Ronde 1: 'Laat belastingbetaler beslissen over cultuursubsidies'

© bdw

Vandaag blaast cultuurminnend Vlaanderen verzamelen in de Ancienne Belgique voor het cultuurdebat van 'De Standaard', in samenwerking met de AB en de KVS. In het eerste deel namen Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V), Vlaams parlementslid Bart Caron (Groen) en senator Jean-Jacques De Gucht (Open VLD) het tegen elkaar op, over 'de kunst om de kunst'. Discussieer mee op Twitter via #cultuurdebat.

Eveline Vergauwen

Het was schilder Luc Tuymans himself die in een filmpje het eerste debat mocht inleiden. Met een stevige sneer naar minister Schauvliege hekelde hij het lokale beleid. 'Bij de opening van mijn tentoonstelling kwam de minister te laat, door een drukke agenda en de files. Ze bezocht maar één van de vijf delen van mijn tentoonstelling. Mevrouw Schauvliege, hebt u later nog de andere bezocht?

'Ik word niet alleen verwacht op de tentoonstelling van Tuymans natuurlijk', verdedigde Schauvliege zich. 'Ik ben minister van kunst, maar ook minister van cultuur, en dat is veel ruimer. Hoe jammer ik dat ook vind, ik kan geen uren uittrekken voor een tentoonstelling.'

Dat gezegd zijnde ging het debat meteen over naar de verdeling van de cultuursubsidies. Schauvliege ziet geen graten in de beoordelingscommissie, door de minister hervormd tot een roterend adviesorgaan met experts en 'amateurs'. 'Als je te lang dezelfde mensen laat beoordelen, krijg je de perceptie dat ze niet altijd objectief zijn', aldus Schauvliege. 'Zelf heb ik ook gezien dat het ene advies soms meer gemotiveerd was dan het andere. Het is niet slecht om mensen te betrekken die met soort onbevangenheid naar investeringen kijken.'

De Gucht gaat akkoord: 'Je kreeg wel de indruk dat er iets bestond als "I'll scratch your back, if you scratch mine". Die schijn van subjectiviteit weghalen is goed.' Dat er ook amateurs beslissen over subsidies is voor De Gucht ook geen probleem. 'Wij stellen zelfs voor dat de belastingbetaler over een deeltje van de subsidies voor culturele instellingen kan beslissen.' Een idee waar Schauvliege niet meteen warm van werd.

Verfondsing

Kern van de zaak is met de beoordelingscommissie niet de minister van Cultuur beslist, en een visie uitdraagt. Jammer, vindt Bart Caron. 'Er moet een politieke beslissing worden genomen, alleen al om het debat over het kunstenbeleid te voeren. Anders kunnen we beter verfondsen. De enige beslissing van Schauvliege is extra geld bijtanken. Politiek is al zo weinig bezig met cultuur, de minister mag die stempel zetten.'

'Ik durf keuzes maken en ik vind niet dat alles verfondst moet worden, maar het kan wel nuttig zijn', repliceert Schauvliege. 'Je krijgt natuurlijk altijd kritiek. Als ik zelf zou kiezen krijg ik kritiek en nu ook. Een aantal organisaties werden niet meer ondersteund, dat is eigen aan het systeem. Je kan niet altijd alle organisaties blijven steunen. Maar de organisaties moeten zelf ook meer inzetten op een langetermijnplanning.'

Wat is dan het nut van kunst, en moet het überhaupt nuttig zijn?

Voor De Gucht moet kunst niet vernieuwend zijn, maar draagt het wel het unieke in zich om mensen met elkaar te verbinden.

'Kunstenaars moeten geen wereldverbeteraars zijn', vindt Caron ook. 'Cultuur heeft wel een sociaal herverdelende taak, maar het ene niet sluit het andere niet uit.'

Die sociale taak, bijvoorbeeld op vlak van diversiteit, vindt Schauvliege ook belangrijk, maar 'dwingende quota werken niet'. 'Cultuur leeft natuurlijk niet op een eiland, zij kunnen steentje bijdragen aan maatschappij. Maar ik geloof niet in verplichte regels voor diversiteit.' Al geeft ze ook toe dat haar vrijwillige 'engagementsverklaring' bij de culturele instellingen geen groot succes is.

Hoe dan wel meer, en meer verschillende mensen naar cultuur toeleiden? 'Via het onderwijs', besluiten De Gucht en Caron. 'Laat voor culturele uitstappen de maximumfactuur toch vallen', aldus De Gucht.

