'Lang leve de loting; vriend van kleine clubs als PEC'

Ik ben veertien jaar seizoenkaarthouder bij FC Utrecht en sommige van de beste herinneringen stammen uit de drie opeenvolgende bekerfinales die we bereikten tussen 2002 en 2004. Vooral de laatste keer herinner ik me goed, want we kregen alleen makkelijke tegenstanders, en we hoefden maar drie keer te winnen om de finale te halen.

In 2003 won Utrecht de beker. Dat betekende dat we het seizoen erop in de achtste finale begonnen aan het toernooi - slechts drie duels verwijderd van de finale. Tegenstander 1 was RKC, niet echt heel moeilijk. Daarna lootten we Heracles thuis en Sparta uit. Nu kun je als Utrecht-supporter nooit echt van een makkelijke loting spreken - een woord: Differdange - maar Heracles en Sparta was een makkelijke loting, want beide ploegen waren toen eerste divisionisten.  

Good old middelmatig FC Twente
Makkelijk ging het niet - wanneer ging het wel makkelijk? - en zeker de halve finale niet, maar de finale was alweer gehaald. De tegenstander in de finale? Ajax, PSV of Feyenoord misschien? Nee, FC Twente. Maar niet het FC Twente-on-steroïds (disclaimer: ik bedoel dit figuurlijk) van nu, maar good old middelmatig FC Twente, net zoals wij good old middelmatig FC Utrecht waren.

Een grote kans kortom voor beide clubs om in de eerste Europa League te spelen. In de finale gebeurde er niet zoveel, totdat het chocoladebeen van good old middelmatig Dave van den Bergh de winnende maakte in de 76ste minuut.

Makkelijke loting
Dat was dus een goed voorbeeld van een makkelijk loting. De Groep des Levens, zeg maar. Ik vroeg me af: had PEC dit jaar net zo'n loting? Om de vraag te beantwoorden, heb ik een hele simpele methode gebruikt: namelijk om bekerfinalisten te vinden die voor de finale tegen slechts één eredivisieclub lootten, en dan ook nog een club uit het rechterrijtje.

In de laatste 30 jaar zijn er 6 van zulke gevallen. 3 van de 6 gevallen waren in de afgelopen 11 seizoenen. Hieronder de lijst van de makkelijkste routes naar de bekerfinale sinds 1974:

AZ '67 1977/1978: 1 eredivisie club voor de finale
Moeilijkste tegenstander tot de finale: FC Amsterdam (17de in de eredivisie)
Fortuna Sittard, FC Amsterdam, FC Wageningen, Excelsior

PEC Zwolle 2013/2014: 1 eredivisie club voor de finale
Moeilijkste tegenstander tot de finale: NEC (17de in de eredivisie)
Fortuna Sittard, Wilhelmina '08, Excelsior, JVC Cuijk en NEC

Ajax 2009/2010: 1 eredivisie club voor de finale
moeilijkste tegenstander: NEC (13de in de eredivisie)
AGOVV Apeldoorn, FC Dordrecht, WHC, NEC en Go Ahead Eagles

AZ '67 1980/1981: 1 eredivisie club voor de finale
Moeilijkste tegenstander tot de finale: Go Ahead Eagles (12e in de eredivisie)
sc Heerenveen, FC Vlaardingen, HFC Haarlem, Go Ahead Eagles

RBC Roosendaal 1985/1986, 1 eredivisie club voor de finale
Moeilijkste tegenstander tot de finale: HFC Haarlem (11e in de Eredivisie)
FC Eindhoven, DS '79, Telstar, HFC Haarlem, FC Den Haag

FC Utrecht 2003/2004: 1 eredivisie club voor de finale
Moeilijkste tegenstander tot de finale: RKC Waalwijk (11e in de Eredivisie)
RKC Waalwijk, Heracles Almelo en Sparta Rotterdam'

'Mijn' FC Utrecht had het dus vrij makkelijk, in 2004. Je zou kunnen zeggen dat Utrecht '04 de bekerwinnaar was met de makkelijkste route naar de beker, omdat zelfs de tegenstander in de finale relatief zwak was. Twente dus, achtste in de eredivisie dat jaar. Die mazzel heeft PEC dan weer niet.

Geluk in de beker had PEC trouwens al eerder. In 1976/1977 haalde het als eerste divisionist de finale na RKC, FC Dordrecht, Telstar, MVV en FC Den Haag te hebben verslagen. Twee eredivisionisten, met Den Haag (nummer 10 dat seizoen) als sterkste. Zwolle verloor de finale van FC Twente. Dit jaar wordt dus nog lastiger, maar volgens de Euro Club Index heeft  PEC 25 procent kans om te winnen.

Lang leve de loting, kortom. Zo hebben wij supporters van kleine clubs ook nog iets om naar uit te kijken.

^{Simon Gleave (@simongleave) is Head of Analysis bij Infostrada Sports.}