‘Werkgever die geen toegevingen doet voor ramadan, staat recht in zijn schoenen’

© REUTERS

Tienduizenden moslims begonnen afgelopen weekend aan de ramadan, en dat voelen ook werkgevers. De helft ontvangt klachten, minder dan een vierde doet toegevingen. ‘Lichter werk geven is niet evident.’

Jef Poppelmonde

Van zonsopgang tot zonsondergang zullen tienduizenden moslims in ons land komende maand eten noch drinken. De impact daarvan op de werkvloeren is best groot, getuigen werkgevers in een onderzoek van het Neutraal Syndicaat van Zelfstandigen (NSZ). Zeventig procent van de bedrijven zegt dat hun moslimmedewerkers tijdens de vastenperiode minder alert en fit zijn.

Het doet de vraag rijzen hoe werkgevers daarmee moeten omgaan. Over het algemeen tonen zij zich niet erg inschikkelijk. Slechts zes procent zou extra pauzes toestaan. Tweeëntwintig procent laat wie meedoet aan de ramadan de lunchpauze overslaan en vroeger naar huis gaan.

Die lage percentages zijn begrijpelijk, vindt het NSZ. ‘De ramadan volgen is een eigen keuze. Medewerkers die dat doen tijdelijk ontzien, zal voor frustratie en jaloezie op de werkvloer zorgen.’ Dat blijkt ook uit de cijfers: meer dan de helft van de werkgevers krijgt van personeel negatieve reacties over collega’s die de ramadan volgen.

Daarom vindt ook moraalfilosoof Patrick Loobuyck (Universiteit Antwerpen / UGent) dat ‘bedrijfsleiders die toegevingen weigeren te doen, recht in hun schoenen staan’. ‘Met vasten is op zich natuurlijk niets verkeerd en over redelijke aanpassingen moet gesproken kunnen worden’, zegt hij. ‘Maar het kan niet zijn dat de werking van het bedrijf erdoor in het gedrang komt. Werkgevers moeten alert zijn voor de gelijkheid op hun werkvloer. Als die in het gedrang komt, dan wakkert dat het wij-zij-verhaal aan. En dat komt de multiculturele samenleving niet ten goede.’