Parijs heeft nieuwe ‘muziekstad’

© Didier Bay de la Tour

In het westen van Parijs, op een eiland in de Seine, zijn twee concertzalen in gebruik genomen. ‘La Seine Musicale’ is de openingszet van een cultureel stadsdeel.

Geert Sels

Zakenman François Pinault had zijn oog laten vallen op het Île Séguin, het eiland in het westelijk stadsdeel Boulogne-Bilancourt. Tot 1992 lagen daar en op de oever de fabrieken van Renault. Het duurde vijftien jaar voor de gebouwen afgebroken waren en de besmette grond gesaneerd was. Ideaal voor een kunstmuseum, dacht Pinault. Uiteindelijk trok hij naar Venetië.

Zijn inspiratie voor een culturele herbestemming had echter ingang gevonden. Na vier jaar werken is dit weekend La Seine Musicale geopend. Dat is een muziekstad, zoals ook Rome er één heeft, die twee ­concertzalen en toebehoren groepeert. Het project kost 170 miljoen euro, waarvan 80 miljoen via privé-investeerders.

© AFP

Bob Dylan

De Japanse architect Shigeru Ban tekende de plannen. Een winnaar van de Pritzker Prize? Daar moeten we voor de opening een passend equivalent tegenover zetten, dachten ze in Parijs. En ze vroegen meteen een Nobelprijswinnaar Literatuur om de grote zaal te openen. Afgelopen weekend speelde Bob Dylan een eerste concert.

La Seine Musicale ligt op de tip van het eiland en vormt meteen het bruggenhoofd. Van de kop van het gebouw heeft Ban een opmerkelijk baken gemaakt. Achter een voorplein rijst een immense koepel op met houten naden en glazen bekleding. Er hangt een halfrond scherm rond met zonnepanelen. Doorheen de dag draait het als een zonnebloem rond de koepel; ’s nachts keert het terug naar zijn beginstand.

Net als in Centre Pompidou Metz opteert Ban voor een royale inkomhal. In de koepel is de zaal voor klassieke muziek ondergebracht, met een capaciteit van 1.150 zitjes. Ze is ingericht volgens het wijngaardmodel, waarbij de luisteraars in terrasvormige verdiepjes zitten. Geen enkele stoel bevindt zich verder dan negentien meter van de uitvoerders. Voor de akoestiek heeft Ban het plafond en de wanden bekleed met de kartonnen buizen waar hij patent op heeft.

Kunstmuseum

Achter deze ‘kop’ strekt het gebouw zich als een oceaanstomer uit langs de Seineboord. Het neemt 36.500 vierkante meter in. Een interne straat van 280 meter lang rijgt op de begane vloer commerciële functies aan elkaar. Daarboven liggen repetitielokalen en opnamestudio’s. Via de glazen uitsneden kan men van buitenaf de artistieke bedrijvigheid in de gaten houden.

In de uitloper van deze stomer met zijn betonnen wanden ligt de grote concertzaal. Die kan 4.000 zittende en 2.000 staande toeschouwers herbergen. Er zullen ook grootschalige dansvoorstellingen, musicals en spektakels plaatsvinden.

Deze muziekstad is de eerste zet op het eiland. Over enkele jaren volgt een muziekcampus van 150.000 vierkante meter. Daar krijgen Vivendi, Canal Plus en Universal Music een onderkomen. Aan het verste eind van het eiland komt een centrum voor ­hedendaagse kunst. Daar wil de projectontwikkelaar Laurent Dumas zijn verzameling exposeren, met daarin werk van Alberto Giacometti, Henri Matisse, Anselm Kiefer en Bill Viola.

© AFP

© AFP