Direct naar artikelinhoud
Interview

"Kunst is het enige wat ons allemaal zal overleven"

Hans Ulrich Obrist in een architecturaal pareltje: Villa Empain.

Hans Ulrich Obrist, HUO voor wie het korter wil, is vermoedelijk de invloedrijkste ‘curator’ in de hedendaagse kunst­wereld. Een onvermoeibare spraakwaterval ook, die gelooft dat alleen kunst de mens nog kan verbinden. In Villa Empain neemt hij nu de expo Mondialité onder zijn hoede. ‘Hoe werelds ook, kunst heeft altijd lokale roots.’

Hij kan het grapje wel smaken. Dat hij de eerste man is voor wie ik om half zes ’s ochtends opsta. Het interview vindt al om zeven uur in Villa Empain plaats. HUO: “Ik ben een vroege vogel. En mijn agenda laat geen andere afspraken toe. Ik geef maar twee interviews. Dus als u me wilt spreken, is dit de enige mogelijkheid.”

Villa Empain, de indrukwekkende art-decowoning die zich tussen allerlei andere villa’s op de Brusselse Rooseveltlaan bevindt, ligt er op dit vroege uur nog ingeslapen bij. De schoonmaker die zwijgzaam de deur opent, lijkt met de stofzuiger op wandel. Traag sleurt hij het toestel door de ruime inkomhal achter zich aan. De slurf maakt amper geluid, het lijkt erop dat de machine niet eens aanstaat. Heel even denk ik dat de schoonmaker deel uitmaakt van een performance. 

Hans Ulrich Obrist, ook codirecteur van de Londense Serpen­tine Galleries, staat onder meer bekend om zijn liefde voor performances, zijn passie voor live art. Marina Abramo­vić gaf in deze lichtrijke Galleries nabij Kensington Gardens de première van haar 512 hours weg, een immaterieel kunstwerk dat onlosmakelijk verbonden is met het uithoudingsvermogen en de discipline van de artieste, die eerder al in het New Yorkse MoMA bijna een miljoen bezoekers wist te trekken met een tafel, twee stoelen en haar ijzeren aanwezigheid.

“Nee, die man is daadwerkelijk een schoonmaker”, weet HUO als hij me meetroont naar het kantoor van Asad Raza, de artistiek directeur van de Boghossian-stichting. Dat is de Libanees-Armeense stichting die alle sociale, educatieve en artistieke projecten van Villa Empain steunt en financiert. “Morgen gaat de tentoonstelling Mondialité open. Het wordt fan-tas-tic.”

In deze Villa Empain vloeit de hele wereld samen. U bent een Zwitser die naar Londen is verhuisd en nu ­tijdelijk in Brussel woont. Asad Raza is een New Yorker met Pakistaanse roots. De Boghossian-stichting is, net als dit prachtige gebouw, van de Armeens-Libanese broers Boghossian. Om van alle kunstenaars van uw expositie Mondialité nog te zwijgen. Is de wereld van vandaag dan toch een dorp?

“De wereld is geen dorp, in de zin dat alles vanuit dezelfde drijfveren, dezelfde biotoop, wordt geboren. Maar het is bijzonder belangrijk dat we inzien dat het aan ons is, burgers, om van de wereld onze thuis te maken.

“Goede kunst vertoont altijd lokale wortels. Wat in België wordt geboren, is verschillend van wat in Korea of in Duitsland ontstaat. Die verschillen zijn juist van wezenlijk belang. Het leren omgaan met die verschillen is een must.

'Globalisering zonder regionale verschillen, is een gruwel. Homogeniteit is 'the horror, really the horror''

“Het omgekeerde, een globalisering zonder regionale verschillen, is een gruwel. Homogeniteit is the horror, really the horror. Het belang van verscheidenheid is niet te onderschatten. Lokale wortels zijn van wezenlijk belang. Ze kleuren wie je bent, wat je doet, wat je maakt, ook als kunstenaar. De politiek in je land, de ideologie, de sfeer, het klimaat, de geografie, het licht, de buurlanden, de mensen rondom je, de rituelen, de gebruiken, de tradities enzovoort beïnvloeden jou en je werk.

