Met dit wetsontwerp wordt overlast door wedkantoren aan banden gelegd

De bewoners van de Kapelstraat in Hoboken overvinden naar eigen zeggen overlast door een wedkantoor. De klanten van de zaak, waar vooral gewed kan worden op sportwedstrijden, parkeren dubbel of op het trottoir en rijden aan hoge snelheid achteruit door de eenrichtingsstraat. Ze laten hun sigarettenpeuken achter op de stoep en als het koud is, gaan ze roken in het portiek van een appartementsgebouw aan de overkant van de straat. Geregeld zou er ook gevochten worden.

Als het een café zou zijn, zou de burgemeester dankzij de nieuwe gemeentewet kunnen ingrijpen. “Maar tegen een wedkantoor kan een burgemeester weinig beginnen”, zegt Koen Van Heddeghem van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). “De uitbaters krijgen hun vergunning van de Kansspelcommissie en kunnen zich daarachter verschuilen als ze klachten krijgen. De burgemeesters geven de kansspelcommissie wel advies bij het uitreiken van de vergunning, maar we stellen vast dat dat advies niet altijd wordt gevolgd.”

Stok achter de deur

Ook Carine Leys, fractieleidster van N-VA Antwerpen, stelt vast dat het moeilijk is om op te treden tegen de overlast. Zij woont zelf in Hoboken, niet ver van het bewuste wedkantoor. “Er worden wel pv’s opgesteld, maar het is moeilijk om de vaststellingen te linken aan het bewuste kantoor. Terwijl het voor de buurtbewoners wel duidelijk is waar de problemen vandaan komen.”

Aan dat gebrek aan slagkracht komt nu mogelijk een eind, want minister van Justitie Koen Geens (CD&V) werkt aan verschillende koninklijke besluiten en wetsontwerpen om de kansspelwet te updaten. “De bescherming van de speler staat hoog op de agenda, maar ook de beperkte slagkracht van de gemeenten is mij bekend”, zegt Geens. “In mijn wetsontwerp, waar alle partijen het trouwens mee eens zijn, wordt voorzien dat de wedoperator een convenant afsluit met de gemeente als voorwaarde voor het verkrijgen van een vergunning van de kansspelcommissie. Het convenant bepaalt waar de kansspelinrichting wordt gevestigd, alsook de openings- en sluitingsuren.”

Van 1.000 naar 600

Het wetsontwerp kwam tot stand in samenspraak met de VVSG. “Het belangrijkste is dat de steden en gemeenten een stok achter de deur hebben”, zegt Koen Van Heddeghem. “In het convenant zou bijvoorbeeld ook een moraliteitsonderzoek kunnen worden opgenomen.” Zo’n onderzoek zou verhinderen dat iemand die veroordeeld is voor pakweg fraude of witwaspraktijken, een toelating zou krijgen zijn om een wedkantoor in te richten.

In het wetsontwerp wordt ook voorzien dat een wedkantoor niet mag worden gevestigd in de buurt van scholen, ziekenhuizen en plaatsen die vooral door jongeren worden bezocht, tenzij de gemeente dat om een bepaalde reden toch toestaat.

Verder zou ook het aantal bestaande wedkantoren teruggedrongen worden. Momenteel mogen er maximaal duizend wedkantoren of kansspelinrichtingen klasse IV, zoals de wet ze definieert, een vergunning krijgen. Dat aantal zou teruggebracht worden naar zeshonderd, terwijl er op dit moment 685 wedkantoren zijn. Er zouden geen kantoren gesloten worden, maar er zouden dus ook geen meer mogen bijkomen.

Dag en nacht verschil

Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) vraagt al langer om beter te kunnen optreden tegen de kantoren. “Ik hoop dan ook dat Minister Geens de hervorming op de kansspelwetgeving snel en succesvol kan afronden”, zegt hij.

Het wetsontwerp wordt binnenkort voorgelegd aan de ministerraad en hier en daar klinkt de hoop dat het nog voor de zomer gestemd kan worden. “De mogelijkheid tot een convenant lijkt misschien maar een kleine maatregel, maar voor de bestrijding van overlast is het dag en nacht verschil”, zegt N-VA-volksvertegenwoordiger Johan Klaps, die de materie mee opvolgt.

Het Hobokense wedkantoor dat ervan beschuldigd wordt voor overlast te zorgen, wilde gisteren niet reageren.