Direct naar artikelinhoud
Huis van Hiele

Jeroen Olyslaegers: "Je kunt de Vlaming niet begrijpen zonder zijn wrok"

Schrijver Jeroen Olyslaegers: "Ik weet niet of mijn zoon beseft dat dit boek eigenlijk een lange brief aan hem is. Ach, hij is 22, hij is zijn eigen weg aan het zoeken."Beeld Bob Van Mol

Woest is Jeroen Olyslaegers (49). Op de politieke puinhoop, op de Vlaams-nationalisten van nu, op ‘bureaucratische natuurramp’ Joke Schauvliege. En toch heerst uiteindelijk het optimisme. En het mededogen. "Ik zie de Vlamingen graag."

en

We zouden hem mals kunnen noemen. Evenzeer kunnen we hem verwensen. Maar goed, de regen valt dus in Koksijde. “De weermannen kennen er niets van”, zegt de altijd glimlachende Shannah, gastvrouw bij Willem Hiele. “Dertig graden hadden ze voorspeld. En de hele dag zon.” Ach, zegt Jeroen Olyslaegers, straks wordt het vast beter. “Het is een voorspel.” Shannah lacht luidop deze keer.

Olyslaegers is geen man bij wie het ijs moet breken. Al van zodra hij bij ons in de auto zat om naar de kust te rijden, had hij zelf voor de dooi gezorgd. Had hij verteld over zijn moeder, zijn vrouw, zijn broer. “Hij sms’te me net dat zijn nieuwe jobcontract getekend is. Heel zijn leven heeft hij in een bandencentrale gewerkt. Nooit geklaagd, altijd hard gewerkt, ook met angst voor een rug die het zou kunnen begeven. Maar op een gegeven moment zei hij: ‘Ik wil mijn lichaam een hoop ellende besparen. Ik moet ander werk zoeken.’ Hij is bang dat het hem zal vergaan zoals mijn vader, die veel te vroeg gestorven is. En dus heeft hij een andere job gezocht. Hij kan nu beginnen in de slagerij van een supermarkt. Zo blij dat ik ben voor hem.”

Fintro Literatuurprijs

Zelf beleeft Olyslaegers ook de tijd van zijn leven. Zijn roman Wil, die vorig jaar rond deze tijd uitkwam, heeft een indrukwekkend parcours gereden. Hij won de Fintro Literatuurprijs (de vroegere Gouden Uil), de Confituur Boekhandelsprijs en de Ultima van de Vlaamse Cultuur in de categorie Letteren, hij werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs, en kreeg lovende recensies. (De ECI Literatuurprijs zit er trouwens ook nog aan te komen, de longlist voor die vroegere AKO Literatuurprijs wordt eind augustus bekendgemaakt.)

Mocht u toch nog niet weten waar de roman over gaat: Wilfried Wils is hulpagent in het Antwerpen van de Tweede Wereldoorlog en terwijl er een meedogenloze jacht op Joden plaatsvindt, probeert hij zelf te overleven door voortdurend heen en weer te pendelen tussen verzet en verraad. Als Wils oud is, vertelt hij zijn verhaal aan zijn achterkleinzoon.

Door het succes van Wil zijn Wij en Winst, de twee andere romans van zijn W-trilogie, nu ook opnieuw uitgegeven. Daar is hij erg gelukkig mee. “Het doet pijn als een boek waar je twee jaar aan gewerkt hebt na zes weken al uit de boekhandel verdwijnt omdat het niet verkoopt. Door Wil kan ik voor die twee romans nu dus een soort revanche op de tijd nemen.”

''Wij' heeft mij geëmancipeerd als schrijver. Door dat boek ben ik echt een romancier geworden'
Jeroen Olyslagers

Is er voor uzelf een verschil in appreciatie ­tussen die drie ­boeken? Ziet u Wil liever dan de andere twee?

Jeroen Olyslaegers: “Wij heeft mij geëmancipeerd als schrijver. Door dat boek ben ik echt een romancier geworden. Winst was een boek dat ik móést schrijven. En het móést ook uitkomen in 2012, een belangrijk jaar voor mij, vol protesten die het jaar daarvoor door onder andere Occupy Wall Street op gang waren gebracht. Toen ik Wil aan het schrijven was, voelde ik na een tijdje al dat ik klaar was om boven mezelf uit te stijgen. Dat dit iets groots ging worden.

“Dat had alles te maken met de stem van Wilfried Wils die ik in mijn hoofd hoorde. Iets wat ik nog nooit had meegemaakt. In de eerste versie van de roman hoorde ik die stem overigens nog niet. Die was nog veel afstandelijker. ‘Goed gedaan’, was alles wat ik ervan kon zeggen. Maar hoe kun je nu over zo’n onderwerp een boek schrijven dat niet meer dan ‘goed gedaan’ is?”

