Loodzwaar parcours 100e Giro: van de Etna tot de Stelvio

© Photo News

De honderdste Ronde van Italië belooft alweer eentje voor klimmers te worden. Met onder meer een finish bovenop de Siciliaanse vulkaan de Etna en de Stelvio. Onderweg krijgen ex-winnaars als Coppi, Bartali, Merckx, Pantani en Nibali een eerbetoon door start- of finishplaatsen. En ook de tijdrijders komen aan hun trekken met twee chronoritten, waarvan eentje op de slotdag met start op het F1-circuit van Monza en finish aan de Duomo van Milaan.

Maarten Delvaux

De honderdste Giro start op vrijdag 5 mei 2017 op het eiland Sardinië waar drie etappes zullen gereden worden. De “Grande Partenza” is voor Alghero. Vorig jaar was de openingsetappe een tijdrit in Apeldoorn, nu is het een rit in lijn langs de kust met aankomst in Olbia. Op papier een rit voor sprinters, maar een lastig klimmetje op twintig kilometer van de meet kan er wel voor zorgen dat er enkele spurters overboord worden gegooid. De tweede rit is er eentje voor vluchters, de slotrit op Sardinië eindigt allicht op een massaspurt.

Na de opening op Sardinië krijgen de renners meteen een dagje rust om te reizen naar een ander Italiaans eiland: Sicilië. Daar zijn in de vierde etappe de klassementsmannen voor het eerst aan zet. Die rit eindigt immers op de wereldberoemde vulkaan de Etna. Ook in 2011 zat de Etna in de Giro. Toen pakte Alberto Contador er uit.

De vijfde etappe, de tweede op Sicilië, komt aan in Messina. Niet toevallig de thuisbasis van titelverdediger Vincenzo Nibali, één van de topfavorieten. Een zege in Messina wordt moeilijk voor Nibali, want de tweede helft van de rit is volledig vlak.

Vanaf de zesde etappe trekt de Giro naar het Italiaanse vasteland, meer bepaald naar Calabrië. Daar krijgen de spurters twee etappes om zich uit te leven, vervolgens is er één etappe voor vluchters.

Maar daarna is het aan de klassementsrenners. Op zondag 14 mei trekt het peloton de Abruzzen in voor een tweede aankomst bergop. Die ligt op de top van de gevreesde Blockhaus. Een mythische col waar Eddy Merckx in 1967 zijn eerste grote zege bergop boekte. Merckx heeft naar de helling één van zijn fietsen genoemd. Een dag later moeten de grote jongens opnieuw op de afspraak zijn voor een individuele tijdrit van 39,2 kilometer door de heuvelachtige wijngaarden van Montefalco.

De elfde etappe is een eerbetoon aan ex-winnaar Gino Bartali. “De zwijgzame” won de Giro drie keer en pakte maar liefst zeventien etappezeges. De elfde rit start dan ook in zijn geboortedorp Ponte A Ema, nabij Firenze. Onderweg liggen vier cols. De finish ligt na een afdaling. In de twaalfde en dertiende rit, gewijd aan Fausto Coppi, is het woord terug aan de sprinters. Ze kunnen die kansen maar beter grijpen, want nadien stappen ze beter af. Vanaf etappe veertien is enkel klimmen wat de klok slaat.

Rit veertien is één lange vlakke aanloop tot de slotklim naar Oropa, een etappe waar Marco Pantani in ‘99 ongemeen hard tekeer ging. In 2014 leverde de etappe naar Oropa ook een slagveld op. Toen won Rigoberto Uran en smeerde hij onder meer Nairo Quintana maar liefst drie minuten aan de broek. De tweede Giro-week wordt afgesloten met een finish bergaf in Bergamo ,een kopie van de finale van de Ronde van Lombardije.

Na een welgekomen rustdag staat op dinsdag 23 mei één van de allerzwaarste ritten op het programma: een tocht van 227 kilometer over de Mortirolo, de Stelvio en de Umbrailpas. De aankomst ligt na een afdaling, voorbij de top van de Umbrailpass. De eerste keer wordt de Stelvio beklommen vanaf Bormio. Na de afdaling van de beruchte haarspeldbochten, volgt de Umbrailpass die gedeeltelijk samenvalt met de Stelvio. Al gaat de beklimming vanaf Zwitserland dan niet helemaal tot de top die drie kilometer verder ligt. De aankomst ligt in Bormio. In totaal moeten er 5400 hoogtemeters overwonnen worden. Beestachtig.

De zeventiende etappe loodst het peloton over Aprica en de Passo del Tonale. De finish ligt na een lange, regelmatige klim naar naar in Canazei. Rit 18 is samen met rit 16 de zwaarste van deze Giro. Amper 137 klimmen van Moena naar Ortisei / St Ulrich, maar onderweg liggen wel vijf stevige hellingen. En nog is het niet gedaan. Op vrijdag 26 mei ligt de streep in het skigebied van Piancavallo, in het noordoosten van Italië. In de Ronde van Italië van 1998 won Marco Pantani er voor Tonkov en Zülle.

In het slotweekend kan er nog wel wat verschuiven. Op zaterdag krijgen de renners nog de Monte Grappa voor de kiezen vooraleer er gefinisht wordt na een steile klim in Asiago. Geen sprintetappe op zondag om de honderdste editie mee af te sluiten, maar een een vlakke tijdrit van 28 kilometer die start op het F1-circuit van Monza en eindigt aan de Duomo van Milaan.

Alle etappes op een rij:

Aangeboden door onze partners

HOOFDPUNTEN

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen