Luie Walen, Vlaamse werkers? - Marc Hooghe

Aan Franstalige kant gaat de stakingen onverminderd verder. Hardwerkende Vlamingen en luie Walen? Of is er een meer fundamenteel probleem met de legitimiteit van de “minderheidsregering” Michel aan Franstalige kant?
opinie
Opinie

Marc Hooghe is hoogleraar politieke wetenschappen aan de KU Leuven. Hij analyseert voor de redactie.be regelmatig vragen die in onze maatschappelijke discussie opduiken.

De afgelopen dagen werden zowat alle vooroordelen nog eens bevestigd. Aan Franstalige kant kwam het tot een spontane staking bij de spoorwegen, terwijl in het noorden van het land de treinen relatief normaal verder rijden.

Ook bij de gevangenissen hebben we de schier eindeloze staking van de cipiers ten zuiden van de taalgrens, terwijl ten noorden de zaken op de gewone manier beredderd worden. Het clichébeeld van de ‘hardwerkende’ Vlaming, en de luie Waal leek nog eens te kloppen.

Temperament

Natuurlijk zijn er culturele verschillen: als je de cijfers bekijkt, dan ligt het gemiddeld aantal stakingsdagen inderdaad hoger in Wallonië dan in Vlaanderen, hoewel dat verschil nu ook weer niet zo groot is als vaak wordt gesteld. Dat verschil qua temperament zien we ook meer in het algemeen in Europa: in landen als Frankrijk en Spanje wordt bijzonder vaak gestaakt – in Nederland, Duitsland of Zwitserland is het fenomeen zo goed als onbestaande.

Als we dat gaan onderzoeken, is de eerste, meest gemakkelijke verklaring natuurlijk dat de passies in het zuiden van Europa wat gemakkelijker oplaaien dan in het noorden. Dat mag misschien wel zo zijn, maar het kan niet de enige verklaring zijn: in Portugal wordt er nauwelijks gestaakt, terwijl de immer zo nuchtere Finnen dan weer relatief vaak naar het stakingswapen grijpen. 

Sociaal overleg

Als je wat verder graaft in de cijfers dan zie je dat de kwaliteit van het sociaal overleg een zeer belangrijke rol speelt. Duitsland heeft een bijzonder sterk uitgebouwde traditie van sociaal overleg, en de vakbonden voelen er zich daardoor niet zo vaak gedwongen om meteen een staking uit te roepen.

Omgekeerd: in Frankrijk schrikken zowel regering als vakbonden niet terug voor een stevige confrontatie, en er is helemaal geen overlegtraditie. Het logisch gevolg is een hoog aantal stakingsdagen.

Hoe overtuigend de resultaten van dit soort vergelijkend onderzoek ook zijn: België bekleedt, zoals wel vaker gebeurt, een uitzonderingspositie. Uiteraard heeft ons land een bijzonder goed uitgebouwd sociaal overleg, en we moeten daarin eigenlijk niet onderdoen voor Duitsland of Zweden. Maar tegelijk hebben we ook een relatief groot aantal stakingsdagen – het beste (of het slechtste, afhankelijk van uw voorkeur) van twee werelden, dus.

Erger onder Dehaene

Om de zaken nog wat verder in perspectief te zetten: het aantal stakingen valt nu nog bijzonder goed mee. De spoorwegen tellen zo’n 35.000 werknemers, en er zijn een kleine 7.000 gevangenisbewaarders.

Als je weet dat de totale actieve bevolking van ons land uit zo’n 5 miljoen personen bestaat, dan is de enige conclusie dat meer dan 99 % van de werkende bevolking vandaag normaal aan het werk is.

Zei daar iemand “sociale onrust”? We hebben hier te maken met een mooie paradox: hoe zwakker de vakbond wordt, hoe meer er over geklaagd wordt. De oudere lezers herinneren zich misschien nog de algemene stakingen van november 1993, tegen het besparingsbeleid van premier-Dehaene. Dat waren nog eens echte stakingen. De macht van de vakbonden was toen nog zo groot, dat ook de openbare omroep werd lamgelegd, en ’s avonds was er enkel een testbeeld te zien.

De afgelopen kwart eeuw is de macht van de vakbonden echter danig afgekalfd. Als de gefrustreerde treinreiziger nu toch nog op tijd thuis raakt, dat ziet hij niet langer een testbeeld, maar een eindeloze reeks van klagende lotgenoten, en op twitter kan de vakbondshaat natuurlijk ook niet op.

Conclusie: als de vakbond echt zo machtig was, dan zou er niet zo graag en zo vaak over geklaagd worden.

Tussen conflict en verzoening

Dan blijft er uiteraard nog de vraag waarom er in het zuiden van het land gretiger wordt gestaakt dan in het noorden. Uiteraard is er de rol van oppositiepartijen PS en PTB (het Waalse PVDA), die deze onrust graag gadeslaan.

Er is echter één element dat vaak wordt vergeten in alle krantencommentaren, waarbij de FGTB (het Waalse ABVV) zowat naar het voorgeborchte van de hel wordt verwenst. Politicoloog Luc Huyse omschreef ons land destijds als een permanente “gewapende vrede”. Hij bedoelde daarmee dat ons land gebouwd is op heel explosieve breuklijnen: tussen Nederlandstaligen en Franstaligen, tussen katholieken en vrijzinnigen, tussen arbeid en kapitaal.

Maar tegelijk slagen we er toch in de vrede te bewaren, dankzij allerlei vormen van pacificatie. Dat is een heel fundamenteel inzicht in de Belgische politiek, en Huyse wordt daarvoor recent terecht onderscheiden door de Belgische en Nederlandse verenigingen voor politieke wetenschappen.

De Belgische politiek wordt voortdurend heen en weer geslingerd tussen conflict en verzoening. Aan Vlaamse kant zal dat nog wel lukken, als de CD&V haar traditionele bemiddelende rol terug kan opnemen, en als de N-VA leert te leven met het rijke Vlaamse middenveld. 

Wallonië en Brussel?

Maar aan Waalse kant is elke pacificatie weggevallen. De enige Franstalige regeringspartij, de MR, kan op de steun van 25 % van de Walen rekenen. Of omgekeerd: 75 % van de Waalse bevolking voelt zich totaal niet vertegenwoordigd door deze regering.

Dat gebrek aan legitimiteit laat zich nu voelen: waarom zou de Franstalige publieke opinie zich veel aantrekken van een minderheidsregering?

Zouden de Vlamingen zich inhouden als de Open VLD de enige Vlaamse regeringspartij was? In juli 2014 had men het over een ‘kamikazeregering’, en diverse politicologen waarschuwden toen voor een gebrek aan legitimiteit en draagvlak voor deze regering aan Franstalige kant.

“Gebrek aan draagvlak” klinkt natuurlijk tamelijk abstract en theoretisch. Als straks uw trein niet rijdt, dan weet u meteen ook in de praktijk wat dit theoretische concept eigenlijk betekent.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen