© Kioni Papadopoulos

Marktkramers op het Sint-Jansplein zien armoede toenemen: “Drie euro vragen is hier tegenwoordig al te veel”

De zon schijnt en het Sint-Jansplein heeft bijna iets zuiders. Marktkramers slijten als vanouds luidruchtig hun waren aan en wie niet beter weet denkt dat hij de koop van zijn leven misloopt. Of beter haar leven. Want de klanten zijn overwegend vrouwelijk. Ook als vanouds.

Patrick van de Perre

Op één van de hoeken van de markt staat een kraam dat uitsluitend speelgoed aanbiedt. Op een houten plankje danst een prinsesje, Made in China, vrolijk rondjes. Haar mechanische bewegingen gaan gepaard met al even mechanische muziek en flitsende lichtjes.

De rest van het aanbod laat zich raden. Speelgoedauto’s met afstandsbediening, stoere robots en voorverpakte soldaatjes met raket en een straaljager als extra. En dat allemaal voor onklopbare prijzen.

Enkele meters verderop staat er een kraam waar alles aan 1 euro wordt aangeboden. Op de houten tafel liggen kleding, schoenen en een verzameling aan huishoudartikelen. Wie zijn gading niet vindt kan even verderop bij een ander kraam proberen. Eveneens voor slechts één euro.

“De jongste jaren zien we steeds meer van dit soort kramen opduiken. De prijzen zijn laag en het aanbod is groot. Daardoor wordt het voor veel andere marktkramers steeds moeilijker om klanten te lokken. Als ik zeg dat een jurk 5 euro kost, wat toch ook niet veel is, haken steeds meer mensen af”, zegt Roger Hofkens.

De man is ondertussen 45 jaar marktkramer en heeft het aanbod op het Sint-Jansplein jaar na jaar zien verschralen. Een steen werpen naar zijn collega’s, die aan dumpingprijzen verkopen, doet hij niet. “Ik weet niet hoe ze eraan verdienen, maar dat gaat mij niets aan. Deze handelaren spelen in op de behoefte van de buurt. En dat is veel voor weinig geld.”

© Kioni Papadopoulos

Bejaarden en allochtonen

Het beeld op de markt wordt gedomineerd door allochtone vrouwen en bejaarden. En gelukkig maar zegt de uitbater van een groentekraam, die verder anoniem wil blijven.

“Dat zijn de twee groepen van mensen die nog geld uitgeven op de markt. Ze komen hier hun boodschappen doen en lopen vaak even langs voor de gezelligheid. Vooral de mensen die met pensioen zijn.”

Ook deze marktkramer heeft de handel op het Sint-Jansplein de jongste jaren flink zien veranderen. “Ik zie soms mensen die al het kleingeld in hun portemonnee bij elkaar rapen om hun aankopen te betalen. En dat zijn mensen met verschillende achtergronden. Armoede maakt geen onderscheid”, zegt hij.

Zijn verhaal wordt bevestigd door andere marktkramers. Tom Franken staat ondertussen 8 jaar op de markt op het Sint-Jansplein en verkoopt kleding en schoenen. “Er zijn markten waar ik minder verdien dan hier. Op sommige plaatsen bestaat een markt nog maar uit een paar kramen of is ze gewoon verdwenen. In Antwerpen, maar ook in de regio”, zegt de handelaar.

“Hier is er de afgelopen 2 jaar veel veranderd. Er bezoeken steeds meer werklozen de markt. Mensen die op zoek zijn naar de meest gunstige koopjes. Voor voeding, maar ook voor kleding. Dat mag natuurlijk. Maar met die mensen alleen is het moeilijk om de kost te verdienen.”

© Kioni Papadopoulos

Gespleten buurt

Het Sint-Jansplein is een onzichtbare grens tussen twee werelden. In het gebied tussen het plein en Park Spoor Noord is een ware revival aan de gang.

De huizen worden gekocht door jonge tweeverdieners, vaak met kinderen, en een redelijk inkomen. De in kamers verdeelde huizen veranderen langzaam maar zeker in waar ze oorspronkelijk voor gebouwd zijn: gezinswoningen.

Aan de andere kant van het plein tekent zich nog steeds een ander beeld af. Rondom de Sint-Gummarusstraat is er een mix van mensen uit allerlei windstreken en met de meest uiteenlopende loonstrookjes.

