Direct naar artikelinhoud

Welke rol speelt lengte in het voetbal?

Kan een voetballer te lang zijn (Henk Veerman, 2.00 m) of te klein (Abdul Ajagun, 1.65)? Dat hangt af van de positie en ook wel van de tijdgeest. Soms zijn reuzen in. Trainers kijken toch vooral naar de techniek.

SC-Heerenveen speler Henk Veerman (m), de langste speler in de Eredivisie, scoort de 0-1 tegen Feyenoord, 28 januari 2016.Beeld anp

Piet de Visser kan er bijna boos om worden. Zit hij op de tribune te wachten op het begin van een jeugdwedstrijd, beginnen om hem heen allerlei collega-scouts zenuwachtig op hun blaadje te turen, naarstig op zoek naar de lengte van de voetballers. 'Groot, groter, grootst, dat is de trend', zegt De Visser vanaf een vliegveld in Ecuador, waar hij deze week op zoek gaat naar nieuwe talenten.

Natuurlijk, die grote stoere kerels wil hij ook wel. 'Maar bij mij staat voorop: kan-ie ook voetballen? Hoe zou het anders zijn gelopen met de Messi's, Iniesta's en Xavi's van deze wereld?' Dan moet De Visser ophangen, hij is al twee keer omgeroepen voor een binnenlandse vlucht.

Welke rol speelt lengte in het voetbal? Een paar jaar geleden voorspelde 'coachgoeroe' Joop Alberda dat het in het voetbal alléén nog om lengte en kracht zou draaien. 'Voetballen kon je ze later wel aanleren, was zijn overtuiging', vertelt Foppe de Haan. Maar volgens de Friese oud-bondscoach van Jong Oranje is het juist andersom: 'Fysiek sterk worden is een kwestie van investeren in jezelf. Techniek en tactiek is voor een groot deel talent.'

Uit de database van het sportwetenschappelijke instituut CIES in het Zwitserse Neuchâtel blijkt dat de gemiddelde lengte van voetballers in Europese elftallen op het hoogste niveau rond de 1.82 schommelt. De kleinste voetballers zijn te vinden bij het Slowaakse FC Tatran (1.77,4). De langste spelers voetballen bij FC Kopenhagen (1.86,4). In de eredivisie lopen de 'reuzen' bij FC Utrecht (1.84,9) en de 'dreumesen' bij Willem II (1.80). De gemiddelde lengte in de eredivisie is 1.82,3.

Spelers zijn tegenwoordig gespierde, goed getrainde atleten, omdat het spel sneller is geworden. De fysieke fitheid is belangrijker dan lengte
Onderzoeker Raffaele Poli

Lengte is voor een groot deel positieafhankelijk. Middenvelders en vleugelaanvallers zijn over het algemeen kleiner dan spelers in de spits of in het centrum van de verdediging. Als trainer van Feyenoord wees Ronald Koeman eens op het aantal 'kleine' centrale verdedigers in Nederland. Volgens zijn berekening won de 1.94 meter lange Graziano Pellè liefst 80 procent van zijn kopduels.

Nick Viergever stelde, kort voor zijn transfer naar Ajax, dat hij met zijn 1.83 eigenlijk een paar centimeter te klein is voor de Europese top. 'De meeste Europese topploegen, in Engeland, Duitsland, hebben grote centrale verdedigers. Daar gaat de voorkeur naar uit. Dat is een feit.'

Wat zeggen de cijfers van het CIES? 'Het is maar net hoe je het bekijkt', zegt onderzoeker Raffaele Poli. 'Barcelona is lange tijd de kleinste, maar ook de succesvolste club geweest. Dan zou je juist zeggen: hoe kleiner, hoe beter, maar dat hangt ook af van welke stijl je als elftal wilt spelen. Spelers zijn tegenwoordig gespierde, goed getrainde atleten, omdat het spel sneller is geworden. De fysieke fitheid is belangrijker dan lengte.'