Is er dan iemand geweest die u zei dat er iets ontbrak?

“Ik wist toen zelf al dat de structuur te ingewikkeld en het verhaal te steriel was. Maar Harold Polis, die toen nog bij De Bezige Bij werkte, stelde een cruciale vraag aan mij. 'Voor wie is het boek bedoeld?’, vroeg hij. En ik antwoordde: ‘Jongeren van 18 of 20 jaar’. Toen hij zei dat dat niet ging lukken met de versie die er toen lag, dacht ik: waarom zou ik het niet expliciet maken in de structuur van het verhaal dat ik die jongeren wil bereiken? En toen kwam het idee van een overgrootvader die zijn verhaal vertelt tegen zijn achterkleinzoon.

“En zo vertel ik dit verhaal ook aan mijn eigen zoon. Het boek is zelfs aan hem opgedragen. Maar ik weet op dit moment niet of hij het gelezen heeft. Zo belangrijk is het ook niet. Sommige boeken hebben tijd nodig, weet ik zelf ook uit ervaring.”

Jeroen Olyslaegers: 'Mijn eigen vader maakte me ooit duidelijk dat het veel gemakkelijker is om te praten met je kleinkind dan met je eigen kind. Ik heb dat altijd weggelachen.'Beeld Bob Van Mol

Allicht hebt u met uw zoon wel gesproken over het boek?

“Nee, toch niet. Ik zie hem niet zo veel meer. We hebben wel contact, maar over dat soort dingen praten we niet. Ik weet niet precies wat het is. Mijn eigen vader maakte me ooit duidelijk dat het veel gemakkelijker is om te praten met je kleinkind dan met je eigen kind. Ik heb dat altijd weggelachen. Maar er is wel iets tussen ouder en kind waardoor bepaalde zaken altijd ongezegd blijven. Ik zie dat ook bij andere mensen.

“Hij was er wel bij op de boekvoorstelling, maar ik weet dus niet of hij beseft dat dit boek eigenlijk een lange brief aan hem is. Ach, hij is 22, hij is zijn eigen weg aan het zoeken.”

U wilde jongeren bereiken met uw boek. Is dat ook gelukt, denkt u?

“Het eerste deel van het boek heb ik ingelezen en het is gratis te down­loaden op SoundCloud. Het was mijn bedoeling om een tournee te doen langs scholen waarbij de jongeren luisteren naar het eerste deel, het tweede deel lezen, en ik het derde deel voorlees in de klas. Maar ik heb zo veel verzoeken van scholen gekregen dat ik het even niet meer kan bolwerken. Toch zou ik het moeten doen. Het is een opdracht, vind ik.”

Een maatschappelijke opdracht?

“Precies. Ik vertrouw het geheugen niet. We raken steeds minder bekend met de geschiedenis. Mijn moeder kan aan de woorden ‘Bosch’ en ‘Breugel’ direct ‘15de eeuw’ en ‘16de eeuw’ verbinden. Zulke oriëntatiepunten zijn er bij haar ingehamerd. Mijn generatie heeft dat al veel minder, en de generatie na mij heeft het helemaal niet meer. Voor een romancier is het een groot voordeel dat de geschiedenis tabula rasa is. Het is als onbetreden sneeuw. Daarom begint Wil ook op die manier.

Als je wat research doet, zie je dat het gedoe met immobiliën in Antwerpen al begint bij de Spaanse omwalling. Het oneigenlijke gebruik van publieke middelen vanwege machtshonger is eerder de regel in plaats van de uitzondering

“Maar het nadeel is wel groot. Zoals Edmund Burke (18de-eeuwse filosoof en politicus, red.) zei: ‘Those who don't know history are destined to repeat it’. Vandaag is er veel verontwaardiging over corruptie bij politici. Wat een schepen zoals Rob Van de Velde (N-VA) deed, die voor hij ontslag nam zijn deur openzette voor de immobiliën­sector, is een aberratie, zegt de oppositie. Maar dat klopt niet. Mijn volgende roman zal over de 16de eeuw gaan, en als je wat research doet, zie je dat het gedoe met immobiliën in Antwerpen al begint bij de Spaanse omwalling. Het oneigenlijke gebruik van publieke middelen vanwege machtshonger is eerder de regel in plaats van de uitzondering. Ik denk dat het gezond is dat we dat weten.”

