"Internationale druk op textielsector belangrijk"

Vandaag is het een jaar geleden dat de textielfabriek Rana Plaza in Bangladesh instortte. Daarbij vielen toen honderden doden: het gevolg van slechte werkomstandigheden in een totaal ongeschikt gebouw. Wat is er sindsdien gebeurd om het lot van de Bengalese textielarbeiders te verbeteren?
AP2013

Op 24 april 2013 deed zich in de Bengalese hoofdstad Dhaka de dodelijkste architectonische ramp van de moderne geschiedenis voor. Bij de instorting van de acht verdieping tellende textielfabriek Rana Plaza vielen meer dan 1.000 doden en meer dan 2.000 gewonden. In het gebouw werkten meer dan 5.000 mensen.

Een dag voor de ramp waren al scheuren in het gebouw waargenomen, maar de uitbaters van de textielfabriek negeerden die waarschuwing en verplichtten hun personeel om te blijven werken. De meeste werknemers waren vrouwen en kinderen.

Voor veel Bengalese textielarbeiders was de instorting de spreekwoordelijke druppel. Daarvoor waren in het land al een hele reeks ongelukken en incidenten in textielfabrieken geweest. Twee dagen na de ramp gingen arbeiders massaal de straat op om te protesteren tegen de onveilige werkomstandigheden in de fabrieken. Ze eisten degelijke arbeidsomstandigheden en de doodstraf voor de eigenaars van de ingestorte fabriek.

Ook internationaal ging een en ander bewegen, vooral onder invloed van de internationale vakbeweging. De internationale campagne richtte zich in de eerste plaats op de grote merken, die goedkope kleding laten produceren in Bangladesh.

AP2013

Een bindend veiligheidsakkoord

"We moeten ervoor zorgen dat Rana Plaza niet meer kan gebeuren", zegt Ben Vanpeperstraete van UNI Global Union, een mondiale syndicale koepelorganisatie. "Daarom hebben we een veiligheidakkoord afgesloten met 166 kledingmerken." Bij die merken vinden we onder meer H&M, Carrefour, C&A, Zeeman, Hema, JBC en MS Mode terug. "De grote uitzonderingen hier zijn Walmart en Gap", licht Vanpeperstraete toe.

Wat houdt dat veiligheidsakkoord nu eigenlijk in? "Het is een bindend akkoord tussen de kledingmerken en de lokale en globale vakbonden", legt Ben Vanpeperstraete uit. De merken geven daarbij de locaties aan waar ze in Bangladesh aankopen. "Dit is misschien niet echt sexy, maar het is toch wel ongezien voor een sector met zo weinig transparantie", zegt Vanpeperstraete.

De productielocaties worden ook geïnspecteerd, vooral dan op het vlak van veiligheid. "De problemen worden ook op het internet gegooid", aldus Vanpeperstraete. "Voorts engageren de kledingmerken zich om in de fabrieken actief te blijven en hun verantwoordelijkheid op te nemen. In realiteit kan zoiets de financiering van de nodige renovatiewerken zijn om het fabrieksgebouw veilig te maken. Ze moeten de financiering garanderen. Ze betalen niet noodzakelijk zelf, maar kunnen bijvoorbeeld een financiering bij de bank regelen."

Daarnaast hebben de vakbonden ook kunnen bekomen dat er in elk textielbedrijf een democratisch verkozen veiligheidscomité is gekomen dat de problemen bij het management kan aankaarten.

Negen fabrieken tijdelijk gesloten

De bedrijfsinspecties zijn intussen volop bezig. Volgens Ben Vanpeperstraete zijn al een 300-tal van 1.600 textielfabrieken in Bangladesh geïnspecteerd. Dat heeft in een aantal gevallen al geleid tot concrete actieplannen. "Als je kijkt naar het terrein is het meest zichtbare dat er negen fabrieken gesloten zijn na zo'n inspectie."

Een heropening kan pas als de structurele problemen zijn aangepakt, door bijvoorbeeld veilige branddeuren te plaatsen of een aantal verdiepingen gewoon te sluiten en het gebouw zo stabiel te houden.

Ben Vanpeperstraete maakt zich geen illusies. "Het gaat al beter, maar we staan nog aan het begin van een moeilijke reis." Zo heeft Bangladesh niet bepaald een traditie van veilige werkomstandigheden. Bewustmaking en controleren zijn dus de boodschap. "Af en toe zal het wel trial and error zijn, en ik vrees dat men niet altijd de juiste oplossingen zal bieden."

AP2013

En de slachtoffers?

"Voor de compensatie van de directe en de indirecte slachtoffers van de instorting van Rana Plaza hebben we een gelijkaardig instrument ontwikkeld", zegt Ben Vanpeperstraete. "We zamelen fondsen in bij de kledingmerken die in Bangladesh produceren."

"We schatten minstens 40 miljoen dollar nodig te hebben", zegt hij. Er moeten echter nog heel wat inspanningen gebeuren, want er is nog maar 15,1 miljoen dollar ingezameld. Het probleem is volgens Vanpeperstraete dat veel kledingmerken terughoudend zijn en een donatie als een impliciete schuldbekentenis beschouwen.

Vaak blijft de vinger op de knip. "Wallmart heeft 0,5 miljoen dollar gedoneerd en H&M gaat 100.000 dollar doneren. Peanuts zijn dat."

Nog veel werk aan de winkel

Ook aan de arbeidsomstandigheden van de Bengalese textielarbeiders zelf is het afgelopen jaar iets veranderd. "Het minimumloon is verhoogd met 77 procent", legt Vanpeperstraete uit. Dat lijkt heel wat, maar enige relativering is wel op zijn plaats. "Er is een jaarlijkse inflatie van 28 procent in Bangladesh en de nieuwe minimumlonen worden nog niet overal uitbetaald. Er is een eerste stap gezet, maar het is nog te weinig voor een echt leefbaar loon."

Daarnaast worden er nu ook heel wat meer vakbonden geregistreerd. Een belangrijke stap dus, al dient ook dat weer te worden genuanceerd. "Vakbondsleiders worden nog vaak geïntimeerd in de fabrieken, en soms zelfs het ziekenhuis in geslagen, en daarnaast is de vakbondswetgeving in Bangladesh nog verre van conform de internationale normen."

Er is het voorbije jaar veel ten goede veranderd, maar er is nog heel wat te doen. "Internationale druk bij het afsluiten van handelsakkoorden is enorm belangrijk", zegt Ben Vanpeperstraete. "Daarnaast is vooral de rol van de grote kledingmerken belangrijk. Als zij zeggen bereid te zijn in Bangladesh te blijven als er hogere lonen komen, dan zal dat zeker effect hebben."

Meer informatie over de campagne voor betere werkomstandigheden in de Bengalese textielsector vindt u op de website van UNI Global Union.

Informatie over de compensatieregeling voor de slachtoffers is te vinden op de website Rana Paza Arrangement. Alles over het veiligheidsakkoord en de inspecties vindt u op een afzonderlijke website.

Meest gelezen