U gelooft in de dialoog?

“Villa Empain, en de Boghossian-stichting, hebben die doelstelling zelfs in de statuten opgenomen: een dialoog tussen Oost en West tot stand brengen. Raza, mijn collega hier, is een Pakistaans choreograaf. Hij begrijpt de taal van de dans beter dan wie dan ook. Maar zijn dans is anders dan die van een Belg. De taal van de dans is trouwens ook de taal van Brussel, van België. Met de dans die hier in dit land geboren is, kun je grenzen opentrekken, heb je een Belgische taal ontwikkeld die het pure linguïstische overstijgt en die tegelijkertijd de kern van ons mens-zijn, wereldwijd, raakt.”

Toch moet die dans het ontgelden. In de subsidiëring van deze kunstvorm werd zwaar gesnoeid. Alleen ­kunstminnenden geloven in kunst, wordt gezegd. De ­politiek zet op andere middelen in.

“Het is zeer jammer dat alle toonaangevende modernedans­gezelschappen van dit land vooral door het buitenland worden gewaardeerd, maar in eigen land eerder bot vangen.

'Hoeveel grote bedrijven kent dit land niet? Wel, elk bedrijf dat de samenleving au sérieux neemt, zou een kunstenaar in dienst moeten nemen'

“België zou deze dialoog kunnen stimuleren door de eigen dansgezelschappen een duwtje te geven. De overheid moet die dialoog durven opentrekken. En bedrijven kunnen daarin een voortrekkersrol spelen. Hoeveel grote bedrijven kent dit land niet? Wel, elk bedrijf dat de samenleving au sérieux neemt, zou een kunstenaar in dienst moeten nemen. Neem een artist in residence. Laat deze schrijver, dichter, beeldende kunstenaar, performer… in dialoog gaan met de werknemers, de klanten, etc. De wereld zal niet veranderen als wij hem niet veranderen.”

U bent uw optimisme nog niet verloren?

“Optimisme is mijn drijfveer. Ik heb een tomeloze ambitie als het op het scheppen van dialogen, het verbinden van mensen, aankomt. Het liefst van alles is mijn doel zo goed als onmogelijk. Juist doordat iets bijna onmogelijk is, zet ik me helemaal in om dat doel toch te bereiken.

Zo bent u jaren geleden ook met de architect Rem Koolhaas in contact gekomen. Hij staat bekend om zijn geslotenheid. En op jonge mensen kan hij, en zijn cv, ­intimiderend overkomen. Niet bij u.

“Hij is een van mijn beste vrienden, nu. Maar die eerste keer herinner ik me heel goed. Ik kende zijn werk. Ik wilde hem spreken. Ik wilde hem, zijn filosofie en zijn inzicht in de verstedelijking, betrekken bij bepaalde dialogen met andere kunstenaars. Ik heb lange tijd geprobeerd hem te bereiken. Het lukte niet. Ik ging hem opwachten. Op een dag liep ik met hem mee. Hij zei: ‘Nu niet, geen tijd, geen prioriteit, maar morgen vlieg ik naar Hongkong, dus als je me echt wil spreken, dan zorg je dat je ook op die vlucht zit.’ Ik denk niet dat hij had gedacht dat ik ook echt zou meevliegen. De volgende dag zat ik samen met hem op die vlucht, die voor mij een fortuin kostte.

“Een paar jaar later hebben we samen het boek over Japan­se modernisten gemaakt. Project Japan. Marathon­interviews met de naoorlogse generatie Japan­se architecten. Hij bracht me in contact met Zaha Hadid, die voor de Serpentine Galleries een paviljoen heeft ontworpen. Enzovoort.”

Hans Ulrich Obrist, de curator die krijgt wat hij wil, strijkt neer in de Brusselse Villa Empain

Mondialité staat in het teken van de filosofie van Édouard Glissant, een Frans-Antilliaanse schrijver die vooral in de vorige eeuw het debat over kosmopolitisme beïnvloedde. Waarom koos u voor hem?

“Omdat zijn ideeën vandaag misschien nog relevanter zijn dan ooit!

