veel te zwaar voor een club en voor de beperkte taken. “Daartussen gaapt een grote grijze zone”, zegt Vlaams minister van Sport Philippe Muyters (N-VA).

In het zwart

Vandaag worden trainers uitbetaald in het zwart, in natura zoals kledij en bonnetjes voor de cafetaria, of ze moeten torenhoge kilometervergoedingen indienen. Allemaal zaken die ze niet kunnen verantwoorden als de fiscus langskomt. Dat laatste gebeurt de jongste jaren overigens steeds vaker, waardoor ook bij veel trainers de vraag is gegroeid naar een legaal statuut.

Ook geldig voor stewards, coaches, juryleden, ...

Op die vraag wil Muyters nu een antwoord bieden. Zijn voorstel voor een statuut ‘vrijetijdswerk’ is vorige week goedgekeurd door de Vlaamse regering. Hij trekt er nu mee naar zijn federale collega’s om het in de praktijk om te zetten. Alle stewards, juryleden, scheidsrechters, coaches of coördinatoren die naast hun – minstens halftijdse job – nog actief zijn in een sportclub, zullen er gebruik van kunnen maken. Ze mogen maximaal 15 euro per uur verdienen en 500 uur per jaar werken. Er geldt ook een plafond van 5.000 euro per jaar, maar een rondvraag bij clubs en trainers leert dat bijna iedereen onder die grens blijft.

Simpele administratie

De vrijetijdswerkers moeten geen sociale zekerheid betalen op die vergoedingen, en de eerste 30 procent van hun verdiensten is ook vrijgesteld van belastingen. De resterende 70 procent wordt belast aan 25 procent. Wie dus 5.000 euro per jaar verdient, zal daar netto 4.125 euro aan overhouden.

“We hebben de administratie bewust zo eenvoudig mogelijk gehouden”, zegt Muyters. “Het mag voor de verenigingen, die meestal zelf op vrijwilligers draaien, geen extra last zijn.”

Al lang vragende partij

Lode Grossen, directeur van de Vlaamse Sportfederatie, is tevreden dat het voorstel er na al die jaren is gekomen. “Hier zijn onze verenigingen al heel lang vragende partij voor.” Volgens Grossen zal het niet alleen zorgen voor een legalisering van de vergoedingen, maar zal het de clubs ook helpen om gekwalificeerde mensen aan te trekken. “Ze zullen iets meer eisen kunnen stellen aan de vrijetijdswerkers.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER