Direct naar artikelinhoud

Tunesiërs kunnen voor het eerst sinds Arabisch Lente president kiezen

In een groot deel van Tunesië zijn zondagochtend om 8.00 uur de stembureaus geopend voor de eerste presidentsverkiezingen sinds het begin van de Arabische Lente. Ze sluiten tien uur later. In zo'n vijftig plaatsen bij de Algerijnse grens zijn de stemlokalen maar vijf uur geopend omdat daar gewapende groepen actief zijn.

Beji Essebsi brengt zijn stem uit tijdens de presidentsverkiezingen in Tunesië.

Bijna vier jaar na de uitbraak in Tunesië van wat de Arabische Lente wordt genoemd, kiest het Noord-Afrikaanse land van 11 miljoen inwoners democratisch zijn president. Tunesië was het eerste land in de regio waar massale protesten het oude en autoritaire bewind in 2011 deden instorten.

Het heeft in Tunesië tot een proces geleid waarmee uiteindelijk eerder dit jaar een moderne grondwet van kracht werd en een maand geleden het parlement democratisch werd gekozen. In de nieuwe grondwet is de macht van de president beperkt, om een nieuwe dictatuur te voorkomen.

Voorbeeld

Zondag kunnen ruim 5 miljoen kiezers als 'bekroning' een president kiezen. Waarschijnlijk krijgt de bejaarde en grote favoriet Béji Caïd Essebsi zondag niet meteen meer dan de helft van de stemmen. Dan moet er 28 december een tweede ronde komen. De partij van Essebsi, Nidaa Tounis, de belangrijkste seculiere partij van het land, won vorige maand de parlementsverkiezingen met 85 van de 217 zetels.

De seculiere Essebsi heeft onder zijn 21 rivalen de overgangspresident Moncef Marzouki die steun van islamisten geniet, de linkse Hamma Hammami en ook een vrouw, de rechter Kalthoum Kannou.

Het Tunesische voorbeeld is niet gevolgd in andere Arabische landen. Sinds 2011 zijn Libië en Jemen in een anarchie veranderd, in Syrië woedt een bloedige burgeroorlog en Egypte heeft weer een militair als sterke man.