Vanuit Iraanse en Russische hoek waren woensdagochtend optimistische geluiden te horen over een akkoord. 'We kunnen met enige zekerheid zeggen dat we op ministerieel vlak tot een principeakkoord zijn gekomen over alle belangrijke aspecten', zo zei Russisch buitenlandminister Sergej Lavrov, die intussen alweer in Moskou is. Bij zijn Iraanse collega Javad Zarif klonk het dat al 'een aanzienlijk deel van de weg was afgelegd' en dat de hoop bestond 'woensdag een akkoord te kunnen bereiken'.

Het was nochtans de bedoeling dat de onderhandelaars in Lausanne ten laatste dinsdag om middernacht zouden landen. Maar net voor het verstrijken van de deadline spraken ze af de gespreken met één dag te verlengen. Ze hadden nog één extra dag nodig, luidde het, om de laatste punten door te nemen, en de afspraken daarna op papier vast te leggen. 'Er is voldoende vooruitgang geboekt om een voortzetting van de onderhandelingen tot woensdag te rechtvaardigen', zei de Amerikaanse woordvoerster van Buitenlandse Zaken Marie Harf.

'Toch nog niet genoeg overeenstemming'

Ondanks hoera-geluiden uit Iran en Rusland waarschuwen westerse bronnen echter voor al te groot enthousiasme. Zo moet volgens de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Philip Hammond, nog altijd een aantal 'belangrijke kwesties' worden uitgeklaard om tot een deal te komen. 'Sommige punten zijn zeer gedetailleerd en technisch, dus er is nog steeds veel werk te doen', zei hij woensdagochtend aan de BBC. 'Maar we zijn bezig en zullen blijven doorgaan.'

De Franse minister van Buitenlandse Zaken Laurent Fabius zei na zijn terugkeer in Parijs dan weer dat er 'vooruitgang is geboekt', maar dat er 'nog niet genoeg overeenstemming is voor een onmiddellijke deal'. Terwijl een bron binnen de Duitse delegatie benadrukte dat een akkoord zeker mogelijk is, tenminste als 'van alle kanten goede wil' wordt getoond.

Doel: afbouw van kerncentrifuges

In Lausanne zitten aan de ene kant van de onderhandelingstafel de VN (met onder meer China, Rusland, de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland) en aan de andere kant Iran. Bedoeling is na twaalf jaar van pogingen eindelijk tot een akkoord te komen over het Iraanse atoomprogramma. Het Westen wil dat Iran belooft zijn kerncentrifuges (waar uranium wordt verreikt) de komende tien jaar te zullen afbouwen van 10.000 naar 6.000, zodat Iran niet in 3 maanden, maar pas ten vroegste in jaar een kernbom klaar zou krijgen.

Teheran ontkent al jaren met klem dat het een atoombom bouwt, maar de kans dat het land in een akkoord meestapt is groot. Het lijdt hard onder de economische sancties die de VN-Veiligheidsraad het oplegde.

Israël, dat bang is het slachtoffer te worden van een Iraans massavernietigingswapen, is overigens niet te spreken over de onderhandelingen. Premier Benjamin Netanyahu heeft het nakende akkoord al omschreven als ‘erger dan gevreesd’.