Luister naar

Politici overschatten bij het maken van wetten de burgers nogal eens

Nieuws
Bij het maken van wetten moeten politici opletten dat ze de burger niet overschatten. Zelfs als mensen snappen wat een wet inhoudt, betekent dat nog niet dat ze er ook iets mee doen. Aandacht voor dit probleem zal de afstand tussen burger en politiek verkleinen.
Mirjam Bikker
maandag 24 juli 2017 om 03:00
Politici kunnen zich beter druk maken over de kwaliteit van hun werk (onder andere het maken van wetten) dan dat ze via een referendum de burgers laten beslissen. Foto: de Eerste Kamer.
Politici kunnen zich beter druk maken over de kwaliteit van hun werk (onder andere het maken van wetten) dan dat ze via een referendum de burgers laten beslissen. Foto: de Eerste Kamer. anp / Martijn Beekman

‘Wie niet past, loopt vast’, zo heet het jaarverslag van de nationale ombudsman. Hij concludeert dat ‘zelfredzaamheid’ de norm is voor de Nederlandse burger, maar dat aan deze norm in de praktijk door veel Nederlanders niet wordt voldaan. Er wonen in Nederland bijvoorbeeld meer dan twee miljoen laaggeletterden. Er zijn ouderen die de digitaliseringsslag niet meer (volledig) maken. Wetgever en beleidsmakers zien bovendien nogal eens over het hoofd dat 15 procent van de Nederlandse burgers zwakbegaafd is (een IQ van minder dan 85). De regelingen zijn ingewikkeld en een enkele fout heeft soms ingrijpende gevolgen. Ook al is die fout niet bewust gemaakt, en ook niet uit onwil.

Een tweede rapport dat in dezelfde periode verscheen, is van de hand van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR): ‘Weten is nog geen doen’. Iedere burger wordt geacht de wet te kennen. De WRR stelt dat achter veel beleid een veronderstelling ligt dat ‘weten’ automatisch leidt tot ‘handelen’. Maar de werkelijkheid is niet zo eenvoudig. Naast kennis zijn ook vaardigheden van belang als doelen stellen, omgaan met tegenslag en in actie komen. Ook hoogopgeleide burgers komen soms in de problemen door uitstelgedrag of door even niet op te letten. Het jaarverslag van de nationale ombudsman komt vanuit schrijnende praktijkgevallen tot de conclusie dat de overheid te makkelijk uitgaat van de ‘zelfredzaamheid’ van de burger. De WRR komt tot eenzelfde conclusie na bestudering van de wetenschappelijke literatuur en gesprekken met experts en betrokkenen.

huiswerk

De rapporten geven de wetgever op twee manieren huiswerk. Allereerst zal hij bij evaluaties van wetten de vraag moeten stellen of de wet reële verwachtingen blijkt te hebben van het handelend vermogen van de burger. Daarbij moet hij beseffen dat kennis hebben van nog geen doen betekent. Daarnaast moet bij het bedenken en maken van wetten de vraag gesteld worden of zelfredzaamheid in dat geval reëel is. Dit wegen is een opdracht voor de Eerste Kamer. Naast het controleren van de regering is het een kerntaak voor de Eerste Kamer om de kwaliteit van wetgeving te toetsen op rechtmatigheid, handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid. Het komt niet vaak voor dat wetten stranden in de Eerste Kamer. In het afgelopen parlementaire jaar werden slechts 2 van de 235 behandelde wetten verworpen. Veel vaker uiten senatoren hun zorgen en bedenkingen. Zij onderzoeken of burgers daadwerkelijk kunnen leven en werken met de nieuwe wet. Bijvoorbeeld bij de behandeling van de wet die de beperking van de gemeenschap van goederen voorstelde. Dat was een ingrijpende wijziging in het huwelijksvermogensrecht. Meerdere fracties oordeelden dat het nieuwe stelsel ingewikkelder en onoverzichtelijker is voor de burger dan de huidige zeer bekende gemeenschap van goederen. Het was voor mij en veel collega’s een belangrijke reden om tegen het wetsvoorstel te stemmen. De wet haalde de stemming echter nipt, met 38 stemmen voor en 37 stemmen tegen. Een krappe meerderheid voor een ingrijpende wijziging van het huwelijksvermogensrecht.

referendum

De rapporten van de nationale ombudsman en de WRR onderstrepen voor mij ook de belangrijke vraag of de burger die is vastgelopen in de regels hiermee terecht kan bij zijn politieke vertegenwoordigers. En weet hij zich daar echt gehoord? In het kwartaalbericht Burgerperspectieven onderzoekt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) maatschappelijk onbehagen, pessimisme en politieke onvrede. Een op de zes burgers blijkt uitgesproken pessimistisch over Nederland. Een van de argumenten daarvoor is dat ‘de politieke elite’ zich niks aantrekt van de problemen van de boze Nederlander. Een door velen geopperde remedie is het referendum.

Maar geeft dat ook meer vertrouwen in de overheid? Zullen wetsvoorstellen er beter van worden? De Raad van State toonde zich dit jaar bezorgd over het functioneren van de vertegenwoordigende democratie. Het overdragen van besluitvorming zoals dat in een referendum gebeurt, past volgens de Raad van State niet binnen de huidige Grondwet. Temeer als volksvertegenwoordigers zich op voorhand gebonden verklaren aan de uitkomst. De verantwoordelijkheid voor besluitvorming over wetgeving mag niet op willekeurige momenten gedelegeerd worden. In ons stelsel ligt de verantwoordelijkheid voor samenhang, continuïteit en kwaliteit bij de wetgever. Dat is als het goed is terug te zien in de debatten: vanuit verschillende posities wordt gezocht naar een gemeenschappelijk belang, naar een compromis dat oog heeft voor meerderheden en minderheden.

wedstrijd

Elementen die passen bij de directe democratie veranderen het politieke werk meer in een wedstrijd van winnen en verliezen. Is het dan nog mogelijk om grote verschillen te overbruggen? Of zijn vertegenwoordigers dan uiteindelijk altijd meer gebaat bij het vergroten van het verschil om het eigen belang goed voor het voetlicht te krijgen? Het is op de lange termijn de vraag of de burger daarmee geholpen is.

De rapporten van WRR en de nationale ombudsman tonen aan dat wetten de kloof tussen de burger en de wetgever en dus de politiek kan verdiepen. Wie de kloof binnen onze democratie wil overbruggen, zal zich ook moeten bezinnen hoe de regering en de Tweede en Eerste Kamer samen, deze rol invullen. Is er een juiste verwachting bij het voorstellen van en instemmen met een wet? De rapporten laten zien dat verbetering nodig is, dat het huidige idee over wetten soms te weinig aansluit bij de realiteit van alledag.

Willem Witteveen

Een vruchtbaardere wetsopvatting is te vinden in het overtuigende pleidooi van oud-PvdA-senator Willem Witteveen (1952-2014). Hij doet dat in zijn boek De wet als kunstwerk. Een andere filosofie van het recht. Witteveen betoogt dat ‘de vaak onuitgesproken veronderstelling dat wetten een soort instrumenten zijn een vergissing is, of op zijn best een halve waarheid’. Hij voert een pleidooi om de wet als kunstwerk te zien en hoge eisen te stellen aan samenhang en begrijpelijkheid. Zodat de wet betekenis heeft voor de burger en niet een inwisselbaar instrument wordt waarmee de meerderheid kan realiseren wat zij wenselijk acht. ‘Want met de wet-als-instrument-houding wordt kwaliteit uiteindelijk ondergeschikt aan kwantiteit, inhoud aan proces en mens aan systeem.’

Wanneer de wetgever kiest voor zorgvuldigheid en reële verwachtingen, en beseft dat wetgeving meer is dan een voertuig om iets te regelen, zullen wetten beter aansluiten bij het dagelijks leven van de burger. Dat is een belangrijke bouwsteen voor het verkleinen van de kloof tussen burger en politiek. <

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Omdat Iran nog altijd een handelspartner is van de EU, bestaat de indruk dat dat een rol speelt om de Iraanse Revolutionaire Garde niet op de Europese terreurlijst te zetten.

Gênante en bureaucratische vertoning bij Europese aanpak van Iraanse Revolutionaire Garde

In de Europese discussie over het aanpakken van de Iraanse Revolutionaire Garde voert volgens Freek Vergeer de koopmansgeest de boventoon. Met Iran valt geld te verdienen.

Nederland neemt met zo'n 5000 militairen deel aan de NAVO-oefening Steadfast, waar in totaal 90.000 militairen uit 32 landen aan meedoen. Hier vindt een oversteek van de IJssel plaats.

Dienstplicht alleen voor jongeren? Stel de héle maatschappij in dienst van Defensie

Een oorlogseconomie klinkt eng, maar het gebrek aan zo’n economie is veel zorgelijker, betoogt militair Herwin Meerveld. Hij vindt dat je de dienstplicht veel breder moet zien.

NSC wil dat de overheid regelt dat werkgevers medewerkers aanspreken op welke dag ze naar kantoor komen, om zo de verkeersdrukte te spreiden.

Voorschriften, regels en wetten maken mensen en ondernemingen kapot, zegt Frank van den heuvel

Wanneer stopt de drang bij de overheid naar registratie, regels en controle? Ondernemers zijn volgens Frank van den Heuvel woest en wanhopig. Dit is de reden dat mensen klaar zijn met ‘Den Haag’.

We maken de mooie hoofdstukken van het leven tot kostbare herinneringen.

Liefdevol ontvlechten bij een echtscheiding is mogelijk: erken elkaars menselijkheid

Midden in de storm van een echtscheiding is het mogelijk samen te kiezen voor een proces van liefdevol ontvlechten, stelt voorganger en therapeut Martin de Jong.

Theo Basoski: 'In de beleving van veel jongeren ligt er een heel groot accent op het ene moment van openbare geloofsbelijdenis. Dat werkt onnodig drempelverhogend.'

Het kerkelijke gebruik van de openbare geloofsbelijdenis heeft in deze tijd ook keerzijde

Mooi dat jonge mensen belijdenis van hun geloof afleggen. Maar het gebruik van openbare geloofsbelijdenis, zoals die in veel protestantse kerken bekend is, heeft ook nadelen, stelt studentenpastor Theo Basoski.

CU-leider Mirjam Bikker en minister Carola Schouten van Armoedebestrijding op uitslagenavond van de laatste Tweede Kamerverkiezingen.

ChristenUnie peilt de geest van de tijd onvoldoende: kiezer ziet niet waar de partij verschil kan maken

Zijn er thema’s waarvan de Nederlander zegt ‘dat is typisch de ChristenUnie’? Nee, stellen drie partijgangers uit zuid-Nederland. Zij analyseren de tegenvallende verkiezingsuitslag.