Afgelopen vrijdag kondigde de federale regering een aantal indrukwekkende investeringen aan in de strijd tegen terreur, waaronder de installatie van 260 gloednieuwe ANPR-camera’s op de Belgische autosnelwegen. De regering trok in totaal 8,5 miljoen euro uit voor de camera’s. Die moeten via nummerplaatherkenning het in- en uitgaande verkeer scannen en geseinde voertuigen sneller identificeren.

Maar nu blijkt dat de aanwezigheid van die camera’s ook voor de gewone burger niet onopgemerkt zal voorbijgaan. “Een deel van de camera’s zal ook functioneren als trajectcontrole, waardoor we tegelijk ook investeren in de verkeersveiligheid”, aldus minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA).

Perfect een-tweetje

Dat nieuws klinkt Vlaams minister van ­Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) ongetwijfeld als muziek in de oren. De trajectcontroles zijn een volledig gewestelijke bevoegdheid, net als de mogelijke opbrengst van de verkeersboetes. Weyts kondigde bovendien al aan dat hij in de toekomst nog veel zwaarder wil inzetten op de succesvolle trajectcontroles. Zijn kabinet geeft ook aan dat ze al “in ­gesprek zijn” met de federale wegpolitie over het gebruik van de camera’s.

In omgekeerde richting kan Vlaanderen ook een aantal van haar eigen, bestaande ANPR-camera’s vrijgeven voor de strijd tegen terreur. Met andere woorden: een perfect een-tweetje tussen N-VA’ers Jambon en Weyts. “Het is nu eenmaal een feit dat het technisch mogelijk is om de camera’s ook in te zetten voor trajectcontroles”, zegt de woordvoerder van Jambon. “Als we de camera’s toch hebben, waarom ze daar dan ook niet voor ­gebruiken? Dat zijn mooie opportuniteiten.”

Terreur blijft prioriteit

Toch benadrukt het kabinet-Jambon wel dat de camera’s er in de eerste plaats komen voor de strijd tegen terreur en niet voor het uitschrijven van verkeersboetes. Ook de 200 politiemensen die worden vrijgemaakt voor de verwerking van de cameragegevens zullen zich volledig focussen op terreurbestrijding. “We hebben nog niet beslist waar die camera’s precies zullen komen, maar de strijd ­tegen terreur staat centraal (lees: vooral aan onze grenzen, nvdr.). Daarna kunnen we kijken wat de extra mogelijkheden zijn. Misschien zullen we maar een deel van de camera’s kunnen gebruiken voor trajectcontroles, en misschien ook alle 260.”