Patrick Lagrou en zijn echtgenote moesten zich verantwoorden voor inbreuken op de drugswet, inbreuken op het vennootschapsrecht en het wegnemen van in beslag genomen goederen. Ze werden hiervoor eind januari bij verstek veroordeeld, maar tekenden verzet aan. Ook hun dochter werd bij verstek veroordeeld tot een jaar met uitstel en een boete van 5.500 euro. Zij ging niet in beroep.

Lagrou stond onder meer terecht voor het kweken van cannabis op zijn boerderij in Zandvoorde. De feiten kwamen in 2009 aan het licht tijdens een huiszoeking, nadat zijn garagist een klacht had ingediend. De speurders vonden daarbij een cannabisplantage, 80 kilogram cannabis en een half miljoen euro cash geld. Lagrou kwam nog wel vrij maar werd opnieuw opgepakt omdat hij zijn activiteiten niet staakte. Hij kwam nogmaals vrij en nam de benen naar Thailand. In februari werd hij aan ons land uitgeleverd.

Eind maart werd de zaak op verzet uitvoerig gepleit, in de aanwezigheid van Lagrou en zijn vrouw. Advocaat Sven Mary klaagde daarbij vooral de negatieve beeldvorming van zijn cliënt aan. Er werd gevraagd rekening te houden met een andere veroordeling die Lagrou opliep voor verboden wapenbezit. Voor mevrouw Lagrou vroeg de verdediging de gunst van het uitstel. Het openbaar ministerie vorderde de bevestiging van het verstekvonnis.

Die sprak de rechtbank maandag uit. Patrick Lagrou krijgt 5 jaar effectief, zijn vrouw is veroordeeld tot 3 jaar. Beide krijgen een boete van 5.500 euro. In hoofde van CMP NV, de vennootschap van de Lagrous, wordt ruim 3,4 miljoen euro verbeurd verklaard.