© if

Familie zuurgooier: “Jelle kende plotse ommezwaai toen hij 14 jaar oud was”

Jelle Frenken, de man die vorig jaar Marina Tijssen overgoot met zwavelzuur, kende een normale jeugd maar toen hij 14 jaar oud was, kwam er een plotse ommezwaai en werd hij zwaar depressief. Daar worstelde hij jarenlang mee. De laatste jaren leek het echter goed met hem te gaan, zo verklaarden zijn ouders en broer donderdag voor de Brusselse correctionele rechtbank. Van een gebrek aan empathie hebben die bij hun zoon en broer nooit iets gemerkt. “Integendeel, hij zit heel erg in met wat het slachtoffer overkomen is”, klonk het.

De 41-jarige Frenken overgoot Marina Tijssen op 20 februari 2015 met zwavelzuur in de Delhaize in de Antwerpse Museumstraat. De 53-jarige vrouw werkte er als poetsvrouw en Frenken was toen al maanden de winkelketen aan het afpersen door te dreigen met een dergelijke aanval.

De familie Frenken is geschokt door die feiten maar heeft bij hun zoon en broer nooit een gebrek aan empathie gemerkt, ook niet na de feiten. “Integendeel”, sprak de broer, “ik ben hem al herhaaldelijk gaan bezoeken in de gevangenis en hij zat steeds erg in met wat het slachtoffer was overkomen. Het was duidelijk dat hij veel berouw had en eronder leed. Hij is ook erg begaan met wat onze ouders doormaken.”

“Van zijn 0 tot 14 jaar was Jelle een zeer gemakkelijk kind”, verklaarde moeder T. “Hij was zeker geen lastige puber, hield zich helemaal niet bezig met illegale zaken. Maar op de middelbare school kwam er plots een ommezwaai. Hij was altijd een superleerling maar opeens kon hij zijn stoel niet meer uit, had hij geen enkele activiteit meer.”

Een duidelijke oorzaak daarvoor konden de ouders niet geven. “We waren toen wel net verhuisd naar de binnenstad”, zei de moeder. “Ik had het daar moeilijk mee en raakte overspannen. Misschien heeft dat een rol gespeeld.”

Huilend aan de deur

In elk geval zocht het gezin professionele hulp bij een centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Na enige tijd ging Jelle Frenken zelfstandig wonen en kreeg hij een uitkering, aldus de ouders. “Wij dachten dat het toen beter zou gaan, maar dat was niet zo. We zijn toen opnieuw hulp gaan zoeken en er kwam regelmatig een psycholoog aan huis voor Jelle, maar Jelle wou niet meewerken. Na een confrontatie is hij weggelopen maar na twee dagen stond hij huilend aan de deur en ging hij wel mee bij de psycholoog. Die heeft hem onmiddellijk doorverwezen naar een psychiater waar een zware depressie werd vastgesteld.”

Frenken kreeg de nodige medicatie en slaagde uiteindelijk voor het ingangsexamen van de universiteit. Die studies maakte hij niet af maar hij vond wel een voltijdse baan. “Jarenlang ging het goed, zelfs zo goed dat hij zijn medicatie afbouwde. Tot een zestal maanden voor de feiten, toen ging hij langs bij de huisarts om opnieuw een hogere dosis te krijgen.”

Frenken zat in die periode zonder baan, iets wat hij verzweeg voor zijn ouders en broer. Frenken vertrok toen ook zogezegd naar Spanje maar hield wel contact met zijn ouders, voornamelijk via mail. “Enkele dagen voor de feiten, op 19 februari, was er nog een mail”, zei moeder T. “Ik had gehoord dat Jelle achterstallige huur niet had betaald en vroeg wat er scheelde. Hij zei dat er een probleem was met een gewijzigde bankrekening. Op 25 februari heeft hij me ook gebeld voor mijn verjaardag. Ik vond dat hij toen wat met een dubbele tong sprak maar zocht er niets achter.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER