Direct naar artikelinhoud
De brief van Jules

Freek Braeckman, een competitiebeest als jij kan toch nooit tevreden zijn met dergelijke middelmaat

Freek Braeckman.

Geachte heer Braeckman, 

Beste Freek,

Het nieuws dat je na een lange afwezigheid weer op het scherm zou verschijnen, werd in de ruime familiale kring bijzonder enthousiast onthaald. Je werd vertederd ‘ons Freekske’ genoemd en vooral de ­rijpere vrouwelijke fractie deed geen moeite om te ­verbergen dat ze de verloren zoon liefdevol in de armen wilde sluiten. ‘Daar gaan we weer’, dacht ik terwijl ik me je debuut als journaalanker voor de geest haalde.

Jules Hanot.

Het is immers alweer tien jaar geleden dat Vlaanderen kennismaakte met een dasloze en stijlvol ongeschoren jeune premier die meteen promoveerde tot le chouchou de ces dames. Plots leek het andere mansvolk van geen tel meer en werden kwaliteiten en gebreken constant ­afgetoetst aan die van een jong, aaibaar en viriel ­rolmodel dat immuun leek voor menselijke ondeugden. Het prototype van de ideale man, kortom. Eentje die na het plichtsbewust vervullen van de dagtaak na zijn uren thuis en zonder zagen meehelpt met was, plas en ­kinderen en tussendoor de brandweer assisteert bij het blussen van een uitslaande brand, of een marathon in minder dan vier uur afhaspelt.

Na een ezelsdracht werd 'Typisch mensen' eindelijk op de kijkers losgelaten. En dat viel vies tegen

Zo’n Mister Perfect was natuurlijk onhaalbaar voor een onvolmaakte sterveling als ik die zielig zijn toevlucht nam tot goedkope afgunst. Zo heb ik je, in een poging om alsnog een bij voorbaat verloren strijd te winnen, ­meermaals publiekelijk een uitslover en een aansteller genoemd. Een hevige maar gelukkig kortstondige vlaag van zinsverbijstering die je me – als kersvers expert in het menselijke gedrag – hopelijk grootmoedig zal ­vergeven.

Want diep in mijn binnenste was ik natuurlijk stiekem een bewonderaar van de benijdenswaardige jongeman die zich 25 keer naar de Belgische kampioenstitel schermde vooraleer zijn journalistieke roeping te volgen. Een zondagskind dat na zijn studies Germaanse en een korte tussenstop bij de regionale zender AVS en het jeugdjournaal Karrewiet bij de nieuwsdienst belandde, waar hij zich nonchalant en zelfverzekerd tussen gelouterde nieuwscoryfeeën als Martine Tanghe en Jan Becaus nestelde. Twee bakens van zekerheid die zo tot het vertrouwde tv-meubilair behoorden dat ze niemand nog tot zondige en/of onkuise gedachten inspireerden. Dat deed jij blijkbaar wel en precies daarom had ik wat tijd nodig voordat ik me kon neerleggen bij het verpletterende meesterschap van een zwierige nieuwkomer die star quality met ernst en rustige vastheid combineerde.

Behoorlijk schrikken

Maar het is allemaal goed gekomen, Freek. Zo was ik een van je vurigste supporters tijdens de nagelbijtende Slimste mens-finale waarin je letterlijk tot de allerlaatste seconde cool bleef en de toen nog volumineuze Bart De Wever naar de tweede plaats verwees. Ik floot van bewondering toen je met amper vier fouten en als eerste ‘prominent’ ooit het Groot Dictee der Nederlandse Taal won en wist wel zeker dat je tot aan je pensioen Het journaal zou presenteren.

