Direct naar artikelinhoud
INTERVIEW

'Kunt u vier excellente Europese leiders noemen?'

De Brits-Soedanese telecommiljardair Mo Ibrahim zet zich in voor democratie en goed bestuur in Afrika. Morgen is hij te gast op de Afrikadag in het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. 'Afrika gaat vooruit, maar te langzaam.'

Mo IbrahimBeeld epa

Voor iemand die miljarden heeft verdiend met mobiele telefonie is de ontvangst vanuit zijn villa in Monte Carlo beroerd. Maar voormalig tycoon Mo Ibrahim, pleitbezorger van democratie en goed bestuur in Afrika, blijkt te ijsberen. Na enig aanmanen gaat hij zitten en wordt verstaanbaar.

De vraag was wanneer de in Soedan geboren, maar in Londen en Monaco woonachtige Ibrahim voor het laatst in zijn dictatoriaal geregeerde geboorteland is geweest. 'Toen mijn bedrijf nog actief was in Soedan ging ik geregeld terug. Sinds ik met governance bezig ben niet meer. Ik ben bepaald geen vrienden met het regime.'

Ibrahim (68) is een fenomeen. Hij werd opgeleid als elektrotechnisch ingenieur en was oprichter/eigenaar van Celtel, het eerste telecombedrijf van Afrika, met 24 miljoen abonnees in 14 landen. In 2005 verkocht hij Celtel voor 2,9 miljard euro en vond zichzelf opnieuw uit als filantroop.

Hij richtte de Mo Ibrahim Foundation op, die de Ibrahim Index of African Governance opstelt, een jaarlijkse statistisch onderbouwde ranglijst van landen op het gebied van democratie en goed bestuur. Ook doet hij mee aan The Giving Pledge, een initiatief van Bill en Melinda Gates waarin miljardairs beloven het leeuwendeel van hun vermogen weg te geven.

Begin deze maand verscheen de Index voor 2014, aangevoerd door Mauritius, en met Somalië als hekkensluiter. Ibrahim wil niet generaliseren over de algehele trend. 'Afrika telt 54 landen met grote onderlinge verschillen.' Op een aantal terreinen signaleert hij vooruitgang, zoals gezondheidszorg, onderwijs, participatie en mensenrechten. Maar qua rechtsstaat en veiligheid van burgers gaat het in veel landen achteruit.

'Dat komt vooral door het ontstaan van interne conflicten en geweld in landen als Egypte, Libië, Centraal-Afrikaanse Republiek, Mali, Nigeria, Zuid-Soedan. Ik maak me daar veel zorgen over, want overal waar zulke conflicten oplaaien gaat het slecht met de scholen en de klinieken, is er geen overheid en geen ontwikkeling.'

Interview met Mo Ibrahim
Beeld © David Johnson/Corbis Outline

CV Mo Ibrahim

1946 Geboren in Soedan

1981 PhD University of Birmingham (elektrotechniek)

1989 Oprichting MSI

1998 Oprichting Celtel

2005 Verkoop Celtel voor 3,4 miljard dollar (2,9 miljard euro)

2006 Oprichting Mo Ibrahim Foundation

2007 Ibrahim Index of African Governance

2007 Mo Ibrahim Prize for Achievement in African Leadership

U sponsort een prijs voor Afrikaans leiderschap, de Mo Ibrahim Prize, die nu voor het derde jaar niet is uitgereikt. Schieten Afrikaanse leiders tekort?

'Een aantal leiders zeker. Zo is het spijtig dat zo veel presidenten hun verblijf in het ambt proberen te rekken door de grondwet aan te passen, zoals nu weer in Burkina Faso. Nog veel treuriger is de strijd in Zuid-Soedan, een zinloos conflict tussen twee leiders, Riek Machar en Salva Kiir, die allebei president willen zijn. Ze komen nota bene uit dezelfde beweging voort, het is niets meer dan honger naar macht en geld. Daarom sterven duizenden mensen, misdadig.

'Onze prijs is echter niet bedoeld voor gewone politici. Hij is voor excellent leiderschap, voor mensen die hun land en de wereld echt vooruitbrengen. En excellentie is per definitie uitzonderlijk. We gaan onze criteria niet verlagen omdat het om Afrikaanse leiders gaat. Bovendien, stel dat de prijs voor Europese leiders was. Zou ú drie of vier excellente Europese leiders kunnen noemen in de laatste zeven jaar die hun land en de wereld vooruit hebben gebracht?'

Het gaat met veel Afrikaanse economieën goed, met groeicijfers van 5 procent of meer. Ontwikkelingseconomen jubelden de afgelopen jaren over Africa Rising. Hoe belangrijk is daarin de rol van het bedrijfsleven?

'Die is cruciaal. Een bloeiend bedrijfsleven is een maatstaf voor goed bestuur. Het schept banen en welvaart en brengt een land voorwaarts. Het is de belangrijkste drijvende kracht van ontwikkeling. Omdat de regering die rol niet kan spelen. Die heeft haar handen vol aan het opbouwen van basale gezondheidszorg, onderwijs, een rechtsorde. Het bedrijfsleven op zijn beurt moet zorgen dat de regering dit ook doet. Dat gebeurt nu te weinig.'

In hoeverre heeft uw eigen terrein, telecom, bijgedragen aan die economische ontwikkeling?

'Mobiele communicatie is voor Afrika een zegen gebleken. Toen wij in 1998 met Celtel begonnen had je 3 miljoen telefoons in Afrika, vaste lijnen, de meeste in Zuid-Afrika. Een land als Congo, met 55 miljoen mensen, had duizend lijnen. Afrika was volslagen unconnected. Nu, 15 jaar later, heeft Afrika 550 miljoen mobiele telefoons. Meer dan Europa en meer dan de VS.

