Le Grand Départ in 2019 binnenhalen was iets makkelijker. Daarvoor heb je geen grote infrastructuurwerken nodig. Alleen eerst en vooral veel geld om de Tourdirectie te bevredigen, in het veston van de Tourdirectie zit de portefeuille nog altijd voor het hart. Maar als dat geld dan nog gecombineerd wordt met het argument dat exact 50 jaar geleden ’s werelds grootste wielrenner Eddy Merckx zijn eerste Tour won, kan het niet fout gaan.

We gunnen Eddy Merckx van harte opnieuw dat moment de gloire. Hij bezorgde in 1969 België met zijn Tourzege ook een delirium, en zijn ontvangst in Brussel na die Tour was indrukwekkend. Geen renner – uitgezonderd Lucien Van Impe met een volksfeest in 1976 – deed het Eddy na.

Wielerkenner José De Cauwer kreeg zondagavond op Sporza de vraag wanneer wij nu eens onze Tom Dumoulin zullen hebben. José moest gaan zoeken bij enkele veelbelovende jongeren die nu nog in de jeugdcategorieën indruk maken. Maar die plaat leggen we eigenlijk al jaren op. Er zit talent aan te komen.

Hoe dat komt? Alweer wielerkenner José verwees naar de fameuze Rabobank-jeugdopleiding in Nederland én allicht een dosis geluk dat je plots een talentvolle Dumoulin hebt. Of zou het kunnen dat we nog altijd onze Vlaamse (Belgische) coureurs echt zot maken en krijgen voor de voorjaarsklassiekers. En dat is waar, daarin zijn we top. Zodra evenwel ’s werelds grootste koers komt , is het fini, althans voor de eindzege.

We herdenken zonder twijfel in 2069 de honderdste verjaardag van Eddy’s eerste Tourzege in Brussel. Maar ’t mag tegen dan iets meer zijn.