Ronde 3: 'Een theater heeft de taak om volle zalen te trekken'

© bdw

Voor het afsluitend debat begaven alle aanwezige politici zich naar de micro's: minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V), senator Bert Anciaux (SP.A), Vlaams parlementsleden Jean-Jacques De Gucht (Open VLD), Bart Caron (Groen) en N-VA-kamerlid Siegfried Bracke. Ze hadden het over cijferfetisjisme, ondernemerschap in de kunst en de VRT.

'Een artiest moet kunst maken. Basta.' Schrijver en ondernemer Tom Lanoye moet niet veel weten van een focus op ondernemerschap in de kunst. 'Alsof de kwaliteit van kunst dan zou stijgen.'

Toch niet meteen de visie van de liberale Jean-Jacques De Gucht, niet? 'We moeten als samenleving kunstenaars de kans geven om geld te halen in de private sector. We zouden moeten samenzitten met de Franstalige collega's en met fiscale plannen geld binnenhalen in culturele sector.'

Cijferfetisjisme

Moeten kunstenaars dan fiscalisten of boekhoudkundige wonders zijn om te kunnen overleven? Nee, vindt Schauvliege, 'maar als cultuurinstellingen fouten maken in hun beleid, moeten wij hen als overheid wijzen op die zwakke punten.' Helemaal in de lijn van wat ex-minister van Cultuur Anciaux denkt.

Bracke gaat een stapje verder. 'Een theater in Gent heeft de opdracht volle zalen te trekken. Dat moet uw ideaal zijn.' Is dat een criterium voor subsidies? 'Je moet in elke geval streven naar volle zalen', reageert Bracke ontwijkend. 'Als het S.M.A.K. een derde van bezoekers verliest, dan moeten ze daar zelf weten dat er iets mis is. 'Er bestaat zoiets als een minimum.'

Puur cijferfetisjisme, vindt Groen-parlementslid Caron. 'Een theater moet goed theater maken. Daarna moet het met een goede marketing mensen aantrekken. In die volgorde. Als het SMAK een jaar geen blockbuster-tentoonstelling heeft, dan hebben ze tot veertig minder bezoekers. Het zijn geen prutsers.' Ook Anciaux vind dat een participatiebeleid niet mag afgemeten worden in functie van volle zalen. 'Wel de inspanningen.'

VRT en cultuur

En dan ging het over de VRT en cultuur. Het debat ging onvermijdelijk over het onlangs afgevoerde programma 'Joos'. Volgens Bracke het gevolg van wanbeleid van het management, maar geen reden om te denken dat er geen cultuur meer is op de VRT.

'De omroep laat kansen liggen voor samenwerking met andere organisaties', aldus Anciaux. 'Zoals deze AB, die streamt vaak concerten. Daar zijn mogelijkheden.'

'De VRT zou beter het derde net weer afschaffen, dat is geldverspilling', aldus De Gucht, die bijval kreeg van Bracke, hoewel zijn partij dat in de Vlaamse regering mee heeft goedgekeurd. 'Van mij mag de VRT minder kijkers en luisteraars hebben, maar betere programma's', draagt Caron de meer 'opvoedende taak' van de VRT uit.

Besparen

Wie wil waarop besparen, was de laatste, snedige vraag van de moderators. Schauvliege was het concreetst: 'De orkesten kunnen nog beter samenwerken, daar zit nog vet op de soep'. Anciaux wil niet besparen, maar ziet toch ook wel opties bij de orkesten.

Alleen Groen zegt nee tegen een regering die bespaart op cultuur. Bracke vindt dat, mocht het nodig zijn, de minister van Cultuur moet beslissen waar gesneden kan worden

Ronde 2: wat hebben cultuur en gemeenschap met elkaar?

© bdw

Na een warm pleidooi van theatermaker Alain Platel voor meer metisssage – vermenging van kleuren en culturen – als de enige weg vooruit voor Vlaanderen, wist Siegfried Bracke gelijk het debat te kapen.

'Ja', gaf Bracke volmondig toe, 'de gemiddelde cultuurgebruiker is te blank, zelfs op het niveau van de amateurkunsten. En waarom dat zo moeilijk is? Dat heeft te maken met een falende migratiepolitiek, met die voortdurende nieuwe instroom. Weet je wat zal helpen, veel meer dan het hele participatiebeleid? De strengere wet op de gezinshereniging, dat zal een invloed hebben. Met een pasje voor kwetsbare groepen alleen ga je het echt niet oplossen.'

Daarmee duwde Bracke de vorige minister van Cultuur, Bert Anciaux, in het defensief, want net hij was een van de grote architecten en pleitbezorgers van het participatie- en diversiteitsbeleid.

