Direct naar artikelinhoud
Podium

Inschepen maar: Wunderbaum maakt cruisetocht als experiment

Theatergezelschap Wunderbaum.

Schrijver David Foster Wallace vond luxueuze cruises het toonbeeld van de existentiële leegte van de moderne mens. Theatergezelschap Wunderbaum liet zich door hem inspireren en scheepte zich in. Inclusief optreden aan boord, met rampzalig resultaat.

Ze draagt een glitterbadpak zoals we dat wel zien bij kunstschaatsshows. Enigszins aarzelend begint actrice Wine Dierickx, in het Duits, op te sommen wat ze aan boord van het cruiseschip AidaPrima zoal heeft gegeten. "Sämige, crèmige kleine Törtchen bijvoorbeeld, in restaurant Fuego kun je die gewoon pakken. En als je niet kan kiezen, neem je er vier, of vijf. Ist egal. Sie sind ja klein."

Licht verward maar welwillend kijkt haar publiek toe - zo'n tweehonderd Duitse opvarenden van de AidaPrima, die deze avond ligt aangemeerd in Rotterdam. Dierickx verzorgt daar met het Rotterdamse acteurscollectief Wunderbaum eenmalig het entertainmentprogramma in boordnachtclub The Nightfly. Dat is even wennen: normaal krijgt het publiek hier Duitse komieken en Oekraïense paaldanseressen te zien. 

En nu dus Dierickx, die, eenmaal op stoom, minutenlang doorgaat met haar overvloedige etenswarenmonoloog, nu over dat andere boordrestaurant, Bella Donna, waar ze reuzengarnalen at, en spaghetti vongole en 'Hänchenbrust im Speckmantel mit Sahnesosse und Kartoffeln'. Smakelijk bespreekt ze de Vanillekuchen en Marmorkuchen bij het ontbijt. Het roerei en de zeven soorten kaas. De onweerstaanbare Schoko-croissants, Pfannkuchen en Würstchen, alles mini. Alles was even lekker, aldus Dierickx, dus alles wordt gememoreerd. Want vanavond vertellen de acteurs over hun 'unvergessliche Momente' aan boord.

Het publiek mag verbaasd zijn, ook Wunderbaum treedt uit zijn comfortzone: deze gesubsidieerde theatergroep speelt doorgaans in schouwburgen en op theaterfestivals, voor een uitgesproken kunstminnend publiek. Aan de opvarenden van het cruiseschip verontschuldigen ze zich vooraf: 'We waren nog niet eerder entertainers. Das ist ein Experiment.'

Ein Experiment

De groep doet dit experiment in het kader van een nieuwe voorstelling, Schrecklich amüsant aber in Zukunft ohne mich, naar het reisverslag van de invloedrijke Amerikaanse schrijver en essayist David Foster Wallace (1962-2008) over zijn Caraïbische cruise (A supposedly fun thing I'll never do again, 1997). Op 6 juni gaat de voorstelling in première op het prestigieuze festival Theater der Welt in Hamburg. In februari maakten de zes (vier acteurs, een muzikant en een fotograaf) daarom bij wijze van research de AidaPrima-Noordzeetrip: van Hamburg naar Southampton en via Le Havre, Zeebrugge en Rotterdam weer terug.

Via via kwam de kans om ook aan boord te spelen. Niet in de centrale arena, waar doorgaans illusionisten en acrobaten optreden voor zo'n duizend man, maar in de kleine, intieme nachtclub aan boord. Doodeng, aldus Walter Bart, maar belangrijk om te doen. "Zo konden we onszelf kwetsbaar maken. Het zou te makkelijk zijn om alles op superieure afstand te blijven beschouwen."

