De verkoop van het pronkstuk van het museum is volgens directeur Catherine Geens het laatste middel waarmee Karel van Antwerpen, sinds 1992 een stichting die voor de promotie van de cultuur uit de vroegere Lage Landen - Nederland, België en Luxemburg - van de ondergang gered kan worden. ‘De verkoop aan de drie landen, samen met Spanje is een optie die we graag willen onderzoeken’, zegt Geens.

Eenvoudig zal het niet zijn, erkent de directeur. Eigenlijk blijft alleen Nederland over als potentiële koper. ‘België kent geen federale bevoegdheden voor een dergelijke koop, Luxemburg is klein. Voor Nederland is het interessant omdat het land relatief weinig schilderijen van Rubens heeft.’

De verkoop van de Rubens vormt het sluitstuk van de financiële overlevingsstrijd waar de Stichting Karel van Antwerpen, Carlos de Amberes op zijn Spaans, eigenlijk al vanaf haar begin in 1992 in verkeerde. Ooit ontstaan uit de nalatenschap van de schatrijke handelaar Karel van Antwerpen, beoogde de stichting een cultureel ambassadeurschap van de zeventien provinciën van de Lage Landen in Spanje.

Het idee is nu verkoop en terugleen. De Rubens mag als Spaans erfgoed alleen tijdelijk het land verlaten. Dat drukt de prijs, beseft directeur Geens, met al zeker de helft.