“De globalisering is natuurlijk van alle tijden. In de loop van heel onze geschiedenis werden grenzen verlegd en overschreden. Maar nooit gingen de ontwikkelingen zo snel en die snelheid brengt scherpe tegenkantingen met zich mee. Mensen plooien terug op zichzelf. Naties willen zich afsluiten. Men is bang van de ander, en er is angst om de eigenheid te verliezen. Maar juist door die angst gaat, samen met de nuance, ook de eigenheid verloren. We belanden in platitudes. Het concept ‘mondialité’ van Glissant doet juist een appel aan de gulden middenweg.

“Er is een manier om aan populistische leiders zoals Trump en Le Pen te ontsnappen. De twee leiders die ik opnoem, zijn geradicaliseerd. Ze zijn geradicaliseerd in de ­versimpeling der dingen. Ze stellen de oercomplexe werkelijkheid als een kinderspel voor: dit is goed, dit is slecht, zo moet het en zo moet het niet.

“Er bestaat een manier om je door platitudes te laten leiden en om toch je eigenheid te behouden. Glissant gebruikt het voorbeeld van een archipel: talrijke eilanden die allemaal anders zijn en toch met elkaar in verbinding staan.”

Ook binnen de artistieke wereld zelf zoekt u naar ­verbinding. Dat bewees u als jongeman al met uw jacht op Rem Koolhaas.

“Ja, ik beschouw ook disciplines als eilanden en ik wil ook die met elkaar verbinden. Ik breng filosofie in aanraking met dans, haal schrijvers en dichters binnen die met muzikanten, computertechnologen of met wetenschappers aan de slag gaan, link filmmakers aan architecten, enzovoort. Iedereen die nadenkt, is voor mij een interessante speler. Zo ben ik destijds ook op Édouard Glissant toegestapt. Ik ben bij hem gaan aanbellen. Ik heb gezegd: ‘Ik wil u spreken over uw ideeën.’ Hij liet me binnen.”

'Koolhaas zei: ‘Als je me echt wil spreken, dan zorg je dat je morgen op de vlucht naar Hongkong zit, samen met mij.’ Ik denk niet dat hij had gedacht dat ik ook echt zou meevliegen'

En toch: zelfs in dit Brussel lukt het niet om bruggen naar de ander te slaan. Vlamingen zijn misnoegd. Walen eveneens. Brusselaars net zo. Binnen de mini-archipel genaamd België blijkt een evenwaardige dialoog al een utopie.

“Ik denk dat Brussel juist een illustratie van de theorie van Glissant kan zijn. Misschien is dit wel juist de plek om met deze omwenteling te beginnen. Ook symbolisch. Dit is de hoofdstad van Europa. Hoofdstad van het continent dat ­vandaag in diepe crisis vertoeft .

“Ik weet dat in deze stad nog veel werk aan de winkel is. Dat er geïsoleerde gemeenschappen zijn, nieuwe vormen van racisme en geweld hier de kop opsteken. Ook de talenkwestie is me bekend. Ik kwam als jongeman al in Brussel. Ik vond de stad, die vele eilanden binnen Brussel, intrigerend. Ik vind dat nog altijd.

“Weet je wat Glissant, met wie ik tot aan zijn dood bevriend was, van talen vond? Je kon niet meertalig genoeg zijn. De beheersing van een enkele taal is onvoldoende. Word breder. Verrijk je wereld. Je eigen taal is je eigenheid. Maar waarom daarnaast niet de taal van de ander leren en gebruiken? Waarom die brug naar de buren niet slaan, of niet langer slaan? Omdat we almaar meer op onszelf terugplooien? Het is een begrijpelijke reactie. Maar het is ook een reactie die ons van de ander vervreemdt. En die de ander, evengoed, van ons vervreemdt.

“Hoe kun je ervoor zorgen dat kleine talen niet verdwijnen? Hoe kunnen we die specifieke eigenheid laten zegevieren op het dominante Engels dat, in een verarmde vorm, overal de kop opsteekt? Een kosmopolitische attitude staat niet haaks op een eigen identiteit. Maar je moet er wel goed mee omgaan.

