Pas vanochtend zullen ambtenaren van de dienst Vreemdelingenzaken het zelf vaststellen: van Djellza is geen spoor meer. Ze verbleef sinds begin deze maand in een uitwijshuis in Zulte, samen met haar vader. Afgelopen vrijdag is ze daar ’s avonds nog teruggekeerd, na een bezoek aan de raadkamer van Mechelen. Daar kreeg ze te horen dat haar uitwijzing niet zou worden geblokkeerd. “Zaterdagmiddag is ze uit het uitwijshuis vertrokken. Samen met haar vader gaat ze nu een tijd lang onderduiken”, zegt haar advocaat Maurice Mandelblat. Dat werd hem gisteravond laat bevestigd door een vertrouwenspersoon van Djellza. Omdat er in het weekend geen toezicht is in het uitwijshuis, kon Djellza zaterdag gewoon vertrekken.

Heisa

De uitwijzing van het meisje veroorzaakt al een week veel heisa. Al zestien jaar, bijna heel haar leven lang, woont het meisje in België. Ze gaat al jaren naar een Vlaamse school en spreekt vloeiend Nederlands. Onlangs werd ze, samen met haar vader, opgepakt in een huis in Mechelen. Haar moeder, die op dat moment niet thuis was, leeft sindsdien ook ondergedoken. “Ik heb hier mijn vrienden, mijn studies... Alles wat ik wou om mijn toekomst op te bouwen. Als ik naar Kosovo ga, heb ik dat niet meer. Ik heb niets misdaan en ineens stonden er drie agenten aan mijn deur”, zei het meisje daar vorige week over. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) begrijpt de situatie, maar zegt dat hij niet anders kan dan de wet volgen. De ouders zouden in 2003 al een eerste keer te horen hebben gekregen dat ze het land moeten verlaten.

Beroep

Haar advocaat is intussen druk bezig met beroep aan te tekenen tegen de uitwijzing. “Dat zal een beroep ten gronde zijn voor de Raad van Vreemdelingenbetwistingen. Op 16 augustus heb ik een dringende procedure ingediend, maar dat was één dag te laat volgens de regels. Daarom zijn we nu gedwongen om een procedure ten gronde te beginnen. Dat kan maanden duren”, stelt Mandelblat.

Waar Djellza met haar vader al die tijd gaat onderduiken weet niemand.