Waarom Wil zo aanslaat bij de lezers, is nog altijd een groot mysterie voor hem, zegt Olyslaegers. “Wat er wellicht mee te maken heeft, is dat ik drie jaar geleden voor mezelf heb uitgemaakt dat ik het beu was om mooi uitgegeven boeken te schrijven die maar enkele weken in de winkel liggen. Ik heb toen bewust gezegd: vanaf nu ga ik mensen bereiken. Boeken schrijven die voor een breed publiek bestemd zijn, en daar geld mee verdienen.”

Dat doet wat denken aan een muzikant die een hit schrijft en zich daarna herhaalt om opnieuw een hit te scoren.

“Dat is een risico, ja. Maar schrijven is sowieso een risico. En wat zou er erg aan zijn? Ik schrijf 23 jaar. Mijn oeuvre bewijst dat ik voortdurend geprobeerd heb om mezelf te vernieuwen. Is het dan verkeerd als je bestendigt wat je hebt?

“In herhaling vallen is trouwens heel relatief. Als schrijver vertel je eigenlijk altijd hetzelfde verhaal.”

Jeroen Olyslaegers: 'Ik ben een verhalenverteller, besef ik steeds meer. Hoe dichter ik bij mijn roots kom – een verhaal vertellen voor een breed publiek – hoe beter ik mij voel.'Beeld Bob Van Mol

Er zijn schrijvers die ­honderdduizenden mensen ­bereiken met hun boeken en waar in literaire kringen smalend over wordt gedaan omdat het geen echte ­literatuur zou zijn.

“Daar kan ik niet goed tegen. Ik begrijp niet waarom je daarop neerkijkt. Iemand als Stephen King (Amerikaans schrijver van horror- en sciencefictionverhalen, red.) vind ik een ongelooflijk talent. Ik hou niet van die canonisering van literatuur.

“Nee, ik ben een verhalenverteller, besef ik steeds meer. Hoe dichter ik bij mijn roots kom – een verhaal vertellen voor een breed publiek – hoe beter ik mij voel. Had iemand mij dat tien jaar geleden gezegd, had ik hem uitgelachen. Maar waarschijnlijk was ik mezelf toen aan het beschermen. Want in tegenstelling tot toen stel ik me nu heel kwetsbaar op. Eigenlijk zeg ik: ‘Zie mij graag’. Dat heb ik lange tijd van mij weggehouden. Deels ook vanwege mijn intellectuele opleiding. Ik heb Germaanse gestudeerd en aan de universiteit gewerkt, en ik was bezig met deconstructie van verhalen. Grote verhalen worden niet meer verteld, was de mantra, die moeten worden ontmanteld. Maar wat doen we dan met de Holocaust? Gaan we die ook deconstrueren? Ik niet, dank u. Politieagenten die Joden oppakken, dat verhaal wil ik vertellen met al de empathie die ik heb.”

Als schrijver maakt u in Wil inderdaad de keuze om daar met mededogen naar te kijken en er niet met de sloophamer tegenaan te gaan.

“Omdat ik hoop dat iedereen het leest. De grote kracht van literatuur is dat het empathie kan opwekken. Als lezer identificeer je je met een personage zonder dat je daar al te veel moeite voor moet doen. Wat ik doe, is dus maatschappelijk gezien noodzakelijk. Of dat heb ik mezelf toch wijsgemaakt. Het betekent dat ik inderdaad een genuanceerd verhaal moet vertellen, waar zowel mensen van de linker- als de rechterzijde in kunnen meestappen.”

'Kampen media ook niet met de spreidstand tussen de theorie van een goede krant maken en de praktijk van rekening moeten houden met een heleboel factoren waardoor dat eerste in het gedrang komt?'
Jeroen Olyslaegers

Hebt u als mens ook zo veel ­empathie voor de dubbelheid van het personage?

“Zeker. Moraliteit zien we meestal als de tegenstelling tussen goed en kwaad. Ik heb dat altijd onzin gevonden. Ik denk dat er een veel belangrijkere tegenstelling is, namelijk tussen theorie en praktijk. Kun je je de luxe van consequent gedrag veroorloven als je onder grote druk staat?”

De banaliteit van het kwaad is een hellend vlak.

“Goed, we kunnen het over Hannah Arendt hebben, maar laten we het dan eens persoonlijk maken. Kampen media ook niet met de spreidstand tussen de theorie van een goede krant maken en de praktijk van rekening moeten houden met een heleboel factoren waardoor dat eerste in het gedrang komt? En dat op den duur zelfs niet meer te beschouwen als een probleem, maar als een feitelijk gegeven?”

Slechte kranten maken is toch nog iets anders dan mensen doden.

“Is dat zo? Het zou kunnen dat slechte kranten mee het klimaat verzieken, waardoor mensen mee kapotgemaakt worden. Media kunnen leiden tot shit die heel ver gaat, dat weten we.

