Vlaamse judofederatie voert strijd tegen grensoverschrijdend gedrag op

© AP

De Vlaamse judofederatie gaat de strijd tegen grensoverschrijdend gedrag nog opvoeren. Dat meldt ze maandagavond. De federatie werkt een aantal specifieke maatregelen uit, zowel preventief als curatief, klinkt het in een persbericht na een vergadering van de raad van bestuur over het thema.

dgs, ydl

Het stormde dit weekend bij de Vlaamse judofederatie (VJF). Nadat ex-judoka’s Ann Simons en Niki Heylen in De Standaard hadden getuigd dat ze meer dan tien jaar geleden al waren gaan klagen over seksueel grensoverschrijdend gedrag door topcoach D.B., die nu nog altijd de sportieve lakens bij de judofederatie uitdeelt, kon de VJF maandagavond niet anders dan een bijzondere raad van bestuur bijeen roepen.

Concreet wil de federatie de jonge atleten mentaal assertiever en weerbaarder maken. Verder bekijkt ze of ze een laagdrempelig aanspreekpunt ter beschikking kan stellen van atleten. ‘Met een laagdrempelige aanpak wil de federatie nog sneller kunnen inspelen op de signalen van het werkveld’, klonk het maandagavond. ‘Tegelijkertijd wil de VJF ook verder met haar externe partners en andere actoren binnen de sportwereld pleiten voor accurate acties die kunnen bijdragen tot het beoogde sportklimaat.’

‘Rotte appels’

De judofederatie, die de ‘rotte appels’ uit haar werking wil weren, wijst erop dat ze de afgelopen jaren al verschillende initiatieven heeft genomen rond grensoverschrijdend gedrag in samenwerking met het Internationaal Centrum Ethiek in de Sport vzw (ICES). Ze verwijst ook naar de Tuchtcommissie, een objectief en onafhankelijk orgaan bij wie de leden klachten kunnen indienen.

De federatie roept de slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag dan ook op om problemen steeds kenbaar te maken, zodat ze maatregelen kan nemen.

Sommige leden vroegen volgens onze informatie een ‘krachtig signaal’. Lees: het ontslag van D.B. Andere bestuursleden wilden zo ver niet gaan. De vrees dat zijn ontslag op basis van verhalen in de media over oude feiten eenvoudig aanvechtbaar zou zijn, omdat er ook geen recente officiële klachten zijn, haalde het bij hen van de overtuiging dat een sportieve baas een onkreukbaar imago moet hebben.

De mededeling van de VJF vermeldt D.B. niet expliciet, maar schrijft dat de verklaringen van slachtoffers ‘betrekking hebben op verschillende personen binnen en buiten onze werking, en niet enkel op één persoon die nog actief is binnen onze werking’. ‘De feiten waarover Ann Simons spreekt zijn in 2006 besproken in overleg met alle betrokken partijen, inclusief het BOIC’, klinkt het nog. ‘De raad van bestuur wenst betrokken partijen opnieuw rond de tafel brengen alvorens verdere acties te ondernemen.’