'Heel Afrika is nu connected. Volgens een studie van London School of Economics brengt elke stijging van het aantal mobiele telefoons van 10 procent het bbp van een land met 2 procent omhoog. Met een penetratie van bijna 60 procent is mobiele telefonie dus verantwoordelijk voor 12 procent van de groei in Afrika.'

Toch is het grootste deel van de groei in Afrika gebaseerd op de exploitatie van grondstoffen. Vooral China speelt daarin een hoofdrol. Roven de Chinezen Afrika leeg?

'Nee, dat beeld klopt niet. Niemand bouwt meer wegen, spoorlijnen en stuwdammen in Afrika dan de Chinezen. En al die infrastructuur blijft in Afrika achter als ze vertrekken. Die nemen ze niet mee terug. Het zou natuurlijk veel beter zijn als ze die projecten internationaal zouden aanbesteden, in plaats van hun eigen bouwbedrijven en arbeiders mee te nemen, maar dat is een ander verhaal.

'Die opmars van China is een wereldwijd fenomeen. Ik zie Chinezen niet alleen in Afrika, maar ook in Londen, Amsterdam. Ga naar een WalMart-filiaal in de VS, en de helft van de spullen komt uit China. De grootste zakenpartner van China is niet Afrika, maar de VS. Waarom is zakendoen met China wel goed voor de VS of Europa, en niet voor Afrika? Iedereen wil iets met China, maar als Afrika dat doet, wordt het behandeld als een overspelige echtgenote.'

Een groot probleem in Afrika zijn de heersende elites die de staat gebruiken als melkkoe. U bent tegen elke vorm van corruptie. Maar veel bedrijven betalen steekpenningen omdat het deel zou zijn van de Afrikaanse cultuur.

'Corruptie is niet alleen een Afrikaans probleem, het is een wereldwijd probleem. Het punt in Afrika is alleen dat het direct raakt aan de verdeling van de welvaart. Als er in Duitsland of Nederland geld wordt afgeroomd is dat niet goed, maar zal niemand er honger om lijden. In Afrika ligt dat anders. Als mensen een stuk van de cake inpikken, hebben anderen minder.

'Voor elke corrupte politicus heb je tien of twintig corrupte zakenlui. Niemand kan in zijn eentje corrupt zijn, je hebt partners nodig. Tot nu toe is de spotlight op de politici gericht, en dat moeten we ook blijven doen, maar bedrijven konden er tot nu toe mee wegkomen, en die moeten ook hard aangepakt. Bedenk wel dat corruptie in Europa ook pas recentelijk wordt bestreden. Het betalen van steekpenningen was nog niet zo lang geleden aftrekbaar van de belastingen.'

Celtel heeft volgens u nooit steekpenningen betaald. Hoe heeft u dat klaargespeeld?

'Onze managers in Afrika mochten geen cheques tekenen boven de 30 duizend dollar. Dat kon alleen het bestuur, waarin externe toezichthouders zaten. Wij zeiden tegen iedereen: luister, we kunnen geen steekpenningen betalen. We hebben een board met belangrijke mensen en die moeten elke grote cheque tekenen. Dus als iemand geld wil, schrijf dan een brief aan de board en leg het voor. Heeft natuurlijk geen mens ooit gedaan. Dat heeft ons zakelijk succes allerminst in de weg gestaan, integendeel. We deden in plaats daarvan iets voor lokale gemeenschappen, we bouwden een schooltje of zo.'

Ondanks alle economische groei was afgelopen jaar vooral een jaar van crises. Met westerse militaire interventies in Mali, CAR, Zuid-Soedan. Een stap terug?

'Absoluut. Het zou beter zijn als de Afrikaanse Unie het alleen af zou kunnen, maar die heeft nog wat hulp nodig. Daarom is het goed dat westerse landen soms ingrijpen, zoals Frankrijk heeft gedaan in Mali. Het waren trouwens Tsjadische soldaten die de meeste gevechten deden, hoewel je op tv natuurlijk alleen die Franse soldaten zag. Ik ben dus niet tegen interventies. Soms moet je ingrijpen, maar dat moet je dan wel intelligent en met verantwoordelijkheid doen. Het moet niet zoals in het Libië van na Kadhafi, waar we het land hebben platgebombardeerd en daarna aan zijn lot hebben overgelaten.'

Op dit moment gaat het natuurlijk alleen nog over ebola, ook morgen in Amsterdam. Hoe heeft de internationale gemeenschap het tot nu toe gedaan?

'We hebben met z'n allen natuurlijk veel te traag gereageerd, en dat is ons duur komen te staan. Je kunt zeggen dat de Amerikanen en Europeanen pas echt betrokken raakten toen er een of twee besmettingen opdoken in Spanje en de VS. Toen waren er al 4.500 doden in West-Afrika. Waarom, denk ik dan, weegt het leven van één mens in Europa of de VS op tegen duizenden levens in Afrika?

'Ik moet wel toegeven dat het inmiddels beter gaat. Het is goed bijvoorbeeld dat de Amerikaanse veiligheidsadviseur Samantha Power deze week naar Liberia is afgereisd, dat toont moed en inzet van de VS en de VN. Goed ook dat er steeds meer internationale steun is losgekomen.'

De ebolacrisis nuanceert wel het positieve beeld van Africa Rising. Toch al bekritiseerd omdat het voorbijgaat aan de politieke stagnatie en corruptie in Afrika.

'Ik heb niks met zulke slogans. Dezelfde bladen die al die covers hadden over Africa Rising hebben ze nu met Africa Basketcase. Het is het een noch het ander. Afrika gaat vooruit, het zou alleen wel wat sneller mogen.'