“Bij publieke optredens over Wil merk ik vaak dat mensen de neiging hebben om de ambiguïteit van Wilfried Wils te verklaren door de moeilijke tijden die het toen waren. Dan zeg ik altijd: zijn het nu geen vreemde tijden dan? Waar je politiek ook staat, links of rechts, daar kunnen we het toch over eens zijn?

“En zoals dat gaat in de geschiedenis, zal er ooit een oordeel komen over ons. Wellicht door onze kleinkinderen. Zij zullen bepalen wie mee de boel verziekt heeft, wie mee voor de oplossing heeft gezorgd, en wie gezwegen heeft. Dat zeg ik altijd in een zaal als ik voel dat het bijna sympathiek wordt wat ik heb geschreven.”

20170706 Koksijde Belgie, Huis Van Hiele, Jeroen OlyslaegersBeeld Bob Van Mol

Het lijkt alsof u waarschuwend schrijft. Alsof u lijkt te suggereren dat er weinig nodig is om van het vreemdelingenbeleid zoals we dat nu kennen te komen tot een situatie waarin Wilfried Wils zich bevindt.

“Een historische roman zit vol met echo’s, en als die roman goed geschreven is, trekt de lezer zelf wel parallellen. Ik ga dus niet uitleggen wat ik precies bedoeld heb met welke passage. Maar na de research voor dit boek wist ik wel één ding: ik vertrouw geen enkel regulerend systeem of bureaucratie.

“Denk aan wat er met Jonathan Jacob is gebeurd. Al die mensen op elk beslissingsniveau hebben gezegd dat er niets fout gelopen was met het stukje waarvoor zij verantwoordelijk waren. En op het einde van de rit was er een dode jongen in de cel. Ik denk dat elk systeem kans loopt om te radicaliseren en mensen zonder enige vorm van proces op te sluiten of zelfs te doden.”

Wat is dan het alternatief?

(valt even stil) “Dat is een heel goeie vraag. Ik weet het niet. Ik zie alleen dat de vervreemding totaal is. Op Facebook moet ik uitleggen dat intercommunales, water, gas, elektriciteit en spoorwegen niet toebehoren aan structuren, maar van ons zijn, van ons allemaal. Mensen beseffen dat niet meer. De corrupte politiek van de PS stuikt nu in elkaar. En net die corrupte politiek heeft ons land altijd bij elkaar gehouden, hoe ironisch is dat? Ik denk dat wij het nog gaan meemaken dat België stopt.

Net die corrupte politiek heeft ons land altijd bij elkaar gehouden, hoe ironisch is dat? Ik denk dat wij het nog gaan meemaken dat België stopt.

“Ongetwijfeld zullen de gebeurtenissen van de laatste maanden – de PS-affaires van Publifin en Samusocial, de mandaatschandalen bij alle partijen – de antipolitiek voeden. Het enige wat je kunt doen, is investeren in onderwijs. In het democratische vermogen van het volk. Maar gaat dat helpen? Ik weet het niet.

“Ik weet wel dat ik in rechtvaardigheid geloof. Dat iemand zoals Koen Kennis (N-VA-schepen in Antwerpen, red.) met zijn zovele mandaten en 7.000 euro netto per maand nog altijd schepen is en nog altijd zijn mandaten heeft, vind ik onbegrijpelijk. In Brussel is het een schande, in Antwerpen is het goed bestuur. N-VA staat voor verandering, maar ze doen gewoon mee. Het is evenzeer een partij van opportunisten en carrièristen. En ze komen er nog mee weg ook. Kennis zit daar omdat ze de boel aan het veranderen zijn, zeggen ze, en de mensen geloven dat blijkbaar. Onvoorstel­baar. Geef me dan maar een ordinaire hypocriet.” (lacht)

Zelf in de politiek gaan, is dat een optie?

“Euh…”

Oei, u twijfelt?

“Ik zou me niet kunnen engageren op een lijst, want in feite vertrouw ik geen enkele partij. Maar ik geloof wel in burgerbewegingen. De kiesdrempel maakt het moeilijker voor nieuwe partijen, maar ze kunnen wel drukken op het systeem en nieuwe ideeën introduceren. Dat is het enige wat we kunnen doen als burger. Tenzij we Brussel wekenlang gaan bezetten, dat is ook nog een optie.”

Jeroen Olyslaegers: 'Ik zou me niet kunnen engageren op een lijst, want in feite vertrouw ik geen enkele partij. Maar ik geloof wel in burgerbewegingen.'Beeld Bob Van Mol

Veel grover kun je het niet hebben dan je laten betalen om in het bestuur van daklozenopvang te zetelen. En toch is de Bastille niet bestormd.