Het was dan ook behoorlijk schrikken toen je besloot om die ‘job voor het leven’ in te ruilen voor een onzeker bestaan als televisionele cafébaas en samen met Tomas De Soete achter de toog ging staan van Café Corsari. Een gedurfde, onherroepelijke en vooralsnog niet helemaal geslaagde carrièrewending. Drie jaar lang was ik stamgast in het Antwerpse Zuiderpershuis. Al moet het me van het hart dat ik er op den duur meer uit gewoonte dan uit interesse kwam en zelfs enige opluchting voelde toen de kroeg de deuren sloot en me van een steeds saaier wordende dagelijkse routine ontsloeg.

En toen was je ineens weg. Van de aardbodem ­verdwenen, leek het wel. Tot ik vernam dat je je achter de schermen had teruggetrokken om af te kicken van een hectisch horecaverleden en in alle rust te broeden op een nieuw programma waarmee je een spetterende comeback zou maken. Ik keek er vol verwachting naar uit in de stellige overtuiging dat reculer zeker voor een perfectionist als jij ook mieux sauter zou betekenen. Het bleef echter maar duren en net toen ik begon te vrezen dat uitstel afstel zou betekenen, werd Typisch mensen na een ezelsdracht eindelijk op de kijkers losgelaten. En dat viel vies tegen. Het zou niet fair zijn het kind al na één aflevering met het badwater weg te gooien, maar na twee jaar intensief brainstormen had ik toch meer verwacht dan dit populair-wetenschappelijk niemendalletje met de okselfrisse Julie Van den Steen als enig lichtpunt. Bovendien had ik op voorhand volop reclame voor jou gemaakt en werd ik – ‘Was het dat maar?’ – dit keer zelf afgerekend op mijn, ik citeer, ‘kritiekloze adoratie’ voor ‘ons Freekske’.

Soms vraag ik me af of je niet beter binnen de veilige cocon van 'Het journaal' was gebleven

Jij kent mij niet. Ik jou wel. Ik was er getuige van hoe je op de Feesten tot Strafste Gentenaar werd verkozen en applaudisseerde enthousiast mee toen je voor de aftrap van een wedstrijd van de Buffalo’s door de burgemeester zelf officieel tot ambassadeur van de gezelligste stad ter wereld werd benoemd. Een eerbetoon dat je minzaam en bescheiden onderging en me deed denken aan mijn beginjaren op de sportredactie toen om de haverklap telexen binnenrolden met als titel ‘Schermer Braeckman opnieuw de beste’.

Precies daarom was ik zo ontgoocheld na de eerste aflevering van Typisch mensen. Een competitiebeest als jij kan toch nooit tevreden zijn met dergelijke middelmaat met ‘verrassende onthullingen’ die vooral open deuren intrappen. Zo vermoedde ik al langer dat mannen liever een boormachine van een soortgenoot kopen, dat wie er centen mee kan verdienen zich beter aan de snelheidsbeperkingen houdt of dat mensen liever niet zeggen hoeveel ze verdienen. Ik weet ook wel dat gedane zaken geen keer nemen, maar soms vraag ik me af of je niet beter binnen de veilige cocon van Het journaal was gebleven in plaats van je op het glibberige pad van het ‘intellectuele entertainment’ te wagen.

De oorlog winnen

Toch laat ik je niet zomaar vallen. Dat doen echte Gentenaars – die niet alleen hun broek op dezelfde schoolbanken hebben versleten, maar in de loop der jaren ook echte tv-kameraden zijn geworden – niet. Wie één veldslag verliest, kan nog steeds de oorlog winnen moet je maar denken, en vroeg of laat komt klasse wel weer bovendrijven. Daarom zal ik speciaal voor jou nog een paar weken naar Typisch mensen kijken. Misschien dat het toch nog wat wordt. Anders volgende keer beter, al hoef je er niet per se weer twee jaar over te doen.

Ik weet zeker dat je veel beter kunt, Freek, en hoop van harte dat je als voormalig topsporter beseft dat je mij en zeker mijn vrouwelijke achterban een klinkende revanche verschuldigd bent.

Met hartelijke groeten,

Je vriend Jules