'We hebben mensen gefolterd', gaf Obama toe. 'We hebben dingen gedaan die indruisen tegen onze waarden.'

Obama gaf aan dat deze folteringen plaatsvonden in een periode van verhoogde waakzaamheid na de terroristische aanvallen in New York in 2001 en dat het 'daarom belangrijk is om hier niet te schijnheilig op terug te kijken'.

De mededeling van Obama kwam er nadat een rapport over ondervraging werd vrijgegeven.

Obama maakte bij zijn intrede in het Witte Huis een einde aan deze praktijken. Maar de CIA liet verstaan dat zij deze methodes niet als foltering beschouwen.

'Als we gebruik hebben gemaakt van deze verregaande ondervragingstechnieken, technieken waarvan ik denk dat elk weldenkende mens ze als foltering zou omschrijven, dan hebben we een lijn overschreden', zei Obama. 'Dat moeten we goed begrijpen en aanvaarden. En wij als land nemen onze verantwoordelijkheid op zodat we het hopelijk niet meer opnieuw zullen doen in de toekomst.'

In de marge van deze bekentenissen gaf Obama nog mee dat hij de baas van de Amerikaanse inlichtingendienst (CIA) John Brennan blijft steunen. Die gaf donderdag toe dat de CIA de computers van twee Congres-leden had bespioneerd omdat zij deel uitmaken van de commissie geheime diensten.