Tekst gaat door onder de afbeelding.

Roda JC speler Abdul Ajagun is met een lengte van 1,65 meter de kleinste speler van de Eredivisie.Beeld Klaas Jan van der Weij

Sef Vergoossen beschikte als trainer van Roda JC eind jaren negentig over een waar reuzenelftal, met onder meer Marc Nygaard (1.96), Bob Peeters (1.96), Regillio Vrede (1.98) en Mark Luijpers (1.90). 'We hebben er niet bewust op gescout, maar het was wel een enorm machtig wapen. Ik meen dat we dat seizoen negentien keer uit een spelhervatting hebben gescoord.'

Het belang van lange spelers hangt vooral af van je voetbalvisie, zegt Vergoossen. 'In de tweede divisie van Engeland zul je eerder grote en sterke spelers zien dan in Nederland.' En dan is er nog zoiets als sprongkracht en timing. 'Bij PSV adviseerde iedereen mij om Dirk Marcellis niet in het centrum te zetten. Te klein. Maar van de tien flankballen waren er negen voor hem. Dat kwam gewoon omdat hij het inzicht had om te weten waar de bal ging komen.'

In jeugdopleidingen kan lengte een doorslaggevende factor zijn. Uit cijfers van het CIES blijkt dat voetballers die in januari zijn geboren in het voordeel zijn. Dat heeft te maken met de peildatum waarop spelers worden ingedeeld. Een jeugdspeler die bijvoorbeeld op 1 januari 2008 ter wereld is gekomen, is volgens de clubs net zo oud als een speler die op 31 december 2008 geboren werd, ondanks een jaar leeftijdsverschil.

Foppe de Haan vindt daarom dat er veel te veel naar het fysiek van talenten wordt gekeken en te weinig naar potentie. 'Vorig seizoen speelde er bij Heerenveen in de D1 een jongetje dat verrekte goed kon voetballen. Maar daarna moet hij naar de C, waar iedereen twee koppen groter is. Gevolg: hij moet de hele tijd op zijn tenen lopen. Hij raakt geblesseerd, geïrriteerd, ongemotiveerd. Met het risico dat hij er dan helemaal maar mee ophoudt. Juist die kleine voetballertjes zouden dispensatie moeten krijgen om nog een jaar in hun elftal te blijven voetballen.'

Tekst gaat door onder de afbeelding.

Abdul Ajagun (23), lengte: 1.65

Hoe kan het ook anders? Op de jongenskamer van Abdul Ajagun, de 23-jarige aanvallende middenvelder van Roda JC, hing vroeger een poster van Diego Maradona: 1.66 meter lang en ex-speler van Barcelona, het team waar de sleutelposities wel vaker worden ingenomen door technisch vaardige onderdeurtjes. Zelf meet Ajagun 1.65 en daarmee is hij de kleinste speler van de eredivisie. Kwestie van genen, denkt hij; zijn vader en moeder waren ook klein van stuk. Ajagun kwam in 2013 in Europa terecht bij het Griekse Panathinaikos. Daar scoorde hij in de wedstrijd tegen Panthrakikos een bijzonder doelpunt. 'Met het hoofd', lacht hij. 'Big fun, iedereen kwam naar me toe om me te feliciteren.' Problemen met zijn geringe lengte heeft hij naar eigen zeggen niet. 'Een kopduel in de lucht zal ik niet snel winnen. Maar ik ben snel en wendbaar. Op mijn positie zijn dat belangrijke eigenschappen.'

Foppe de Haan vindt dat er veel te veel naar het fysiek van talenten wordt gekeken en te weinig naar potentie
SC Heerenveen speler Henk Veerman is met een lengte van 2 meter de langste speler van de Eredivisie.Beeld Klaas Jan van der Weij

Henk Veerman (25), lengte: 2.00 M

'Alle ballen op Henkie', klinkt het bij thuiswedstrijden van Heerenveen, zodra een blonde, rijzige gestalte zich klaarmaakt om te gaan warmlopen. 'Henkie' is Henk Veerman uit Volendam. Volgens het databedrijf Gracenote is hij 1.99 meter lang, maar klopt dat ook? De spits, de langste speler in de eredivisie, durft zijn handen er niet voor in het vuur te steken en is zelf ook benieuwd. De rolmaat komt erbij en Veerman gaat zonder schoenen tegen de muur staan. 'En?', vraagt hij.

