Direct naar artikelinhoud
Paradise City

De graaf van Paradise City: "Ik wil geen lawaai zoals AC/DC!''

Een dancefestival in een park aan een prachtig kasteeltje, omgeven door vijvers? Toplocatie. We doorkruisten Paradise City op zoek naar de man die het allemaal mogelijk maakte: de graaf himself.

De miezerregen en het vroege beginuur zorgden er voor dat de tweede editie van Paradise City vandaag tergend traag op gang kwam. Pas na vier uur brak de zon door de wolken, waarbij wij meer dan één danslustige een vreugdekreet hoorden slaken. Het dancefestival in Perk had toen al wél twee uitstekende concerten achter de kiezen, van de Belgische bands Oaktree en VUURWERK. 

Het moet gezegd: de totaalervaring van Paradise City is om duimen en vingers bij af te likken. Het decor van dit festival oogt fantastisch. De houten constructies waarin de dj-booths zijn bevestigd, de foodtrucks die in een rij aan de inkomlaan staan opgesteld, de gezellige teepees die voor verpozing zorgen: het plaatje klopt.

De kers op de slagroomtaart? Het Kasteel de Ribeaucourt, gebouwd in de twaalfde eeuw, dat statig boven de bomen van het park uittorent, aan de pittoreske vijvers. Wie woont daar? En waarom duldt de eigenaar bonkende beats in zijn achtertuin? 

Graaf Paul de Lannoy, een goedlachse man die we in de grote houten zitschommel aan het popuprestaurant van topkok Sofie Dumont aantreffen, vlak bij de vijver. "Geen foto’s alsjeblieft", zegt hij en hij wuift met zijn hand. Hij vertelt ons dat een bevriende graaf toeristen door zijn kasteel gidst tegen een vergoeding. 

"Die man moet wel in de media komen, voor zijn bijverdienste". Zelf heeft hij niets te verkopen en hoeft hij niet met zijn foto in De Morgen, zo klinkt het. "Anders klampt iedereen mij straks aan."

Groen festival

Aan de overzijde van de vijver hossen overenthousiaste feestgangers over het pleintje aan de Love Stage. De graaf aanschouwt de meute en knikt tevreden. "Twee jaar geleden kwamen de organisatoren naar mij toe met de vraag of ze een festival mochten organiseren op mijn domein. Ik vreesde even dat ze feestjes wilden geven in mijn kasteel, maar gelukkig doelden ze op het park. Maar waren ze van plan om een soort Rock Werchter te organiseren? Ik zag in mijn verbeelding een hele meute festivalgangers een pattenveld platstampen. (lacht) Maar nee, ze wilden een groen festival. En ze wilden zachte muziek, geen lawaai zoals AC/DC. Ik zag het dus meteen zitten."

Over geluidsoverlast mag de graaf niet klagen. Hij bekent zowaar de donderende houseritmes niet onaangenaam te vinden. "Nu ja, de ramen van het kasteel trillen mee op de vibraties van de beats. Da's niet niks. Aan de voorzijde van het kasteel hoor je niets van de muziek, gelukkig. Zelfs de bewoners van het dorp hebben geen last van het lawaai want de bomen aan de rand van het park schermen alles af."

Sofie Dumont

Het stemt de graaf gunstig zoveel begankenis op zijn domein te zien. Hij aarzelt dan ook niet om zich zelf af en toe in het gewoel te storten. "Ikzelf doorkruis dit weekend regelmatig het park. Ik ken nu eenmaal veel mensen, evenals veel handelaars hier op het festival. Vorig jaar bij de eerste editie ben ik op zondagnamiddag toch even moeten gaan liggen. Je kent dat: iedereen biedt je een glas aan en voor je het weet is trop echt te veel." 

"Dit jaar zijn mijn vrouw en kinderen een weekendje weg naar mijn schoonfamilie, maar zelf hang ik hier graag rond. Ik heb met de voorzitters van een aantal verenigingen uit de buurt afgesproken om morgen in het restaurant van Sofie Dumont te gaan eten. (grinnikt) Bij die verenigingsleden zitten een aantal zestigplusser die wel wat argwanend waren: oei, we gaan toch geen veggie moeten eten! (lacht) Ik kon hen vooraf geen kaart tonen dus ze zijn erg nieuwsgierig. Ach, van Sofie Dumont hebben ze al wel eens gehoord, dus dat stelde hen gerust." 

'Tegen die clubmuziek heb ik niets. Ik ken de Carré in Willebroek heel goed'
Graaf Paul de Lannoy

En feest de graaf straks mee op de bonkende beats van Space Dimension Controller? "Oh, ik begeef mij wel degelijk tussen de dansers. Tegen die clubmuziek heb ik niets. Ik ken de Carré in Willebroek heel goed. Ik heb zelfs de eigenaar nog gekend. Niet dat ik die muziek in thuis op zet, hoor. In het kasteel is het perfect stil. Kan ik ’s nachts slapen? Ja hoor, perfect. Ik kruip trouwens toch maar in bed als de boel hier vannacht stil ligt."