Direct naar artikelinhoud
Rechterhand Escobar

Van massamoordenaar tot volksheld: deze man was ooit de rechterhand van drugsbaron Pablo Escobar

Op pad met Colombia's grootste knuffelcrimineel Jhon Jairo 'Popeye' Velásquez die ooit rechterhand was van Pablo Escobar
Beeld RV -

"Soms mis ik het, die blik in hun ogen op het moment dat ik de pal van mijn geweer liet klikken", zegt de Colombiaanse Jhon Jairo Velásquez (55). Ooit rechterhand van Pablo Escobar, een van de meest notoire kartelbazen ooit.

Nu volksheld dankzij een tv-serie en een YouTube-kanaalHet is een druilerige dag in Medellín, Velásquez vloekt en tiert onafgebroken over de andere automobilisten op de weg. "Slecht gebaarde hoerenzoon", schreeuwt hij als een oudere man plotseling de linkerrijbaan op schiet. Voor het stoplicht klaart zijn gezicht op. "Hé lekkertje!", roept hij naar een meisje van een jaar of 15 dat oversteekt. Hij kreunt luidruchtig. "Kijk die billetjes. Daar zou ik wel raad mee weten."

Dan stopt een motorrijder naast de auto. "Popeye, jij bent het", roept hij uitbundig. Velásquez draait het raampje open. "Hé vriend", zegt hij. "Ken ik jou?" De motorrijder pakt Velásquez' hand en schudt die stevig. "We hebben elkaar nooit ontmoet", antwoordt hij. "Maar ik heb je altijd bewonderd."

Pablo Escobar

In Colombia kent iedereen Jhon Jairo Velásquez als Popeye of JJ, de rechterhand van drugsbaron Pablo Escobar. Escobar leidde het almachtige Medellín-kartel en werd in 1993 door de politie doodgeschoten. Velásquez had zich vlak daarvoor aangegeven. "Ik wilde niet dood", verklaart hij die keuze. "Ik liet me inrekenen, in ruil daarvoor leverden ze me niet uit aan de Verenigde Staten."

Velásquez bracht zeker 250 mensen om het leven, onder wie zijn eigen vriendin. Als chef van Escobars huurmoordenaarsleger gaf hij opdracht tot nog zo'n drieduizend moorden. Velásquez ontvoerde en martelde tal van hoogwaardigheidsbekleders, pleegde honderden bomaanslagen, beraamde de moord op presidentskandidaat Luis Carlos Galán en was betrokken bij de aanslag op een vliegtuig waarbij 107 passagiers omkwamen. Al heeft hij dat laatste altijd ontkend.

Nu is hij een beroemdheid. Voorbijgangers op straat verdringen zich om een selfie te maken met 'De Generaal van de maffia'. De Colombiaanse televisiezender Caracol droeg bij aan zijn roem door een serie over de moordenaar te maken. Alias JJ is gebaseerd op het boek dat Velásquez zelf schreef over de 23 jaar die hij in de gevangenis doorbracht.

'Poef poef, twee kogels door het hoofd, ik voelde er niks bij. Toen wist ik dat ik geschikt was voor dit werk'

Criminelen als volkshelden, het is een bekend fenomeen. Misdadigers als Pablo Escobar of Al Capone zijn grote inspiratiebronnen voor makers van films en series die wereldwijd gretig aftrek vinden. 

De vraag waarom zware criminelen zoveel sympathie opwekken, houdt wetenschappers al lang bezig. Ze tarten de elite, aldus een veelgehoorde verklaring, en maken zich daardoor geliefd bij sociale klassen die zich benadeeld voelen. De criminelen wekken bewondering door hun moed en omdat ze op slinkse wijze de politie misleiden.

Maar er is ook kritiek. Een grote groep Colombianen baalt van de verheerlijking van Escobar en zijn kornuiten. Series als Alias JJ houden een imago levend van Colombia als land vol drugsdealers en moordenaars. En van dat imago zouden ze juist zo graag af willen. Familieleden van slachtoffers hebben geprobeerd de uitzending van Alias JJ tegen te houden. Vergeefs, de serie was van februari tot eind mei elke werkdag op primetime te zien en haalde hoge kijkcijfers. Velásquez is zeer te spreken over de serie. "Veel waarheidsgetrouwer dan Narcos", zegt hij, refererend aan de succesvolle Netflix-serie over Pablo Escobar. Velásquez komt niet voor in Narcos: "Als ze mijn naam hadden gebruikt, zou ik geld hebben geëist."

