De Boer nam samen met Van Loy de beste start op het zware parcours in Essen. Cant vond vooraan nog de aansluiting, maar het was de Nederlandse die de wedstrijd domineerde. Halfweg koers reed ze samen met de Belgische kampioene op kop. Toen Cant materiaalpech had, moest ze De Boer laten rijden.

‘Ik reed lek net toen ik de materiaalpost uitkwam’, aldus Cant. ‘De kloof was niet zo groot, maar als je zo lang met een lekke band moet rijden, wordt het wel moeilijk natuurlijk. Het is een beetje jammer dat ik hier mijn kansen niet volledig kon verdedigen, maar dat hoort erbij. Op het eind van de wedstrijd koerste ik een beetje op reserve omdat zondag ook de Wereldbekerwedstrijd in Namen op het programma staat. Ik heb dit jaar al 21 of 22 crossen gereden. Dan moet je zo’n wedstrijd, als je beseft dat je het kloofje toch niet meer kan dichten, tactisch aanpakken. Het seizoen is nog lang.’

Voor De Boer was het van 1 november, de Koppenbergcross, geleden dat ze nog eens mocht juichen. ‘Dit doet wel deugd’, zei ze. ‘Door mijn valpartij op training heb ik een tijdje gesukkeld. Ik ben nog niet op het niveau van bij de start van het seizoen, maar ik voel wel dat er elke week weer wat procentjes bijkomen. Ik tel nu een ruime voorsprong in het klassement van de bpost bank trofee, bijna drie minuten, en wil die niet meer uit handen geven.’