Voor de familie van Britta vormt het assisenproces de laatste hoop om haar terug te vinden. Advocaat Jef Vermassen, die voor de moeder en stiefvader van het slachtoffer optreedt, riep Teckmans op om zich eens in hun plaats te stellen.

‘Stel u voor dat uw eigen dochter 25 is en plots verdwijnt. Dat u na een lange zoektocht te weten komt dat ze gedood is en door wie. U zult dan met dezelfde vraag zitten als mijn cliënten: ‘Zeg ons waar ze is’. Daarom smeek ik u: denk erover na en doe het, zeg het gewoon. Het zal iedereen helpen, niet enkel haar familie, maar ook u.’

Ook de advocaten van de andere familieleden benadrukten hoe belangrijk het voor hen is om te weten wat er met Britta gebeurd is en waar haar lichaam is. Ze willen Britta begraven en om haar rouwen. ‘Door het niet te vertellen, laat u hen nog meer lijden dan nodig is’, stelde meester Carl Slabbaert, namens de halfzus en stiefmoeder van Britta.

‘Ik vertegenwoordig het monster’

Als laatste kreeg de advocaat van Teckmans het woord. ‘Ik vertegenwoordig niet de gemeenschap of de treurende familieleden. Ik ben de raadsman van het monster. De duivel”, stelde advocaat Jan De Man. Hij vertelde de jury dat zijn cliënt het zich niet gemakkelijk heeft gemaakt en hem bijgevolg ook niet, maar toch hoopt hij op een eerlijk proces.

De Man had geen kritiek op de inhoud van de akte van beschuldiging, maar wel op de manier waarop sommige onderzoeken gebeurd zijn en welke conclusies werden getrokken. De advocaat stelde voorts dat hij het niet eens is met de juridische omschrijving die aan de feiten gegeven werd. Teckmans staat terecht voor doodslag, maar De Man zal tijdens het proces elementen proberen te verzamelen om dan op het einde zijn stelling naar voren te brengen. ‘En dan zullen we wel zien welke beslissing u neemt’, zei hij tot de jury.

Vrijdagmiddag volgt het verhoor van Tijl Teckmans.