Slechts drie speelsters kregen de trofee meer dan twee keer. Alleen de Duitse Steffi Graf (8 keer) en de tot Amerikaanse genaturaliseerde Tsjechoslovaakse Martina Navritalova (7 keer) stonden er vaker mee te pronken. Justine Henin (2003 en 2007) en Kim Clijsters (2005 en 2010) waren allebei twee keer speelster van het jaar.

Halfweg het seizoen zag het er niet zo goed uit voor Williams. In de eerste drie Grand Slams werd ze vroeg uitgeschakeld en haar leidersplaats op de WTA-ranking kwam in gevaar. Ze eindigde het seizoen echter door 25 van haar 29 laatste wedstrijden te winnen. Met haar zege in het US Open bracht Williams een 18e Grand Slam op haar naam, net evenveel als Navratilova en de Amerikaanse Chris Evert. Alleen Graf heeft met 22 stuks nog meer Grand Slams op haar palmares.

In de poll kreeg Williams bij de media het leeuwendeel van de stemmen, 36 op 58, maar bij de fans kreeg de Roemeense Simona Halep met 48 procent van de stemmen de voorkeur op Williams. Halep (WTA-3) was de enige speelster uit de top tien die Serena Williams een nederlaag toediende in 2014.

Eerder deze week werd de Zwitserse Belinda Bencic (WTA-32) tot nieuwkomer van het jaar verkozen en de Canadese Eugenie Bouchard (WTA-7) tot speelster die het sterkst verbeterde. De Kroatische Mirjana Lucic-Baroni (WTA-60) maakte de comeback van het jaar en de Italianen Sara Errani en Roberta Vinci vormden het beste dubbelpaar.