“Ik had enigszins gehoopt dat de Brusselse bevolking zich rond de Munt verzameld had en gescandeerd had: ‘Aftreden, nu!’ Maar dat is inderdaad niet gebeurd. Toch ben ik optimistisch. Er verandert iets. Niet overal. Toen ik volop bezig was met de Geefpleinen – waar je op zaterdag gratis spullen kon afleveren en ophalen op Antwerpse pleinen – ging ik op zondag altijd heel bewust in de buitenwijken fietsen. Om te zien hoe mensen daar hun leven leiden. Want wij hadden soms het gevoel dat wij de wereld aan het veranderen waren. Op zondag kwam ik dan met mijn voeten op de grond. De revolutie heeft de buitenwijken nog niet bereikt. Maar ze is wel bezig.

“Wie had kunnen denken dat een 75-jarige knar als Bernie Sanders zo veel Amerikanen zou aanspreken met zijn boodschap? Dat uit de indignado’s de burgemeesters van Barcelona en Madrid zijn voortgekomen? Dat een stand-upcomedian (Wouter Deprez, red.) kipkap zou hebben gemaakt van het beleid van Joke Schauvliege?”

Olyslaegers is vertrokken. De felheid waarmee hij op Facebook soms tekeergaat tegen de politiek en haar bedrijvers, rolt samen met een flinke portie vloekwoorden uit over de met wijn en heerlijke gerechten gevulde tafel.

“De toestand van dit land is schaamtelijk en degoutant. De fucking dieven moeten eruit. En het systeem maakt de dieven, dus het systeem moet worden hervormd. Ik zei daarnet dat ik optimistisch ben, maar de waarheid moet wel worden gezegd. En die is dat dit land niet meer werkt.

'Bart De Wever is slechts een voetnoot in het systeem. Hoe hervormen we het systeem, daar gaat het om'
Jeroen Olyslaegers

“Ook niet op Vlaams niveau. Iemand zoals Joke Schauvliege hoort niet thuis in de functie die ze heeft. Niet. (nog feller) De CD&V heeft een historische erfschuld door het milieu op deze manier te laten prostitueren. Ik vind dat we dat onze rug moeten keren naar Schauvliege. Dat we moeten zeggen: ‘U bent een bureaucratische natuurramp’. Ik denk aan mijn kind en aan mijn kleinkinderen. Buiten moet ze. Buiten. Samen met haar volledige kabinet. (kalmer) Maar dan denk ik aan Wouter Deprez en hoe hij actie voert en bewustzijn verspreidt. Dát maakt mij gelukkig. Zodat ik op het einde van de dag toch niet ‘fucking Joke Schauvliege’ zit te briesen in mijn bed.”

Even terug naar uw politiek engagement en uw aarzelend antwoord. Hoe reageert u als Wouter Van Besien van Groen u belt en zegt: ‘Mijnheer Olyslaegers, we hebben u nodig om de burgemeester van de stad te leveren’?

“Dat het niet om de burgemeester gaat. Bart De Wever is slechts een voetnoot in het systeem. Hoe hervormen we het systeem, daar gaat het om. De laatste voorspellingen zijn dat de zeespiegel deze eeuw nog twee meter zal stijgen. Twee meter! Dat moet de essentie zijn. Ik zal mij nooit inzetten voor een beweging die als enige doel heeft om de N-VA eruit te gooien. Dat is een even erge vorm van particratie als die we nu kennen. Hoe maken we in de 21ste eeuw een leefbare stad voor iedereen, daar moet het toch over gaan?”

Het einde van België zal niet lang meer op zich laten wachten, zei u daarstraks. Op welke manier zal dat gebeuren volgens u?

“CD&V zal in Antwerpen niet meer bestaan na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Kris Peeters komt zich daar politiek begraven. Open Vld zal ook niet meer bestaan. Geen enkele Antwerpenaar kent Philippe De Backer. N-VA zal 25 à 27 procent halen, en zal met Groen gaan onderhandelen, die nog wel wat stemmen zullen halen. Die onderhandelingen zullen mislukken, en dan zal De Wever zeggen: de stad dreigt onbestuurbaar te worden, dus moet ik gaan onderhandelen met de enige partij die overblijft, namelijk het Vlaams Belang. 

Jeroen Olyslaegers: 'Ik denk dat dat het masterplan is van de man in het stadhuis: Antwerpen als koevoet om België te ontmantelen. Ik kom uit een Vlaams-nationalistische familie, ik weet wat hun einddoel is, namelijk het einde van België.'Beeld Bob Van Mol

“Ondertussen scoort de PVDA-PTB zwaar aan de andere kant van de taalgrens, en is de PS er weg. Ik denk dat dat het masterplan is van de man in het stadhuis: Antwerpen als koevoet om België te ontmantelen. Ik kom uit een Vlaams-nationalistische familie, ik weet wat hun einddoel is, namelijk het einde van België. Daar zullen ze nooit van afwijken.”