Als de groep aan de cruisepassagiers een tikje moralistische, pro-Europese oproep doet, ironisch verpakt in het nummer 'Ich bin wie du', is de maat vol

In The Nightfly zitten de toeschouwers op roze pluche genoeglijk aan hun halve liters bier, met limonadeglazen pinda's binnen handbereik. De avond begint goedmoedig, als de Duitse presentator Wunderbaum aankondigt na een reeks Rosse Buurt-moppen. "Ik klopte op het raam en vroeg naar de prijs. Zij zei: 500 euro. Ik: 500 euro! Dat is wel duur! Zegt zij: ja, het is dubbel glas."

Maar tijdens de show slaat de sfeer om. Als acteur Matijs Jansen met het publiek een lyrische softpornofantasie over Angela Merkel deelt, wordt hier en daar nog besmuikt gegniffeld. Wine Dierickx in Merkelkostuum, dat gaat nog net, hoewel in het zaaltje wel een lichte gêne voelbaar wordt. Maar als de groep daarna aan de cruisepassagiers een tikje moralistische, pro-Europese oproep doet, ironisch verpakt in het nummer 'Ich bin wie du', is de maat vol. In plukjes haken de opvarenden ostentatief af. Na de pauze - Wunderbaum speelt twee keer een half uur - is de helft van het publiek vertrokken.

Spot en ernst

Na afloop van hun optreden is de groep bedrukt. "Ik dacht dat wij humoristisch, toegankelijk theater maakten", zegt actrice Maartje Remmers.
Walter Bart: "We hebben het onderschat. Ik denk dat ze het als kritiek ervoeren en daar zaten ze niet op te wachten."
Remmers: "Ze liepen gewoon weg!"
"Als we nu maar twintig keer ofzo hadden kunnen optreden", verzucht Dierickx met spijt. 'Dan hadden we..."

Auteurscollectief Wunderbaum

Maar nee, het blijft bij deze ene keer: het hoofd entertainment van Aida ziet niets in een verdere samenwerking. Dat betreuren ze oprecht. Desondanks levert ook deze mislukking onmisbaar materiaal op.

Het werk van Wunderbaum is vaker een soort artistiek-maatschappelijk-therapeutisch zelfonderzoek, waarin de groep met een innemende mengeling van (zelf)spot en ernst de hedendaagse samenleving analyseert. In het vorig jaar afgeronde, vier jaar overspannende project The New Forest waren hun voorstellingen artistiek verpakte suggesties voor verbetering van bijvoorbeeld de zorg (Hospital, 2013), Europese asielwetgeving (De wet, 2014) en de participatiemaatschappij (We doen het wel zelf, 2015).

In het streven om echt iets te dóén voor de samenleving ontdekten ze een verwantschap met het oeuvre van David Foster Wallace, vertelt Remmers. "Hij wilde misstanden in de samenleving niet alleen constateren en bevragen, zoals kunstenaars vaak doen, maar ook oplossingen aandragen. Hij was ervan overtuigd dat je als kunstenaar verandering kan bewerkstelligen."

De acteurs lazen zijn essay On television and U.S. Fiction (1993), over ironie, waarin Wallace zijn aperte hekel uit over mensen die alles tussen aanhalingstekens zeggen, met dat vingergebaar erbij, of achter je rug 'duh' doen, met van die rollende ogen. Walter Bart: "Hij schrijft ergens dat hij op een feestje een hele avond praat met een ironisch persoon en zich na afloop verkracht voelt."

Wallace was een aanhanger van The New Sincerity, een Amerikaanse beweging van kunstenaars die de postmoderne, alomtegenwoordige ironie afwijst. Remmers: "Volgens hem was ironie van kritisch instrument tot doel geworden. Alles is ironisch, niemand méént meer iets. Hij constateerde dat het als kunstenaar haast onmogelijk was je uit te spreken voor een betere samenleving, zonder voor sentimenteel of naïef te worden versleten."

Direct verslingerd aan Wallace verslonden ze zijn essay This Is Water, de postume roman The Pale King en delen uit het 'onleesbare meesterwerk' Infinite Jest. Maar om zijn prismatische ideeënwereld in de voorstelling enigszins te kanaliseren, was een verhaal nodig, een concrete situatie, personages, een spanningsboog. Dat alles bood A Supposedly Fun Thing. Jansen: "Het is een van zijn meer toegankelijke boeken, geestig en ontroerend, maar tegelijk ook alarmerend. Mooi, gelaagd materiaal voor ons dus."

