Kasteelmoord niet naar assisen

Lange tijd werd gedacht dat het proces voor een assisenjury zou gevoerd worden. Dat enkel professionele rechters zich zullen buigen over de zaak is een streep door de rekening voor de verdediging.

André Gyselbrecht, die toegegeven heeft Saelens een lesje te willen leren zonder hem te laten doden, wilde voor een volksjury aantonen dat hij die opdracht gaf omdat Saelens zijn eigen dochtertje misbruikte. Het gerecht zou die klacht echter nooit onderzocht hebben.

Saelens verdween op 31 januari 2012 uit zijn kasteel in het West-Vlaamse Wingene. Zijn lichaam werd twee weken later teruggevonden in een bos in Maria-Aalter. Al snel kwam zijn schoonvader André Gyselbrecht in het vizier van de speurders als mogelijke opdrachtgever voor de moord. De huisdokter uit Ruiselede zou zijn vriend Pierre Serry ingeschakeld hebben als tussenpersoon.

Eind januari 2013 werd een ondertussen overleden Eindhovenaar ontmaskerd als huurmoordenaar. Nog twee jaar later kwam dankzij DNA-onderzoek aan het licht dat Antonius van Bommel op de dag van de moord vergezeld was door zijn neef Franciscus L. uit Tilburg. Evert de Clercq zou uiteindelijk op vraag van Serry de huurmoordenaar geronseld hebben. Hijzelf ontkent dit echter met klem.

Door een recente wetswijziging kunnen alle misdaden voortaan ook voor de correctionele rechtbank behandeld worden. Het parket vraagt dus om het dossier van de kasteelmoord te verwijzen naar de correctionele rechtbank, maar de verdediging zal wellicht toch aansturen op een proces voor het hof van assisen. In dat geval moet de Kamer van Inbeschuldigingstelling in Gent de knoop doorhakken.