Diversiteit

Waarom hij zijn ambities niet kon waarmaken? 'Omdat we het niet voldoende lang hebben kunnen doen. Diversiteit is een werk van elke dag, van niet aflatend elke dag opnieuw te investeren. Met alle respect: ik heb niet het gevoel dat het beleid rond interculturaliteit nog echt gevoerd is. Het woord is zelfs geschrapt uit het cultuurdecreet. En kunnen we ophouden met dit debat te verengen tot een kunstendebat? Er is nog zoveel anders, sociaal-artistieke werkplaatsen bijvoorbeeld, en amateurkunsten. En van die organisaties, zeker als ze dicht bij de overheid staan zoals de Jeugdraad, kan de overheid wel een engagement vragen op vlak van diversiteit. Ja, ik pleit dan voor quota, zowel voor de bestuurdsleden als voor de mensen die het podium beklimmen.'

Het doctoraat dat hij onlangs afrondde, heeft hem alleen maar in die ideeën gesterkt. 'We kunnen veel leren van die zelforganisaties, zowel qua openheid om de brug te maken als qua technieken om dat te doen. Bovendien nemen die zelforganisaties verantwoordelijkheden op die niemand anders opneemt, bijvoorbeeld tegenover nieuwkomers. En sorry, Siegfried, er blijven er binnenkomen en aan de superdiverse samenleving valt niet te ontsnappen.'

'Taal heeft met identiteit niets te maken'

Toegegeven, de migratiepolitiek was niet de inzet van het cultuurdebat, maar zowel deelnemers als moderatoren vonden het te interessant om de link te laten liggen. 'Laat me er toch op ingaan', sprak Bracke. 'Ik sluit de ogen niet voor superdiversiteit, ik zeg alleen: je moet kijken wie en wat er binnenkomt. (gejoel in de zaal) In vele landen voert men een migratiedebat waar men zegt: kom maar binnen. We hebben dat nodig. Maar je moet dus kijken wie er binnenkomt. Als een voetbalploeg mensen binnenpakt, dan is het met de uitdrukkelijke bedoeling om te spelen, niet om op de bank te zitten.'

Of taal dan de meest bepalende factor is om uit te maken of een nieuwkomer deel wordt van de Vlaamse samenleving, wou Bracke dan weer in twijfel trekken. 'Taal gelijk te stellen aan een wezenlijk onderdeel van identiteit, dat is een anachronisme. Taal heeft met identiteit niets te maken, je kunt best Franstalig zijn en tegelijk flamingant. Wat is Vlaanderen? Een ingebeelde gemeenschap waarvan de leden elkaar herkennen.'

En is cultuur dan wel een cruciale factor in die identiteit en gemeenschapsvorming? 'Zeker', aldus Bracke, 'maar dat is niet de reden waarom we ze gaan aanpakken. Je moet kunst beschermen tegen marktwerking, zorgen dat er innovatie kan zijn. Cultuur is een sector waar de overheid protectionisch mag optreden – en dat zeg ik, terwijl in mijn opvatting de markt altijd zijn ding moet kunnen doen. Zeker voor talige cultuur kun je met zes miljoen Vlamingen nooit op tegen het internationale aanbod. En sturen mag de overheid de cultuur ook, maar alléén als het gaat over participatie. Niet als het gaat over de inhoud.'

'De ziel van onze samenleving'

Waarmee niet het laatste woord over cultuur en economie gezegd was. Na een bevlogen pleidooi van Anciaux, om eens te kijken hoe het in Brussel gaat, wat een voorbeeld dat dat kan zijn, leek Bracke te suggereren dat Anciaux een dromer zonder benul van goed huisvaderschap is.

'Ik woon in Brussel', getuigde Anciaux, 'waar veel gemeenschappen samen wonen, maar ik voel me hier ook Vlaming. En dat kan ik zeggen, zonder probleem, zolang we maar Vlamingen zijn met een groot hart voor mensen van diverse soort.' Waarop Bracke hem bijviel. Dat het prachtig is hoe we het in Brussel doen, 'we reiken de rest van de Brusselse bevolking de hand met onderwijs, met cultuur en met welzijn. En we steken daar veel geld in. Maar dat moeten we ons kunnen permitteren.'

Anciaux (verontwaardigd): 'Alsjeblief, we moeten dat in elk geval blijven doen, niet omdat het iets opbrengt, omdat we wat geld over hebben, het is de ziel van onze samenleving.'

'Inderdaad,' viel Bracke hem bij, 'en cultuur heeft onze samenleving al heel veel opgeleverd, maar het is zoals Marx zei: cultuur is een deel van de bovenbouw en die wordt gesteund door de economische onderbouw. En een euro kun je maar één keer uitgeven.'