Herkenbaarheid

In het boek beschrijft Wallace zijn volledig verzorgde week in de Caraïben aan boord van het luxe cruise-schip MS Zenith. Geestig en nauwgezet doet hij verslag van het leven en de gebruiken aan boord, tot in de verbijsterendste details. Hoe hij bij het zwembad door de standvastige badmeester steeds meteen een verse handdoek krijgt opgedrongen, zodra hij maar een centimeter van zijn stoel komt. Hoe hij een obsessie ontwikkelt met zijn verbluffend punctuele, vliegensvlugge, onzichtbare schoonmaakster, die hij ondanks verwoede pogingen nooit te zien krijgt. Hij analyseert scherp de hiërarchie van de bemanning en het personeel, en houdt een hilarische lofzang op zijn luxe badkamer. 

Even genadeloos als empathisch zijn zijn beschrijvingen van de opvarenden, zijn tafelgenoten en de vaste ober van tafel 64 in vijfsterrenrestaurant Caravelle, waar hij elke avond dineert. Uiteindelijk, haast ongemerkt, groeit zijn reportage uit tot een impressionistisch essay over de zorgwekkende existentiële leegte van de moderne mens. Hoewel de AidaPrima een minder luxueuze cruise is - prijzen beginnen bij 600 euro voor een week in een hut zonder ramen - herkenden de Wunderbaum-acteurs op hun trip veel van wat Wallace beschrijft.

Op avonden dat de boot bij een stad ligt aangemeerd, moet het entertainment aan boord ze op het schip houden

Minder luxueus klinkt trouwens wat vreemd als je de feiten op een rij zet. De AidaPrima, die plek biedt aan vierduizend passagiers, is 300 meter lang en heeft 18 dekken. Aan boord zijn 12 restaurants, 3 snackbars, 14 cafés en barretjes, een nachtclub, poolbar, silent disco, kinderopvang en een kookstudio. De acteurs volgden aan boord zumbalessen, deden yoga in de zenlounge of gingen op excursie. Zo bezocht Walter Bart in Southampton het Titanic-museum en nam Maartje Remmers bij Le Havre deel aan de Calvados & Camembert-tour, waarvoor ze tien uur lang in de bus bleek te moeten zitten.

Aan boord is een chronisch gebrek aan buitenlucht en daglicht (het dek opgaan is in februari op de Noordzee nauwelijks een optie) en de thermostaat staat consequent op verzorgingshuistemperatuur. Dat gecombineerd met het royale winkelassortiment en het 24-uurs entertainment, wekt sterk de associatie met een vliegveld. Of, zoals Walter Bart het formuleert: "Het is een soort drijvende V&D. Je merkt nauwelijks dat je vaart."

De hut is de vijand

Desondanks worden de passagiers van de AidaPrima voortdurend meegenomen in een spannend, nautisch narratief, zelfs al zitten ze consequent binnen. Bart: "De tv's aan boord schakelen continu over op nautische feiten, zoals de aankomst in Zeebrugge, en dan zie je zo'n Filippino die een tros om de bolder slaat, op muziek. Terwijl wij allemaal binnen zijn! 's Nachts worden die beelden op Aida TV de hele nacht herhaald. De reis is een mix van Expeditie Robinson, Tell Sell en Big Brother."

Dat was stiekem soms best meeslepend, erkent Matijs Jansen. "Ik kreeg kippevel bij het vertrek in Hamburg, met groots vuurwerk en muziek. Maar gedurende de week merk je dat al dat spektakel vooral moet verhullen dat er niets gebeurt. Eigenlijk is er geen ene reet te doen, behalve consumeren. Je gaat van maaltijd naar maaltijd. De voornaamste opdracht van Aida is te zorgen dat mensen zo veel mogelijk geld uitgeven aan boord."