Olyslaegers’ ouders waren erg geëngageerde Vlaams-nationalisten in Kontich, het dorp waar hij opgroeide. Zijn moeder kwam op voor de Volksunie in 1976, met de slogan ‘Stem nu eens op een vrouw’. Zijn vader had de flyers ontworpen. Flyers die overigens nog werden rondgedragen door de 16-jarige Bruno De Wever, dorpsgenoot van Olyslaegers en broer van Bart De Wever.

Olyslaegers’ moeder werd verkozen en kwam in de gemeenteraad terecht. “Straf, vind ik, want zo evident was dat toen niet voor een vrouw. Ik denk dat mijn moeder toch een steen in de rivier verlegd heeft.”

Stel dat uw voorspelling over het einde van België werkelijkheid wordt, dan zal uw moeder daar wel blij mee zijn.

(snuift en drink van zijn glas wijn) “Dat is een gemene vraag. Maar ik ga ze toch beantwoorden. Enerzijds zou mijn moeder inderdaad tevreden zijn. Als het anderzijds de bedoeling is om de sociale zekerheid helemaal uit te kleden en te vervangen door een systeem waarin het ieder voor zich is, zodat de zwakkeren van de samenleving nog meer getreiterd worden, dan zal zij de eerste zijn die daartegen in opstand komt. Het zou haar woest maken. Mijn moeder is een linkse flamin­gante. Wat blijkbaar een uitstervend ras geworden is.

'Ik heb nooit begrepen waarom de Vlaamse beweging die switch naar het neoliberalisme heeft gemaakt. Het is een rechtstreekse verloochening van het Vlaams-nationalisme'

“Twintig procent in Antwerpen is arm. Niemand doet daar iets mee. Behalve criminaliseren, provoceren en nog meer controles uitvoeren, doet N-VA niets. Waarom niet? Waarom blijven ze maar kappen op de zwakkeren in de samenleving? Het is je eigen volk. Ik begrijp daar niks van. Soms denk ik zelfs dat ik nog de enige echte Vlaams-nationalist zou kunnen zijn, mocht ik van vlaggen houden. Soms zou ik tegen een pak N-VA’ers willen zeggen: hoe durven jullie eigenlijk nog de Vlaamse leeuw te zingen? Zorg voor je volk en zorg dus écht voor iedereen.

“Een notoire stamboeknationalist zei me ooit dat hij niet houdt van de Franckens, Demirs en De Ridders in zijn partij. Zelf heb ik nooit begrepen waarom de Vlaamse beweging die switch naar het neoliberalisme heeft gemaakt. Het is een rechtstreekse verloochening van het Vlaams-nationalisme.

“Die mannen denken dat privatisering het antwoord op alles is. Wel, dan moet je in Engeland de trein maar eens nemen van Londen naar Schotland. Zonder goed gespekte kredietkaart mag je dat vergeten.

“Dat de NMBS niet goed gerund wordt, daar zijn we het allemaal over eens, denk ik. Maar is het enige alternatief dan privatisering? Kan de politiek er gewoon niet voor zorgen dat overheidsdiensten wél goed draaien?”

Jeroen Olyslaegers: 'Ik herinner me ook een Vlaams zangfeest waar Toots Thielemans kwam optreden. Maar de man werd zodanig uitgejouwd voor vuile belgicist dat hij niks gespeeld kreeg.'Beeld Bob Van Mol

Als Bruno De Wever heeft geflyerd voor uw moeder, heeft zijn broer Bart dat dan ook niet gedaan?

“Die was daar nog te jong voor. Het gekke is dat wij elkaar dus kennen. Niet dat we elkaar ooit gesproken hebben, maar we komen uit hetzelfde dorp. En allebei uit een Vlaams-nationalistische familie. Alleen zijn we elk een totaal andere kant uitgegaan.

“Toen Wil uitkwam, heeft hij me wel een brief geschreven, met de mededeling dat hij het graag gelezen had. Ik heb hem teruggeschreven om hem oprecht te bedanken.”

Hoe bent u eigenlijk losgekomen van de Volksunie?

“Ik zag heel snel de achterkant ervan. Als kind was ik er enerzijds erg toe aangetrokken. Het is leuk om te horen dat je tot een volk behoort. Maar er waren dingen die ik niet begreep. Dit bijvoorbeeld: als we één volk zijn, waarom haat iedereen dan de CVP? (lacht) Blijkbaar beperkte dat Vlaamse volk zich dus tot mijn gezin, mijn familie en een paar vrienden, en dat vond ik toch raar.

