CD&V brengt vermogenstaks sluw op tafel

Voor CD&V-vicepremier Kris Peeters openen de onderhandelingen over de vennootschapsbelasting – een N-VA-initiatief – vanzelf de discussie over de personenbelasting. En in een moeite door die over de vermogentaks.

Een recent rapport van de Hoge Raad van Financiën (HRF), waarin het adviesorgaan nadenkt over een verlaging van het tarief in de vennootschaps­belasting, legt nu al de onenigheid tussen CD&V en N-VA bloot. ‘Dit is een advies, meer niet’, klinkt het op het kabinet van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). ‘We nemen het mee in onze voorstellen.’ Maar CD&V-vicepremier Kris Peeters noemt het ‘een zeer belangrijk werkstuk’. Het omvat elementen die de christendemocraten kunnen aangrijpen om hun eigen agenda, een hervorming van de personenbelasting met een grotere bijdrage van de vermogenden, op tafel te leggen.

Geen nieuw gat

Het rapport bekijkt hoe het tarief in de vennootschapsbelasting – nu 33,99% – verlaagd kan worden zonder dat het een gat slaat in de schatkist. België heeft vandaag een relatief hoog nominaal tarief, maar door de talrijke aftrekken, zoals de notionele interestaftrek, sluit de belasting die effectief betaald wordt, aan bij het Europese gemiddelde.‘Wij zijn voorstander van een vermindering, maar dat moet absoluut een budgetneutrale operatie zijn, zoals afgesproken in de regering’, zegt Peeters.

Maar het schrappen van de notionele interestaftrek alleen volstaat lang niet om het tarief naar 25% te doen zakken. Volgens de HRF zal er gesnoeid moeten worden in de aftrekbaarheid van de beroepskosten van bedrijven en is ook een verhoging van de roerende voorheffing noodzakelijk. Die oefening wordt alleen maar zwaarder als de regering het tarief naar 20% wil laten zakken.

De verhoging van de roerende voorheffing klinkt Peeters als muziek in de oren. Meteen wordt de link gelegd naar de personenbelasting, waar CD&V al langer vragende partij is voor de invoering van een dual income tax. Bij de komende begrotingsronde zal ze sowieso pleiten voor belastingen die vooral op de vermogenden mikt.

Er is al veel gezegd over de invoering van een of andere vorm van meerwaardebelasting, maar een verhoging van de roerende voorheffing treft ook vooral de meest vermogenden. Uit een recente studie van onderzoekers Ive Marx en Sarah Kuypers (Universiteit Antwerpen) blijkt dat de 10% meest vermogende Belgen 85% van de beursgenoteerde aandelen en obligaties in handen heeft. Feit is wel dat de roerende voorheffing de voorbije jaren al opgetrokken is van 15 naar 27%.

Twee vliegen in een klap

De HRF pleit trouwens niet alleen voor een verhoging van de roerende voorheffing als alternatieve financiering. Hij wijst ook op het risico dat veel zelfstandigen zich zullen organiseren in een vennootschap als het vennootschapstarief naar omlaag gaat. Dat kan onder meer tegengegaan worden door de roerende voorheffing te verhogen. Die betalen ze immers op de winst die ze uit de vennootschap halen via dividenden. Om dat effect te vermijden, moeten de vennootschapsbelasting en de roerende voorheffing samen ongeveer even hoog zijn als het tarief in de personenbelasting.

Van Overtveldt wil de inhoudelijke discussie nu nog niet voeren. ‘We zullen te gepasten tijde onze voorstellen op tafel leggen.’