"De hut is de vijand", vertelde een personeelslid hem. De organisatie wil te allen tijde voorkomen dat passagiers daar te veel tijd doorbrengen. Op avonden dat de boot bij een stad ligt aangemeerd, moet het entertainment aan boord ze op het schip houden.

Niet eenzijdig ridiculiseren en, net als Wallace, bij voorkeur niet ironiseren, dat is voor de groep nog best een uitdaging

Jansen: 'Ik ging me meer en meer gemanipuleerd voelen.' Dat werd nog erger aan het einde van de reis, toen al het boordentertainment erop gericht leek de volgende Aida-cruise te verkopen.
Bart: "Dan roepen ze de hele tijd: 'Auf Aida-sehen!''
Dierickx: '"Urlaub ist Aida!"
Jansen: "Sowieso wordt aan het eind van de reis de naam Aida steeds vaker genoemd."
Bart: "En dan zijn er plotseling shows waarin nieuwe reizen worden verkocht, die worden aangekondigd als een soort primeur: 'Morgen hier: de Caraïben! Ze worden nú bekendgemaakt, de vaardata van volgend jaar. Dames en heren, u kunt nú boeken!' Er is aan boord ook een reisbureau."

Aan het eind van de cruise krijgen passagiers een gepersonaliseerde Aida-dvd mee, met hun hoogsteigen unvergessliche Momente aan boord. Unvergessliche Momente - niet toevallig ook het thema van Wunderbaums controversiële avond in de Nightfly.

Jansen: "Die hele cruise is een zichzelf verkopend mechanisme. Er zijn subdoelen en afleidingsstrategieën, maar het enige doel is dat je aan het eind een nieuwe reis boekt. Je wordt steeds lekker gemaakt met een belofte, die helemaal niet kan worden waargemaakt, maar je blijft het proberen, ernaar zoeken en er geld aan uitgeven - wat onvrede en frustratie voedt."

Toch herkennen de acteurs wel iets van wat de passagiers zoeken aan boord. Ontspanning, comfort, afleiding, plezier, zo gek is dat allemaal niet. Het is in de voorstelling straks dan ook nadrukkelijk niet de bedoeling het cruisepubliek te ridiculiseren. Jansen: "We zijn kritisch op het mechanisme, niet op de mensen."

Remmers: "Op zo'n cruise word je gepamperd en verzorgd en dat is natuurlijk aantrekkelijk, maar op een bepaalde manier is het ook vluchtgedrag. Je ontneemt jezelf de kans om waardevolle keuzes te maken, schrijft Wallace. Het is gemakkelijk, maar biedt weinig betekenis of diepgang, omdat er geen ruimte is voor echte ervaringen en echt intermenselijk contact. Zijn boek is een poging om mens te blijven in die machine."

Niet eenzijdig ridiculiseren en, net als Wallace, bij voorkeur niet ironiseren, dat is voor de groep nog best een uitdaging. Dierickx: "Ik was me niet zo bewust van onze ironische toon, maar het wordt wel vaak over ons gezegd. Het is kennelijk een stijlmiddel waar we makkelijk op terugvallen."

Hoe dat nu te voorkomen?

Walter Bart: "De sleutel ligt denk ik in de personages in het boek, die wij ook op toneel brengen. Schoonmaakster Petra, ober Tibor, zijn vrienden aan tafel 64. We proberen om van die personages levensechte mensen te maken. Daarmee wekken we hopelijk empathie bij het publiek."

Want empathie, denken ze, is het antwoord op ironie. Verbinding zoeken in plaats van op afstand blijven. Remmers: "In This Is Water schrijft Wallace dat hoewel we niet meer religieus zijn, we het nog wel nodig hebben om ergens in te geloven, al is het maar vriendschap. Die hunkering om deel te zijn van iets groters, om ergens bij te horen, is essentieel menselijk. Het publiek van een theatervoorstelling zoekt dat, maar passagiers op een cruise net zo goed."