Direct naar artikelinhoud
Column

''Dat zijn zij! Dat zijn zij!' De geschiedenis herhaalt zich dankzij André van Duin'

Columnist Erik Jan Harmens ziet de geschiedenis zich herhalen middels een scène uit een programma van André van Duin. 'We bleven elkaar die avond, maar ook maanden later nog, maar aanstoten: 'Dat zijn zij! Dat zijn zij!''

André van Duin en Frans van Dusschoten in de trouwzaal-scène.Beeld -

Als ik het liedje 'Toen was geluk heel gewoon' van Gerard Cox hoor, spits ik altijd even de oren bij de woorden: 'We gingen nog in 't bad, haartjes nat. Nog even op.' Omdat die regels mij aan vroeger doen denken, al vond mijn vroeger dan later plaats dan die van Cox, namelijk in de jaren '70. Bovendien hadden wij geen bad maar een douche, met enkel een pisstraaltje, zodat je je lichaam in allerlei standen moest draaien om echt helemaal nat te worden. Wel mochten ook wij in onze pyjamaatjes nog even op - in ons geval met een glas Raak-cola en chips in de smaak naturel, en dan keken we op televisie naar André van Duin.

Mijn meest favoriete scène speelde zich af in een trouwzaal. Frans van Dusschoten was ambtenaar van de burgerlijke stand en André zou in de rol van 'Jacobus van der Kruk' het vak gaan leren. Maar dat ging natuurlijk mis, Van der Kruk gaat de boel lopen saboteren en als hij na een aantal minuten nog altijd niet door lijkt te hebben wie de man en vrouw nou toch zijn die sjiek aangekleed voor 'm zitten en waar eigenlijk het bruidspaar is dat hij in de echt moet verbinden, roept Van Dusschoten compleet wanhopig met hoge rasp-stem uit: 'Dat zijn zij! Dat is toch logisch, dat zijn zij! Wat ben je toch een ezelsveulen, dat zijn zij!' Daarbij wijst hij woedend richting het bruidspaar, waarna Van der Kruk zijn bravoure lijkt te zijn kwijtgeraakt en beteuterd om zich heen gaat staan kijken.

(tekst gaat door onder de video)

Stikken van het lachen
Wij, in onze pyjamaatjes op de bank, stikten haast van het lachen toen we deze scène toendertijd op televisie zagen. We bleven elkaar die avond, maar ook maanden later nog, maar aanstoten: 'Dat zijn zij! Dat zijn zij!' Zelfs decennia later kon ik tegen generatiegenoten zo tussen neus en lippen door 'Dat zijn zij!' roepen en dan wisten ze meteen waar ik het over had. 'Ezelsveulen!' klonk er dan achteraan.

We schaterden ook om het moment in de scène waarop Frans van Dusschoten uit zijn rol valt en zelf in de lach schiet om een grap van Van Duin, iets met een schoonmoeder, wat de meesteraangever tracht te verbergen door een boek voor zijn gezicht te houden. Het publiek in de zaal pikt dit onmiddellijk op en begint te applaudisseren. Jammer genoeg gaan Van Duin en consorten dit succes vervolgens enorm uitmelken; in iedere show daarna valt Van Dusschoten, of Corrie van Gorp, of Hans Otjes (wie? Hans Otjes!), wel een keer uit zijn of haar rol door zogenaamd per ongeluk in de lach te schieten, maar dan allang niet meer spontaan, waardoor het ook niet meer grappig was.

Serieuze kant
Een ander minpuntje was trouwens dat Van Duin verderop in zijn carrière ook per se zijn meer serieuze kant wilde laten zien. Dan had je net een hilarische scène achter de rug en dan zat de komiek ineens in black tie op een barkruk met een microfoon in de hand en zong hij een liedje over vergankelijkheid of vriendschap of doodgaan. Dat was voor ons dan het moment om even te gaan plassen.

Mijn puberzoon had een jaar geleden dankzij YouTube Hans Teeuwen ontdekt. Vooral de scène over het literaire café vond hij ontzettend grappig, wat erg jammer was, want nu klonk voortdurend uit het speakertje van zijn tablet: 'En dan zo'n lekker vadsig wijf, hop voorover. Lekker hengsten! In die natte la! En dan maar raggen!' Mijn zoon had nog niet echt een idee wat bedoeld werd met een natte la, maar zag aan het besmuikte lachen van zijn ouders wel dat deze explicit lyrics eigenlijk niet voor zijn jonge oortjes waren bestemd.

Uiteindelijk waaide die liefhebberij weer over. Twee weken geleden kwam mijn zoon met een paars gezicht de woonkamer binnenwandelen. Hij stikte haast van het lachen, en toen ik 'm vroeg waarom, kon hij nauwelijks uit zijn woorden komen. Pas na een paar minuten wees hij naar het scherm van zijn schootcomputer, waarop een sketch te zien was van André van Duin. 'De Trouwzaal', heette deze, en het enige wat mijn zoon nog wist uit te brengen was: 'Dat zijn zij! Dat zijn zij!'

De tranen stonden in mijn ogen. Soms herhaalt de geschiedenis zich op magnifieke wijze. Lang leve André van Duin.

Erik Jan Harmens is dichter en columnist voor Volkskrant.nl.
@ErikJanHarmens

We schaterden ook om het moment in de scène waarop Frans van Dusschoten uit zijn rol valt en zelf in de lach schiet om een grap van Van Duin, iets met een schoonmoeder, wat de meesteraangever tracht te verbergen door een boek voor zijn gezicht te houden.