Als het Hof van Cassatie, dat op 22 juli zou beslissen, dit advies volgt, moet Lagarde verschijnen voor het Hof van Justitie van de Republiek (CJR), een instantie die oordeelt over wandaden van regeringsleden tijdens het uitoefenen van hun functie.

In december 2015 vroeg het CRJ reeds een proces tegen Lagarde, maar die ging toen in beroep tegen de beslissing. De week daarna werd Lagarde opnieuw voorgedragen als algemeen directeur van het IMF, dat het vertrouwen behield in zijn topvrouw. Indien het proces nu wel plaatsvindt, riskeert Lagarde een celstraf van één jaar en een boete van 15.000 euro.

Lagarde zou bij een arbitragebeslissing in een zaak rond zakenman Bernard Tapie, een sponsor van toenmalig president Sarkozy, zich schuldig gemaakt hebben aan “verzuim”. Tapie kreeg toen 404 miljoen euro toebedeeld van de staatsgecontroleerde bank Crédit Lyonnais, na een dispuut over de verkoop van zijn aandelen in sportfirma Adidas. Lagarde zou te weinig gedaan hebben om de compensatiedeal tegen te houden, die gezien wordt als een beloning voor de steun van Tapie aan Sarkozy.

De advocaten van Lagarde noemen de verdachtmakingen “prematuur” en stellen dat er geen sprake kan zijn van verzuim voor er een oordeel is over het feit of er al dan niet sprake is van verduistering in de zaak-Tapie. Openbaar aanklager François Cordier noemt het verzuim van Lagarde echter een “aparte en op zichzelf staande inbreuk”.

Lagarde zelf heeft altijd elke beschuldiging afgewezen.