1. Het ligt niet aan jou

Hoofdpijn na een paar glazen? Troost je, het ligt aan je genen. Uit een recent Australisch onderzoek, waarvoor 4.000 tweelingen onderzocht werden, is gebleken dat het effect van te veel alcohol de dag nadien voor de helft bepaald is door je genen. De andere factoren - hoe snel je drinkt, hoeveel je gegeten hebt en hoe goed je er tegen kan - heb je wel zelf in de hand.

2. Je glazen zijn te groot

Onderzoekers van de Iowa State University deden een steekproef bij 74 studenten die wijn dronken. Uit hun statistieken bleek dat ze 11.9 procent meer wijn in grote glazen schonken, dat ze 12.2 procent meer wijn inschonken als ze hun glas vasthielden en 9.2 procent meer wijn inschonken als het witte wijn was. Conclusie: drink rode wijn, zet je glas neer en schenk je glazen maar halfvol. Vooral dat laatste klinkt nog niet zo onlogisch.

3. Je schenkt best nog een glas in

Volgens wetenschapsjournalist Adam Rogers, die onlangs het boek ‘The Science of Booze’ uitbracht, helpt er maar één ding tegen een kater: ’s ochtends nog een glas drinken. ‘De stof die deels verantwoordelijk voor een kater heet methanol. Alle alcoholische dranken bevatten ethanol, de stof die ook dokters gebruiken tegen methanolvergiftiging. Eén glas alcohol ’s ochtends kan de symptomen dus verlichten’, is zijn mening. Te proberen op eigen risico.