Gemummificeerde knieën zijn wellicht van koningin Nefertari

Nefertari was de vrouw van de Egyptische farao Ramses II. Ze zou rond 1250 voor Christus gestorven zijn. In 1904 werd haar graf gevonden in de Vallei der Koninginnen. Het graf is bekend om zijn mooie overvloedige muurschilderingen. Bij de ontdekking was de tombe zo goed als leeggeroofd.

Bij de achtergelaten objecten, zaten twee gemummificeerde knieën. Die worden bewaard in het Egyptische Museum van Turijn. Onderzoekers hebben nu kunnen vaststellen dat die knieën hoogstwaarschijnlijk toebehoren aan Nefertari zelf. De overblijfselen zouden toebehoren aan een vrouw van 40 tot 50 jaar oud, die een hoge sociale status had. Dat laatste kan afgeleid worden uit de grote zorg waarmee de knieën gemummificeerd zijn.

Samen met het chemisch onderzoek naar de balsems die gebruikt werden en de analyse van verschillende objecten die gevonden zijn in de tombe, concluderen de onderzoekers dat de resten van Nefertari zelf zijn. Een andere mogelijkheid was dat het graf later voor iemand anders gebruikt werd of dat er door overstromingen objecten uit andere graven naar binnengespoeld werden.

Nefertari stond bekend in het oude Egypte om haar schoonheid. Ze is niet te verwarren met Nefertiti, de vrouw van Achnaton, die ongeveer een halve eeuw vroeger leefde.