“Ik herinner me ook een Vlaams zangfeest waar Toots Thielemans kwam optreden. Maar de man werd zodanig uitgejouwd voor vuile belgicist dat hij niks gespeeld kreeg en het podium zelfs moest verlaten. Het is een beeld dat voor altijd op mijn netvlies is gebrand. Jaren later schaamde ik me dood dat ik daaraan had deelgenomen.

“Rond mijn 14de, 15de begon ik dan elk systeem te wantrouwen. Ik zag vooral eigenbelang in de Vlaamse beweging in plaats van een gemeenschapsgevoel. En de muziek heeft natuurlijk een grote invloed gehad. Postpunk, coldwave, newwave en Joy Division hebben mij echt ontvoogd.”

'De tirades tegen links hebben louter met wrok te maken, niet met enige interesse in cultuur of politiek'
Jeroen Olyslaegers

U bent ontvoogd, zegt u, maar u er zich tegen afzetten doet u niet.

“Nee, omdat het mensen zijn die ik wil bereiken. En omdat ik de Vlamingen graag zie. Ik zie de Antwerpenaar veel liever dan welke burgemeester of welk bestuur ook. Ook de Antwerpenaar die zegt dat we hier beter af zouden zijn ‘zonder die makaken’. Want ik meen te weten waar die pijn vandaan komt: wrok.”

Je kunt de Vlaming niet begrijpen zonder de wrok?

“Exact. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk heeft dat goed geformuleerd. Wrok zit bij de mensen, zegt hij, en sommige politieke leiders beloven die passieve emotie om te zetten in iets actiefs, namelijk in wraak.

“Dat is wat in Vlaanderen aan het gebeuren is. De tirades tegen links hebben louter met wrok te maken, niet met enige interesse in cultuur of politiek. Wanneer mag ik mijn eigen taal spreken, waarom werd ik daarvoor vernederd, waarom hebben de Franstaligen op ons neergekeken: daar gaat het over. Al die mensen hebben hun wrok gedeponeerd bij de N-VA, en zij moeten er iets mee doen. Daar gaat Wil ook over. Had Hugo Claus het over het verdriet van België, dan heb ik het over de wrok van België.”

Uw vader is vroeg gestorven, heeft hij uw schrijverschap nog actief meegemaakt?

“Voor een stuk wel. Hij heeft mij de bevrijdende woorden gegeven. Toen in 1994 mijn eerste roman Navel verscheen, las hij het en zei hij: ‘Ge kunt het’. Niet meer dan dat. Maar hij wist dat het genoeg was. Het heeft me zo’n groot zelfvertrouwen gegeven. Uiteindelijk wil elke kunstenaar weten dat hij het kan.”

Jeroen Olyslaegers: 'Ik heb veel boel gehad met mijn vader, maar mijn mededogen voor hem is er gekomen toen ik de vaderlijke lijn in zijn familie begon te overdenken. Allemaal patriarchen, allemaal koppigaards die hun eigen weg gezocht hebben.'Beeld Bob Van Mol

U spreekt met veel liefde over uw ouders.

“Dat is misschien de leeftijd. Je begint te beseffen waar ze vandaan komen. Ik heb veel boel gehad met mijn vader, maar mijn mededogen voor hem is er gekomen toen ik de vaderlijke lijn in zijn familie begon te overdenken. Allemaal patriarchen, allemaal koppigaards die hun eigen weg gezocht hebben.”

Uw grootvader heeft in de Tweede Wereldoorlog gecollaboreerd. De verleiding is groot om te zeggen dat Wil zijn verhaal is.

“Dat was nochtans niet de bedoeling. Ten eerste was mijn grootvader geen politieagent. De aanleiding van dit boek is er gekomen door een proces-verbaal over een razzia dat in 1942 door een Antwerpse agent is opgesteld, dus ik associeerde dat totaal niet met mijn grootvader. Ten tweede kende ik zijn verhalen wel, maar had ik ze compleet verdrongen tijdens het schrijven. Pas midden in mijn schrijfproces, tijdens een persoonlijke crisis, besefte ik ineens dat zijn geschiedenis veel ­dieper in mij zat dan ik ooit had vermoed. En dat het boek dus toch autobiografisch was.

“In feite heeft mijn grootvader met mij een spel gespeeld. Enerzijds wilde hij absoluut dat ik wist wat hij had gedaan tijdens de collaboratie, anderzijds duwde hij mijn vragen weg toen ik ouder werd. ‘Je kunt het niet begrijpen want je hebt het niet meegemaakt’, dat was de vloek die hij uitsprak. Na die persoonlijke crisis wist ik ineens: ik ben een boek aan het schrijven omdat ik probeer om de verscheurdheid wél te begrijpen, ook al heb ik ze niet meegemaakt. Als een vorm van repliek op die vloek van mijn grootvader.”

