Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Is onze spermakwaliteit echt zo enorm afgenomen? Vijf vragen over nieuw onderzoek

Conclusie dat aantal spermacellen afneemt is controversieel
Beeld Thinkstock

De spermakwaliteit van westerse mannen holt achteruit. Dat rapporteren media in binnen- en buitenland. Dergelijk nieuws duikt regelmatig op - en wordt door onderzoekers steevast genuanceerd. Daarom: vijf vragen over dit nieuwe onderzoek naar spermakwaliteit.

1. Wat is het nieuws?

Tussen 1978 en 2011 daalde het aantal spermacellen in geëjaculeerde sperma bij westerse mannen met 50 tot 60 procent. Dat blijkt uit een overzichtsstudie in vakblad Human Reproduction Update, geschreven door een internationaal team van wetenschappers. Volgens de onderzoekers is er bovendien geen reden om aan te nemen dat de dalende trend vanaf nu afneemt.

2. Is dit werkelijk nieuws?

Al in 1992 kwam een Deense overzichtsstudie uit naar de spermaconcentratie van westerse mannen, waaruit bleek dat die de vijftig jaar ervoor sterk was afgenomen. Sinds die tijd trokken meerdere onderzoeken, veelal van dezelfde Deense onderzoeksgroep, dezelfde conclusie. De uitkomsten bleven echter controversieel. De Volkskrant schreef zelfs tweemaal een nuancerende factcheck (hier en hier) over dit onderwerp. De nieuwe publicatie doet weinig af aan die controverse, blijkt na navraag bij Egbert te Velde, emeritus hoogleraar voortplantingsgeneeskunde aan de Universiteit Utrecht, en Sjoerd Repping, hoogleraar humane voortplantingsbiologie aan het Academisch Medisch Centrum. Zij zetten nog altijd vraagtekens bij de hevigheid en zelfs het bestaan van de afname. Ook de oorzaak van de vermeende trend blijft onduidelijk.

3. In hoeverre kloppen de conclusies dan?

De overzichtsstudie is goed uitgevoerd, meent Sjoerd Repping. Hij houdt echter zijn bedenkingen. Zo liggen de gegevens van de verschillende studies ver uit elkaar, waardoor het moeilijk is om te bepalen hoe sterk de afname werkelijk is. Verder is het vergelijken van oude data met nieuwe lastig, omdat niet valt te achterhalen of spermaconcentraties vroeger door verouderde methodes systematisch werden overschat. Bovendien, benadrukt hij, staat een afname in spermaconcentratie niet gelijk aan dezelfde afname in vruchtbaarheid; het is slechts een van de vele invloeden die de kans op zwangerschap beïnvloeden, waarbij de leeftijd van de vrouw de voornaamste factor is.

Een afname in spermaconcentratie staat niet gelijk aan dezelfde afname in vruchtbaarheid

Egbert te Velde onderschrijft de bedenkingen van Repping en voegt onder meer toe dat er gegevens van allerlei groepen worden vergeleken, waaronder mannen die hun vruchtbaarheid laten testen. Hierdoor bevat de data buitenproportioneel veel mannen waarvan al vermoed werd dat ze lagere spermaconcentraties hebben. Volgens hem is daarom nog altijd onzeker of de dalende trend echt is. Hijzelf gelooft niet in zo'n sterke afname, daar doet dit nieuwe onderzoek niets aan af.

4. Waarom zorgt dit nieuws telkens opnieuw voor opwinding?

Het spreekt mensen aan, doordat het henzelf betreft, vermoedt Te Velde. Daardoor is het voor onderzoekers een onderwerp dat publieke aandacht en uiteindelijk onderzoeksgeld genereert. Hij noemt deze werkwijze 'gevaarlijk'. Volgens hem werkt de boodschap dat de spermakwaliteit afneemt overmatig gebruik van IVF, ofwel reageerbuisbevruchting, in de hand.

De boodschap dat de spermakwaliteit afneemt kan overmatig gebruik van IVF in de hand werken

Dat ziet hij bevestigd in het feit dat Denemarken de meeste IVF-behandelingen van Europa kent, terwijl het meeste onderzoek naar de afname in spermakwaliteit ook uit dit land komt. IVF verhoogt volgens hem de kans op vroeggeboortes en gezondheidsproblemen bij vrouwen en kinderen. Hoewel hij niet tegen IVF is, vreest hij dat koppels te snel naar deze methode grijpen terwijl een natuurlijke zwangerschap nog mogelijk is.

5. Moeten we er dan maar over ophouden?

Niet per se. Volgens Te Velde is het denkbaar dat bijvoorbeeld milieuvervuiling en het gebruik van pesticiden een negatief effect hebben op spermaproductie. Maar om daar achter te komen moeten wetenschappers de juiste onderzoeksmethoden gebruiken. Dat kan door gedurende langere periodes de spermaconcentraties van mannen steekproefsgewijs bij te houden door middel van dezelfde telmethode, idealiter in hetzelfde laboratorium. Een dergelijke studie is eenmaal uitgevoerd, wederom in Denemarken. Sinds 1998 staan Deense militaire rekruten daar sperma af. Het resultaat? Tot en met 2010 ging de spermaconcentratie juist licht omhoog.