'Het is zeker waar dat we niet alleen voor eigen parochie mogen preken. Alleen al daarom is het belangrijk dat Villa Empain op woensdag gratis toegang verleent aan bezoekers'

“Europa verkeert in een crisis. Daarom is kunst zo belangrijk als een gezamenlijk project. Wat we gemeen hebben, is dat we allemaal mens-zijn. Je kunt je individualiteit bewaren en tegelijkertijd boven jezelf en je eigen identiteit uitstijgen. Je kunt een brug slaan naar de ander. Dat is wat we hier proberen te laten voelen. Dat er nieuwe samenlevingsvormen mogelijk zijn.”

U wordt door velen de invloedrijkste curator van ­hedendaagse kunst genoemd. Gaat dat samen: curare, ­verzorgen, en tegelijkertijd veel macht hebben?

“Ik werk niet alleen, nooit, dat interesseert me ook helemaal niet. Ik wil dingen gedaan krijgen.

“Elke expositie is het resultaat van teamwerk, van een intense samenwerking met de organiserende krachten en met de kunstenaars zelf. Voor een curator is nederigheid een belangrijke eigenschap. Kunst, of die nu tastbaar is of niet, heeft een verbindende functie. Curatoren hebben die ook.

“Maar ik geloof wél nog altijd in de traditionele betekenis van het woord ‘curator’. Wij, professionals, zijn er om kunst en kunstenaren te verzorgen. We staan ten dienste van de kunst. Onze ideeën en inspiratie hebben we aan kunstenaars te danken, aan onze gesprekken met hen, aan de ontmoetingen die we, over disciplines en grenzen heen, weten te organiseren.”

Hoort kunst in een museum thuis? Is een museum niet een eiland waartoe velen nog altijd geen toegang vinden?

“Ik geloof sterk in de noodzaak van musea, ben een groot voorstander van bescherming. Kunst moet worden beschermd, ook puur fysiek: werk moet in bewaring worden genomen. Kunst is het enige wat ons allemaal zal overleven, eeuw na eeuw. Kijk naar de werken van Goya vandaag. De hele huidige problematiek zit in de oorlogsgruwelen die hij in de 18de eeuw schilderde.

Hans Ulrich Obrist, de curator die krijgt wat hij wil, strijkt neer in de Brusselse Villa Empain

“Performances kun je natuurlijk niet zo vanzelfsprekend bewaren als schilderwerken en beelden, maar daar moeten andere manieren voor worden gezocht.

“Tegelijkertijd, ik beaam je stelling, vind ik dat musea zich meer zouden moeten openstellen voor de buitenwereld. Ik zou willen dat iedereen met kunst in aanraking kwam. Het is zeker waar dat we niet alleen voor eigen parochie mogen preken. Alleen al daarom is het belangrijk dat Villa Empain op woensdag gratis toegang verleent aan bezoekers. De financiële drempel wordt zo al weggehaald. Kunst is de hoogste vorm van hoop. En iedereen heeft recht op die hoop.

“De Serpentine Galleries, in het hart van Londen, zijn open ruimte, ze nodigen iedereen uit tot het absorberen van kunst, tot nadenken over de wereld, tot dialogeren met elkaar. Deze Villa Empain is al net zo goed een unieke plek. We stellen de kunst van Walter Price, Steve McQueen, Koo Jeong A en vele anderen in een huiselijk kader tentoon. Dit is geen klassiek museum. Dit is een uitwisselingsplek. Hier gebeurt iets.”

Het is verbazingwekkend hoeveel dingen u gedaan krijgt. Hoe komt het dat deze mensen u niet de deur wezen, integendeel, u in de armen sloten? Wat is uw geheim?

“Ik weet het niet. Ik was enig kind. Als enig kind heb ik altijd een diep verlangen gevoeld om met anderen een connectie te maken. En soms legde ik de lat zo hoog, dat ook ik er niet ­overheen kon. Heel lang heb ik geprobeerd om Jean-Luc Godard te benaderen. Dat is nooit gelukt. Hij liet en laat zich niet benaderen. Ik weet niet wat mijn geheim is. Ik ben zowel onwetend als nieuwsgierig op vele vlakken. En ik wil nuttig zijn. Zoals een brug.”

Mondialité, tot 27 augustus in Villa Empain, Franklin Rooseveltstraat 67, Brussel