Begin maar al te trainen. Deze Belgische records wachten al minstens 20 jaar om verbroken te worden

Misschien doet het een belletje rinkelen, de Belgische atleet die vorig jaar op de 1.500m zijn olympisch ticket voor Rio 2016 pakte, maar helaas vijf dagen na de deadline? Wel, dat was Ismael Debjani, sinds afgelopen weekend Belgisch recordhouder 1.500m en dat record was meer dan twee decennia oud. “Het is altijd erop of eronder. En meestal is het erop.”

hjb

“Ik loop verdorie sneller dan Mo Farah”, merkte Ismael Debjani fijntjes op. Mo Farah is veelvoudig olympisch kampioen en wereldkampioen op de 5 en de 10 kilometer, maar ook een begenadigd middellangeafstandsloper. En sinds afgelopen zondag is niet Farah, maar wel Debjani de snelste Europeaan op de 1.500m op de wereldranglijst van dit jaar: zijn 3.33.70 is beter dan het 21 jaar oude Belgische record van Christophe Impens.

Dat is straf, want heel wat Belgische records hebben een houdbaarheidsdatum die moeiteloos een generatie overspant (zie hieronder). Met die chrono figureert Debjani in de top tien van de wereld dit jaar. “Zijn stijl is rechttoe-rechtaan”, zegt Marc Corstjens, gewezen middellangeafstandsloper, ex-Belgisch recordhouder op de mijl en de manager van Debjani. “Veel Belgen zeggen: Ik wacht wel af en zie waar ik uitkom. Hij niet: hij wil de wedstrijd mee kleuren. Het is altijd erop of eronder, en meestal is het erop.”

En zeggen dat Debjani pas sinds zijn twintigste deftig met atletiek bezig is. Op aanraden van zijn mama, die vond dat hij het maar eens moest proberen toen hij als recreant elke jaar in top tien van de 10 Miles van Charleroi eindigde. Debjani is geboren en getogen in Charleroi, waar zijn mama een gezin met drie kinderen bereddert. Hij studeerde voor opvoeder en enkele jaren geleden wilde hij bijna kappen met de atletiek, want er moest ook brood op de plank komen. Een beurs van de Waalse federatie bracht soelaas.

Op zijn eerste grote kampioenschap, het EK vorig jaar in Amsterdam, haalde Debjani meteen de finale. Corstjens: “Als het snel gaat, kan hij niet alleen volgen, maar zijn sprint is bovendien een sterk wapen op internationale kampioenschappen (waar het niet noodzakelijk altijd snel gaat, maar er vooral tactisch wordt gelopen, nvdr.). Of hij ooit kan aansluiten bij de wereldtop? Dan moet hij toch nog enkele seconden sneller. Hij heeft nu al een flinke stap gezet en heeft nog progressie, maar hoeveel is moeilijk te voorspellen. Maar hij is in elk geval geen meeloper, letterlijk en figuurlijk.”

Deze “oudjes” houden stand:

Een Belgisch atletiekrecord breken doe je niet zomaar, want heel wat topprestaties bij de mannen gaan al tientallen jaren mee. Vijf illustere groten uit onze nationale atletiek van wie het record nog altijd overeind staat.

Ivo Van Damme in 1976

Wat als wijlen Ivo Van Damme niet zo jong gestorven was? Wellicht stond er een nóg scherpere chrono op de tabellen, ook al is er geen Belg echt in zijn buurt geraakt.

Vincent Rousseau in 1995

Een topmarathontijd 22 jaar geleden, en ook nu nog een chrono die internationaal niet misstaat en waarbij hij aardig zou standhouden tussen de Kenianen en Ethiopiërs.

Eddy Annys in 1985

Dit jaar heeft niemand in de wereld al zo hoog gesprongen als Eddy Annys meer dan drie decennia geleden. Anders gezegd: nog altijd wereldklasse.

William Van Dijck in 1986

Met zijn ongeëvenaarde techniek schudde Van Dijck een toptijd uit zijn sloffen waar sindsdien geen enkele Belg ook maar van kon dromen.

Ronald Desruelles in 1985

Ook al is er geen eensgezindheid of de toptijd van Desruelles al dan niet reglementair werd gevestigd, de chrono is wel gehomologeerd en Patrick Stevens beet er zijn tanden op stuk.