'Toen ik ooit eens aan het vertellen was over het moeilijke schrijfproces waar ik door moest, zei één familielid me wel: misschien moet je eens gewoon een job zoeken?'
Jeroen Olyslaegers

U weet dus niet wat uw grootvader concreet heeft gedaan?

“Nee. Hij heeft altijd een kat- en muisspel met mij gespeeld. Ik weet niet hoever hij is gegaan in zijn Vlaams engagement. Hij impliceerde wel van alles, maar waarom deed hij dat? Grootspraak? Schaamte? Ik weet het gewoonweg niet. Dat is frustrerend.”

Is het niet te verifiëren?

“De privacywetgeving is heel streng op straf­dossiers. Bovendien staat er in zo’n dossier zelden wat er écht gebeurd is. Maar het moet wel wat geweest zijn, want hij is bij verstek ter dood veroordeeld.”

Tegen uw moeder heeft hij ook nooit iets ­verteld?

“Nee, ik denk dat ik de enige was tegen wie hij praatte.”

Was hij het type dat uw boek ­gelezen zou hebben?

“Ik denk het wel. Heel mijn familie heeft het trouwens gelezen. Niet altijd mensen die me politiek gunstig gezind zijn, maar ze hebben wel begrepen wat ik geprobeerd heb om te doen met mijn boek, en ik denk dat ze daar respect voor hebben.

“Toen ik ooit eens aan het vertellen was over het moeilijke schrijfproces waar ik door moest, zei één familielid me wel: misschien moet je eens gewoon een job zoeken? Zoals N-VA’er Joachim Pohlmann ook zo graag afgeeft op de ‘gesubsidieerde kunstenaars’. Fuck that shit, echt waar. Hoeveel krijgt de N-VA jaarlijks van de staat? 13,4 miljoen euro. Uit de mond van een gesubsidieerde woordvoerder, wiens loon wij allemaal betalen, zijn zulke opmerkingen dus pijnlijk onnozel.”

Jeroen Olyslaegers in het Huis van Hiele.Beeld Bob Van Mol

Heeft uw grootvader tot aan zijn dood in de goede zaak geloofd?

“De kentering is er gekomen toen Band of Brothers (televisieserie uit 2001 over WO II van Steven Spielberg en Tom Hanks, red.) op tv kwam. Mijn grootvader heeft altijd gezegd dat hij het grote avontuur was aangegaan om tegen de communisten te gaan vechten, maar dat heeft hij nooit gedaan.

“Wat hij wel deed, was Ameri­kaanse vliegtuigen neerschieten. In Band of Brothers zag hij dan de jongens op wie hij had geschoten. Hij was toen in de negentig. En toen zei hij plots tegen mij en mijn moeder: ’Ik heb de verkeerde kant gekozen’. Dat was pijnlijk en heftig. Ik dacht: man, decen­nia­lang heb je mij verteld over je juiste keuze en je idealisme en omdat je nu een fucking tv-reeks ziet van Spielberg besef je ineens dat het de verkeerde kant was? Dat kon ik echt niet volgen.

“Als ik er nu aan terugdenk, geeft het ook wel hoop. Want blijkbaar kan een goed verhaal inzicht geven. Dat is wat ik als schrijver probeer te bereiken. Maar wonderen verrichten kan het niet, denk ik. In die tv-reeks zit bijvoorbeeld een beeld van een Amerikaanse soldaat die een overlever uit het concentratiekamp van Dachau omhelst. Ik weet niet of mijn grootvader zover gegaan zou zijn. Hij bleef wel een antisemiet. Ik moet het nog eens zeggen: ik weet niet wat hij precies gedaan heeft. En allicht zal ik het nooit weten.”

Duik in zee

De hete julizon is doorgebroken. Het voorspel is voorbij, tijd voor het echte werk. Of Olyslaegers het ziet zitten om een duik te nemen in de zee, vraagt de fotograaf. “Zeker. Het zal verdomme deugd doen.”

Maar eerst vraagt Shannah hem nog om drie exemplaren van Wil te signeren. Voor haarzelf, haar ouders en haar schoonouders. ‘Voor Rony’, schrijft Olyslaegers op de eerste bladzijde, in grote, zwarte letters. Erachter zet hij nog een uitroepteken. Eronder zijn zelfontworpen logo: een rode, dubbele W met een bolletje in het midden en met een maan en een zon. Sinds het succes van Wil heeft hij de stempeldoos altijd op zak voor als hij onverwacht gevraagd wordt om te signeren. Hij lacht. “Wat wil je, ik ben een populaire schrijver nu.”