Voor zover Henk Veerman (25) het zich kan herinneren is hij altijd al lang geweest, zowel op school als in het voetbalteam. Trainers posteerden hem bij voorkeur centraal achterin, tot vier jaar geleden bij de amateurs van Volendam de spits ziek was en Veerman zijn vinger opstak. 'Ik zei: laat mij het eens proberen. Vanaf dat moment ben ik gaan scoren.'

Veerman maakte onder meer naam door als invaller van Volendam vier doelpunten in tien minuten te scoren tegen Achilles'29. Het leverde hem in februari 2015 een transfer naar Heerenveen op. Daar staat de teller dit seizoen op drie doelpunten. Dat komt vooral omdat hij pas in de slotfase wordt ingebracht. Niet één speler in de eredivisie kwam vaker als invaller in het veld dan hij.

Zodra Veerman binnen de lijnen komt, pompen zijn medespelers de bal in de zestienmeter. Daar kan Veerman uit twee mogelijkheden kiezen: de bal op doel koppen of terugleggen op een teamgenoot. Behalve door de lucht is Veerman ook prima aanspeelbaar over de grond. Hij heeft een fijne techniek. Volgens zijn oud-trainer Foppe de Haan zou 'heel Engeland' in de rij staan voor een type zoals Veerman. 'Maar dan moet Henk wel álles uit zijn carrière willen halen.' Veerman kent die kritiek. Heb je er weer zo één, zie je hem denken: lang, dus traag en weinig techniek. Maar bij Heerenveen ben ik veruit de snelste.'

Door zijn lengte (het gemiddelde in de eredivisie is 1.82,3) heeft Veerman het gevoel zich extra te moeten bewijzen. Het is het lot van de lange spits. Engels international Peter Crouch (2.01) werd vaak smalend 'Bambi on ice' genoemd en John van Loen (1.92) luisterde bij Anderlecht naar de bijnaam 'De Lantaarnpaal'.

Veerman werd onlangs bij Studio Sport, nadat hij in de slotfase Heerenveen langs Vitesse had geschoten, een 'Appie Happie-spits' genoemd, naar de stripfiguur van tekenaar Dik Bruynesteyn. Veerman zucht: 'Ik ken die hele Appie Happie niet. Dat één man me zo noemt, betekent nog niet dat iedereen zo tegen mij aankijkt.' Dan trekt Veerman zijn schoenen uit en gaat tegen een paal staan. Exact 2.00 meter. Hij is bijna de langste veldspeler aller tijden in de eredivisie. Alleen Sven Werkhoven van NEC (2.05), Kevin Vink van RKC (2.02) en Bogan Milic van ADO (2.01) waren volgens databedrijf Gracenote iets groter. Die cijfers kunnen, net als de geregistreerde lengte van Veerman (1.99) incorrect zijn.

'Voor een voetballer is het misschien lang', zegt Veerman, die vaker heeft gescoord dan de andere lange mannen in hun hele carrière. 'Ik snap dat ik daardoor een opvallende verschijning ben. Maar als ik in Volendam loop, zie ik veel langere mensen.'

En ach, hetis zoals het is. Zijn lengte is een voor- en nadeel tegelijk. Zo was het vroeger al, toen hij als schilder werkte ('Ik kon overal gemakkelijk bij, maar laag bij de grond was lastiger') en zo is het nog . 'Misschien dat ze door mijn lengte denken: hij is een pure stormram. Aan de andere kant: als ik niet zo lang was geweest, had ik misschien wel negentig minuten op de bank moeten zitten.'