Jhon Jairo Velásquez.Beeld Fabio Cuttica

Gewoon een baan

Velásquez komt stipt op tijd en fris gedoucht aan op onze afspraak in een koffietentje in El Poblado, een van de betere buurten van de stad. Zijn grijze haar is kortgeknipt, gezicht gladgeschoren, nagels perfect gemanicuurd. Met zijn Adidas-schoenen, zwarte shirt en spijkerbroek wijkt hij niet af van de andere mannen in de koffiebar. Maar zijn tatoeages verraden hem: 'De Generaal van de maffia', staat groot op beide onderarmen.

"Ik ben geen psychopaat, als je dat soms denkt", zegt hij terwijl onze eerste koffie nog warm is. "Voor mij was het gewoon een baan, ik was er goed in." Zijn stalen blik is ijskoud en intimiderend. "Ik was een gedisciplineerde moordenaar", zegt hij zo hard dat het hele café ervan opkijkt. "Vriendelijk en goedgemanierd."

'Nooit last van mijn geweten gehad. Ik slaap beter dan de lul van de paus'

Als ik hem vraag of zijn geweten weleens opspeelt, valt hij me bruut in de rede. "Nooit last van gehad", roept hij. "Ik slaap beter dan de lul van de paus." Hij grinnikt tevreden over zijn eigen grap.

Ik reken af en we stappen in zijn grijze Renault. De achterbank ligt vol 'wanted'-posters, kopieën van de exemplaren die begin jaren 90 in heel Colombia hingen. Escobar leverde 3,8 miljoen dollar (3,35 miljoen euro) op, voor Popeye was 1,5 miljoen (1,3 miljoen euro) uitgeloofd. "Ik verkoop die dingen gesigneerd aan fans", aldus Velásquez, plotseling zeer goedgeluimd. "Levert nog best wat op."

Velásquez vertelt dat hij is geboren in Yarumal, "een rustig en conservatief dorpje". Op zijn 7de verhuist hij met zijn ouders, vijf broers en twee zussen naar een buitenwijk van Medellín. "Mijn vader en moeder namen ons elke zondag mee om een ijsje te eten. De rest van de week sloegen ze ons bont en blauw."

Op een zondag ziet de dan 12-jarige Velásquez hoe een man met een machete iemands hoofd afhakt. Het gebeurt pal naast het ijssalon. "Ik was niet bang", beweert hij. "Alleen boos dat ze mijn lievelingsplek besmeurden." Aan geweld is hij dan al gewend. Er zijn vrijwel dagelijks schietpartijen in zijn wijk, waar verschillende criminele organisaties vechten om territorium. "Ik vervoerde wapens voor ze in mijn schooltas."

Op de hoek van de straat waar hij woonde zet hij de auto stil. "Op een middag hing ik hier met wat vrienden", vertelt hij. "Er stopte een auto met mannen van Escobar. Ze vroegen of iemand een baantje wilde."

Velásquez is dan 17. Hij is al een tijdje op zoek naar werk, "het liefst iets met wapens". Een jaar eerder had hij zich aangemeld bij de marine. Aan zijn kortstondige carrière hield hij alleen de bijnaam Popeye over. Daarna deed hij een poging op de politieacademie, ook daarop was hij gauw uitgekeken. Het aanbod van Escobars mannen komt als geroepen.

Velásquez begint als chauffeur van een van de minnaressen van Escobar, maar werkt zich snel op in het Medellín-kartel. "El Patrón (de baas) zag dat ik ambitieus en loyaal was", verklaart hij. De liefde komt van twee kanten: "Escobar was God voor mij", aldus Velásquez. "Als hij nog leefde, zou ik hem dienen."

'Het is soms een heel gedoe, maar iedereen is te doden'

Zijn eerste moord is op een buschauffeur die per ongeluk de moeder van een vriend van Escobar had doodgereden. "Escobar vroeg het me en ik deed het dezelfde dag nog", herinnert Velásquez zich. "Poef poef, twee kogels door het hoofd, ik voelde er niks bij. Toen wist ik dat ik geschikt was voor dit werk."

Gewoon een baan
Beeld RV -

Velásquez kreeg per klus betaald. "El Patrón noemde een naam en bedrag, en bemoeide zich er verder niet mee", legt hij uit. "Voor een politieagent kregen we 1.000 dollar, maar ik heb ook afrekeningen gedaan voor 3 miljoen. Dat geld moest ik dan wel gebruiken om alles te regelen. Bij hooggeplaatste personen moet je een hoop lui omkopen, of een appartement kopen op een strategische plek. Het is soms een heel gedoe, maar iedereen is te doden."

