Dat maakt zonecommandant Erik Janssen bekend nadat gisteren uit het verslag van de gerechtsdeskundige was gebleken dat de tweede en hevige brand die onverwacht om 4u ’s morgens was ontstaan, een gevolg was van de eerste.

“Daarmee is zeker niet gezegd dat die heropflakkering te wijten zou zijn aan een fout of nalatigheid van onze mensen onder leiding van lokaal commandant Marc Van Linden. Zij hebben alles in het werk gesteld om de eerste brand volledig te doven. Daar twijfel ik niet aan. Daarbij werd gebruikgemaakt van onder meer warmtescans en een speciaal schuim om het puin te bevochtigen”, aldus Erik Janssen.

Hij gaat nu het volledige rapport van de gerechtsdeskundige opvragen. “Indien die zaken over het hoofd zou hebben gezien, vragen wij een tegenexpertise aan”, stelt Janssen. “Maar daarnaast staat het vast dat dit onverklaarbaar heropflakkeren van een schijnbaar gedoofde brand voor ons aanleiding is om na te gaan of alle procedures wel gevolgd zijn en of het niet nodig is om bepaalde procedures en afhandelingsmethodieken bij te sturen. We zijn een betrekkelijk jonge organisatie en kunnen nog veel leren.”

Om alles zo objectief mogelijk te laten verlopen, is de zonecommandant zinnens om dit onderzoek te laten gebeuren door specialisten van een andere zone. “Mochten er in het slechtste geval inschattingsfouten gemaakt zijn, dan is er altijd nog onze verzekering”, gaat Janssen tenslotte in op het worstcasescenario.