Direct naar artikelinhoud
Tate Modern

Een leger sculpturen van Alberto Giacometti verovert Tate Modern

De 'Femmes de Venises'

Tate Modern wil met de expo Giacometti voor de Zwitser een plaats claimen als grootheid van de twintigste eeuw, naast meesters als Matisse en Picasso. Volledig terecht, want de beeldhouwer die we enkel kenden van zijn dunne bronzen sculpturen maakte véél meer dan dat.

Tate Modern lijkt er een patent op te hebben: prachtig opgebouwde tentoonstellingen die kunst - ook uit begin twintigste eeuw - weer doet vibreren van levenskracht. In Giacometti geeft het museum zijn bezoekers een lesje kunstgeschiedenis aan de hand van zelden geziene objecten, die uitermate dynamisch staan opgesteld.

 Bij veel expo's is de eerste zaal een minder belangrijke intro om wat warm te lopen, maar in Tate Modern is het meteen raak: een leger borstbeelden, in militaire opstelling, staat de bezoeker op te wachten. Ze zijn gemaakt van verschillende materialen, al dan niet beschilderd, in diverse formaten, en in totaal verschillende stijlen: van gedetailleerd realistisch uitgesneden mannen en vrouwen tot gezichten die al meer richting abstractie neigen. Een eerste opstelling als een manifest, want Alberto Giacometti is méér dan de dunne bronzen figuren waarmee hij beroemd werd.

Curator Frances Morris: "De grootste misvatting is dat Giacometti een kunstenaar was die in brons werkt. Dat is hoe hij bekend werd, maar het is niet zijn eerste liefde. Die lag in het handmatig kneden in klei, in het werken met plaaster. Hij wilde de materialen vóélen."

Roaring twenties

Verder is de tentoonstelling chronologisch opgebouwd. De kunstenaar, die in 1901 geboren werd in Zwitserland, verhuisde in de roaring twenties naar Parijs. Daar raakte hij beïnvloed door diverse kunstenaars en stijlen. Hij neigt richting kubisme en surrealisme in een rij rustig opgestelde sculpturen, waarvan enkel de titels je nog een aanwijzing geven over waar je naar staat te kijken: Woman, Gazing Head. "Een andere misconceptie", zegt Morris, "is dat hij in duidelijk afgelijnde fases werkte die hij nadien achter zich liet. Ik denk dat Giacometti het surrealisme en het kubisme nooit helemaal de rug heeft toegekeerd."

► De retrospectieve in Tate Modern overspant het hele oeuvre van Giacometti, met op het eind zijn bekende uitgerekte figuren.

Zijn werk draagt dan ook de goedkeuring weg van André Breton, die hem in een uitgestalde brief aanschrijft als "Très cher Enfant et Ami". Andere persoonlijke objecten die in Tate getoond worden, zijn Giacometti's schetsboekjes. Wonderlijk om die intieme voorwerpen te mogen aanschouwen, een bijzondere inkijk in het verleden die je dichter bij de kunstenaar brengt.

En dan moet het beste nog komen: een vitrinekast waarin prachtige kleine sculpturen te zien zijn in een grandioze opstelling. Vrouwenfiguren, borstbeelden van mannen en kinderen, sommige echt minuscuul en toch met een gigantische zeggingskracht. Daarover zei Giacometti zelf: "Door iets te maken van een halve centimeter groot, heb je meer kans om het universum te vatten, dan als je de hele hemel probeert te maken."

Elk beeldje krijgt, ondanks de beperkte grootte, veel ruimte en wordt mooi uitgelicht. Het verhaal achter deze werkjes: Giacometti ging zijn moeder in Genève opzoeken en raakte nadien het bezette Frankrijk niet meer binnen. Dus woonde en werkte hij in een hotelkamer in Genève, een tijdelijke refuge waar hij noodgedwongen kleine beeldhouwwerkjes maakte. Zijn broer Diego hield in Parijs de studio van Giacometti recht.

Tate kent de kunst van het tonen van kunst

Na de Tweede Wereldoorlog gaat hij de fase van zijn carrière in die iedereen kent. Hij blijft menselijke figuren maken, maar ze worden steeds groter, en tot zijn eigen verbazing ook steeds dunner. Giacometti: "Ik wilde aan een bepaalde grootte vasthouden, en ze werden smal. Hoe breder ik ze wilde maken, des te dunner werden ze." Zijn goede vriend en existentialist Jean-Paul Sartre schreef een invloedrijk essay over de slanke, uitgerekte figuren van de beeldhouwer. Volgens hem verwijzen ze enerzijds naar het trauma van de oorlog, deze fragiele figuren die recht uit de concentratiekampen lijken te komen. Maar anderzijds zijn ze ook elegant en sterk, en reiken ze naar de hemel. 

Met die lange, smalle figuren bleef Giacometti verder experimenteren. Voor zijn deelname aan de Biënnale van Venetië in 1956 maakte hij zijn Femmes de Venise, een groep van negen vrouwenfiguren uit plaaster - allemaal gemodelleerd naar zijn geliefde Anette. Voor het eerst in zo'n zestig jaar is deze groep sculpturen (althans acht van de negen) weer samen te zien, zoals oorspronkelijk bedoeld door de kunstenaar.

► Annette IV van Giacometti. 'Brons was niet zijn eerste liefde', zegt curator Frances Morris.

Giacometti heeft een bijzondere band met Tate, die het museum dan ook graag belicht. "In 1965 heeft hij veel tijd doorgebracht in Tate", zegt Morris. Hij werkte toen ter plekke enkele sculpturen af in de kelder, want hij vond het moeilijk om ze als voltooid te beschouwen en los te laten. "Hij vertelde tegen het museumpersoneel over het belang van natuurlijk licht. Voor deze opbouw hebben we aandachtig gekeken naar hoe Giacometti zijn werk zelf opstelde. Hij dacht bijvoorbeeld héél goed na over de hoogte waarop zijn werk gezien moet worden, dus waar mogelijk hebben we de sculpturen rechtstreeks op de grond gezet."

De opstelling is een grote sterkte in Giacometti. Tate kent de kunst van het tonen van kunst. Een prachtige tentoonstelling met rust en ruimte, en vooral met beeldhouwwerken uit de vorige eeuw die vandaag nog even levendig zijn als toen ze vers uit het atelier van de kunstenaar kwamen.

Tot 10/9 in Tate Modern, Londen. tate.org.uk

Bij vertoon van uw Eurostar-ticket kan u 2 tentoonstellingen zien voor de prijs van 1.