Dieper in de Seefhoek, richting Diepestraat, daalt het gemiddelde inkomen zo ongeveer per lopende meter. “Die tweedeling in de buurt is niet nieuw, maar het lijkt er evenmin op dat het aan het veranderen is”, zeggen Herman en Mieke. Ze hebben op de markt een kraam met snoepgoed. Of confiserie zoals dat vroeger genoemd werd.

De familie had vroeger 5 kramen op de markt van het Sint-Jansplein staan. Nu is het er nog één. “De tijd dat we meerder kramen hadden is al lang voorbij. Tegenwoordig zijn we al tevreden dat we het met ons ene kraam kunnen redden”, zegt Herman.

Van de nieuwe bewoners in de buurt ziet het koppel niet veel. “Dat zijn mensen die overdag beiden gaan werken. Die hebben geen tijd om naar de markt te gaan. Ik merk dat ook in mijn eigen omgeving. Jonge mensen met kinderen gaan na hun werk snel naar de supermarkt, waar ze alles onder één dak vinden.”

Herman en Mieke lopen tegen hun pensioen aan. “Wij zullen ons wel redden. Maar voor jongere mensen gaat het bijzonder moeilijk worden om als marktkramer te overleven”, zegt Mieke.

Herman knikt bevestigend. “Ik ben te veel begaan met het beroep als marktkramer om mijn schouders op te halen. We zitten 40 jaar in het vak en dan is het pijnlijk om te zien dat het steeds moeilijker wordt.”

Een verarmende bevolking in de wijk is slechts één reden waarom het minder gaat. De marktkramers merken ook de concurrentie van supermarkten zoals Lidl en Aldi. “En onderschat de winkels in de buurt niet. De Marokkaans en Turkse kruideniers hebben alles of toch veel. En dat de hele week lang. Veel van hun klanten laten de markt links liggen”, zegt Roger Hofkens.

Mieke denkt dat ook de verschraling van het aanbod op de markt klanten weghoudt. “Woensdag hebben we hier nog een viskraam, maar op vrijdag niet meer. Het aantal slagers is eveneens afgenomen. Een divers aanbod lokt klanten en dat divers aanbod is nu net wat we hier steeds minder hebben.”

© Kioni Papadopoulos

Andere uren

De oplossingen om het tij op het Sint-Jansplein te keren liggen niet voor het oprapen. Volgens Roger Hofkens zouden andere uren alvast een stap in de goede richting zijn.

Zoals de meeste markten in Antwerpen is het op het Sint-Jansplein om 13 uur afgelopen. Wie ’s ochtends geen tijd heeft om boodschappen te doen heeft dan ook niet op het plein te zoeken.

“In Nederland blijven veel markten staan tot 17 uur en zelfs later. Dat heeft als voordeel dat ouders die hun kinderen van school halen nadien nog even over de markt kunnen lopen om boodschappen te doen. Door langer te blijven staan of pas ’s middags te beginnen, kunnen we volgens mij een hoop klanten winnen.”

Het is een idee dat ook veel andere marktkramers genegen is. Ook de schepen voor Markten en Foren, Ludo Van Campenhout (N-VA) denkt in die richting. Enkele maanden geleden kondigde hij aan om, in overleg met de marktkramers, variabele uren in te voeren.

“Eenvoudig is dat natuurlijk niet. Om zover te komen moeten alle markten op elkaar afgestemd worden en moet eigenlijk vrijwel alles, tot en met standplaatsen, opnieuw besproken worden. Ik wet niet of het ooit zover komt. Maar het zou ons wel een stuk verder kunnen helpen”, aldus nog Roger Hofkens.

© Kioni Papadopoulos

In hetzelfde bedje ziek

Ondanks alles willen de marktkramers geen al te negatief beeld ophangen van het Sint-Jansplein. ”Wat we hier zien gebeuren, is ook elders aan de gang. Overal zien we het aantal klanten afnemen en veranderen en de diversiteit op de markt verschralen”, zegt Tom Franken.

De marktkramers zijn vrijwel unaniem. De markt op de Lakborslei in Deurne? Die is lichtjes aan het heropleven na zeer magere jaren. De markt op het Valaar in Wilrijk? Nog een schim van wat het ooit geweest is.

De twee weekendmarkten op het Theaterplein doen het nog wel goed. “Zowel zaterdag als zondag. Maar het stadsbestuur heeft beslist dat de standplaatsen vanaf april veranderen en dat is voor veel marktkramers geen goede zaak. We hebben nauwelijks inspraak gekregen. Zo gaan we het natuurlijk ook daar niet redden”, aldus nog Tom Franken.