De raad van bestuur van BSA schaarde zich met een overduidelijke meerderheid (79 procent) achter een resolutie die bepaalde dat de leiders en personeelsleden binnen de organisatie openlijk homoseksueel mogen zijn. De regeling is met onmiddellijke ingang van kracht.

Tegelijkertijd benadrukt BSA wel dat ‘het recht van lokale religieuze organisaties’ blijft gelden om ‘te blijven kiezen voor volwassen leiders die hun geloof respecteren’. Dat betekent dat de autonome scoutsafdelingen die verbonden zijn met religieuze organisaties kunnen blijven beslissen om homoseksuele leiders te weigeren.

Volgens de Amerikaanse LGBT-organisaties (lesbisch, gay, biseksueel en transgender) gaat de maatregel dan ook niet ver genoeg. In een verklaring aan de Amerikaanse nieuwszender CNN benadrukt mensenrechtenactivist Chad Griffin wel dat het opheffen van het algemene verbod een ‘welgekomen stap’ is. ‘Maar het opnemen van een uitzondering voor afdelingen die gesponsord worden door religieuze organisaties ondermijnt en vermindert het historische karakter van deze beslissing. Discriminatie hoort niet thuis bij de Boy Scouts, punt.’

De Boy Scouts of America tellen ongeveer 2,5 miljoen leden. De organisatie telt ook heel wat afdelingen met een autonoom statuut. De meeste daarvan worden beheerd door een religieuze organisatie, in de eerste plaats gaat het dan om de Mormoonse Kerk.

BSA had nog maar in 2013 het verbod op homoseksuele leden opgeheven.