YouTube-kanaal

Velásquez heeft honger, we rijden naar de studio van zijn YouTube-kanaal om te lunchen. "Ik begon het kanaal een jaar geleden", vertelt hij."Het was bedoeld om me zichtbaarheid te geven, om te voorkomen dat mijn vijanden me zouden vermoorden." Inmiddels heeft hij driehonderdduizend volgers, de populairste video's zijn ruim anderhalf miljoen keer bekeken. "Mensen houden van mij omdat ze van Pablo Escobar hielden."

Het kanaal heet 'Berouwvolle Popeye', maar erg veel spijt toont Velásquez niet. Laatst ontstond er ophef over een aflevering waarin hij met een pistool in de lucht schiet. "Het was een luchtdrukpistool", zegt hij. "Daar schiet je nog geen mug mee dood." Hij slaakt een zucht. "De mensen gunnen me ook niks."

Laatst ontstond er ophef over een aflevering waarin hij met een pistool in de lucht schiet: 'De mensen gunnen me ook niks'

Er zijn ook video's waarin hij vertelt over het Medellín-kartel, maar de laatste tijd gaan de meeste filmpjes over de crisis in Venezuela. "Ik sluit niet uit dat ik de wapens weer oppak om mijn Venezolaanse broeders te helpen bevrijden van die klotecommunisten."

Velásquez heeft een diepgewortelde haat tegen alles wat links is. "Communisten houden zoveel van de armen dat ze hen willen vermenigvuldigen", zegt hij terwijl hij grote stukken gebraden kip naar binnen werkt. Zijn telefoon gaat. "Vriend, je belt ongelegen", schreeuwt hij in de hoorn. "Ik zit midden in een orgie." Grinnikend hangt hij op. Met een servet veegt hij het druipende vet van zijn kin.

Hij hekelt het vredesakkoord tussen de regering van president Juan Manuel Santos en de linkse guerrillabeweging FARC. "Ik zou Santos graag vermoorden", zegt hij grimmig. Later herstelt hij zich. "Politiek vermoorden, bedoel ik. Ik ga me kandidaat stellen voor de senaat. Als die FARC-ratten de politiek in mogen, dan ik ook. Ik ga corruptie bestrijden, ik weet zeker dat ik een heleboel stemmen zal krijgen."

Tot inkeer

Met het YouTube-kanaal verdient Velásquez zo'n 500 dollar per maand, de verkoop van gesigneerde boeken en posters komt daar nog bij. "Ik heb het geld hard nodig", aldus Velásquez. "In mijn hoogtijdagen had ik 22 miljoen dollar (19,5 miljoen euro) aan cash en vastgoed. Maar de autoriteiten hebben een deel van mijn bezittingen afgepakt, de rest is opgegaan aan mijn beveiliging in de gevangenis."

Want achter de tralies gaat de oorlog tussen guerrillero's, paramilitairen en rivaliserende drugskartels gewoon door. "De bewaking had niks te vertellen. Er waren verschrikkelijke slachtpartijen." Pas begin deze eeuw komt Velásquez in een zwaarbewaakte gevangenis waar hij naar eigen zeggen tot inkeer komt. "Ik kreeg therapie van een psycholoog", vertelt hij. "En ik begon boeken te schrijven."

Hij getuigt ook tegen onder meer politicus Alberto Santofimio, die daardoor in de gevangenis belandt voor medeplichtigheid aan de moord op presidentskandidaat Galán. "Ik heb 23 jaar gezeten, ik verdien een tweede kans", zegt Velásquez. "Toen was het oorlog, dan doe je alles wat nodig is. Nu ben ik een ander mens."

Tot inkeer
Beeld RV -

Een derde van de opbrengst van zijn YouTube-activiteiten gaat naar BeToYou, het bedrijfje dat de kanalen van Velásquez en tachtig andere succesvolle vloggers beheert. "We zijn nu ook bezig met een Popeye-kledinglijn", aldus medewerker Santiago Alzate (24), die de reacties van fans beantwoordt. Alzate verwacht dat de inkomsten nog flink gaan stijgen. "Popeye is populair omdat hij recht voor zijn raap is. En mensen houden van de maffia."

