Akkoord haalt lont uit Oekraïens kruitvat

Zes uur duurden de gesprekken in Genève. Niemand gaf op voorhand een cent voor een goede afloop, maar uiteindelijk konden de vier ministers van Buitenlandse Zaken – Sergej Lavrov, Andrii Desjtsjitsja, John Kerry en Catherine Ashton – eensgezind melden dat ze een stappenplan hadden bereikt om de gevaarlijke situatie in het oosten van Oekraïne te ontmijnen.

De vier kwamen overeen dat:

alle partijen zich onthouden van geweld of provocaties;

illegale groeperingen ontwapend worden en bezette gebouwen in het oosten van het land ontruimd;

pro-Russische demonstranten die deelnamen aan de opstand tegen de nieuwe, pro-westerse regering in Kiev, amnestie moeten krijgen, behalve zij die schuldig zijn aan een ernstig misdrijf;

er een brede, nationale dialoog wordt georganiseerd over de hervorming van de grondwet en meer autonomie voor de regio’s.

Monitors van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), onder wie drie Belgen, gaan toezien op de uitvoering van het akkoord.

Na afloop onderstreepte Lavrov nogmaals het belang van grondwettelijke hervormingen – voor Moskou is de federalisering van Oekraïne een cruciaal punt.

Zijn Oekraïense, Europese en Amerikaanse collega’s waarschuwden dan weer dat woorden op papier niet volstaan en dat snel duidelijk moet worden dat het akkoord ook echt wordt uitgevoerd. Kerry maakte duidelijk dat het van Moskou verwacht dat het de pro-Russische betogers in toom houdt. Als de EU en de VS geen vooruitgang zien, volgen er alsnog sancties, besloot hij.