Als Velásquez even niet luistert, voegt hij toe: "We krijgen veel kritiek omdat we met hem werken. Maar ik vermoord toch niemand? Ik verkoop toch geen drugs?"

Met gevoel voor drama

We vertrekken. Velásquez wil het graf van Escobar bezoeken, maar eenmaal op het kerkhof wordt hij nerveus. "Ik ben kwetsbaar hier", zegt hij. "Er zijn mensen uit mijn verleden die me dood willen."

Met gevoel voor drama gaat hij op zijn knieën voor het graf zitten, slaat een kruis en bidt. "Escobar was een goed mens", zegt hij. "Waarom denk je dat niemand hem heeft verlinkt, terwijl er miljoenen waren uitgeloofd?" Hij kust het graf langdurig. "Ik was zijn steun en toeverlaat. Toen ze ons op de hielen zaten, werd hij ziek. Ik maakte hem schoon als hij over zichzelf heen kotste."

Als we naar de uitgang van het kerkhof rijden, remt Velásquez af. "Die jongen bevalt me niet." Hij kijkt met samengeknepen ogen naar een graatmagere slungel. "Precies toen we kwamen aanrijden stapte hij op zijn motor, alsof hij op ons aan het wachten was." Ik kijk naar de puber. Hij lijkt me niet iemand met moordlustige plannen.

Velásquez stopt bij twee andere jongens op motors en wijst op de slungel. "Kennen jullie hem?" De jongens schudden het hoofd. Velásquez drukt ze elk 50.000 pesos (15 euro) in de hand. "Volg hem." We wachten een paar minuten en rijden dan langzaam het kerkhof af. "Ze werken hier", mompelt Velásquez als ik vraag waarom de jongens bewapend zijn. Een stukje verderop staan de twee schaapachtig te kijken. "Alles is oké, Popeye", zeggen ze. "Hij ging de andere kant op."

Corrupte staat

Velásquez doet zijn gordel om. "Zie je hoe geïntegreerd ik ben?", zegt hij lachend. "Ik houd me zelfs aan verkeersregels." Plotseling komt hij heel dichtbij, ik voel zijn adem in mijn gezicht. "Ik kan je nu proberen te kussen, je overhalen mee te gaan naar een hotel." Hij kijkt me aan, dempt zijn stem. "Jij laat het toe, gaat steeds een stapje verder, en dan klaag je na afloop dat je eigenlijk niet wilde." Ik kijk hem niet begrijpend aan.

'Ik kan je nu overhalen mee te gaan naar een hotel. Jij laat het toe en dan klaag je na afloop dat je eigenlijk niet wilde'

"Dat is wat de staat doet", roept hij. "Wij gingen met 5 miljoen dollar (4,4 miljoen euro) aan cash naar de bank om die in te wisselen, niemand stelde vragen. Wij financierden hun verkiezingscampagnes, ze betaalden de externe schuld met onze cocaïnedollars. Ze lieten alles toe en daarna zeiden ze dat het onze schuld was.

"Ik zeg je één ding, zonder corrupte staat bestaat er geen maffia."

Voor het eerst houdt hij even zijn mond. "Ik ben dus geen psychopaat", zegt hij als de stilte pijnlijk begint te worden. Zijn handen masseren het stuur, hij kijkt verbeten voor zich uit. "Ik heb de Bijbel drie keer gelezen", gaat hij verder. "Er staat duidelijk in dat God je vergeeft als je spijt hebt."

Hij parkeert de auto, we gaan wat drinken. In het café wordt hij opnieuw belaagd door fans. Hij vertelt ze anekdotes, pocht over feestjes met Escobar en haalt zijn wanted-posters uit de auto. Een meisje vraagt giechelig of ze met hem op de foto mag. "Ik keur het natuurlijk niet goed wat hij heeft gedaan", zegt ze tijdens de selfiesessie. "Maar het is bewonderenswaardig. Hij heeft iedereen overleefd."

Velásquez omhelst haar stevig. "Zo is het, prinsesje. Ik ben de enige soldaat die nog staat."

"Je lijkt niet erg berouwvol", zeg ik als hij weer aan het tafeltje komt zitten. "Ik gebruik mijn imago als moordenaar om geld te verdienen", antwoordt hij geïrriteerd. "Ik moet toch wat?"

Ik zeg dat hij zichtbaar geniet van de roem en aandacht. "Zeker", erkent hij. "Ik mis de adrenaline van mijn oude leven. Ik mis mijn geweer. Dit is tenminste nog iets."