Direct naar artikelinhoud
Kasteelmoord

Proces kasteelmoord ligt alweer stil na uitlekken crematoriumbrief

Stijn Saelens werd vermoord en begraven. Het scheelde blijkbaar weinig of zijn lijk was gecremeerd, zo wordt nu gesuggereerd.Beeld photo_news

Er komt maar geen einde aan het proces rond de kasteelmoord. Voor de zoveelste keer werd het stilgelegd na een incident rond een brief over een plan A. Daarbij had het lichaam van Stijn Saelens eigenlijk moeten verdwijnen in een crematorium.

Van de vier verdachten op het proces in Brugge is de Nederlandse wietboer Evert de Clercq (53) de enige die voluit gaat voor de vrijspraak. Hij was volgens tweede beklaagde Pierre Serry de go-between met de huurmoordenaar van Stijn Saelens, de intussen overleden Antonius van Bommel. Roy Larmit, derde verdachte, zegt dat hij na de moord bij De Clercq de laatste betaling ging ophalen.

Maandag pakte Het Laatste Nieuws uit met een brief van een familielid van een ex-celgenoot van de Clercq in de gevangenis van Ieper. De man zou er zes maanden lang zijn afgeluisterd. Aan hem heeft De Clercq volgens de briefschrijver verklapt dat plan A erin bestond om het lichaam van Saelens te doen verdwijnen in een crematorium in Nederland voor 375 euro. Door een file op de E40 zou zijn overgeschakeld op plan B: het lichaam verdween in een put, een week eerder gegraven in een bos in Sint-Maria-Aalter, waar Serry woont.

Aanklaagster moet zich beraden

De moord op Stijn Saelens, op 31 januari 2012, kwam er in opdracht van zijn schoonvader André Gyselbrecht, nadat die op 14 oktober 2011 naar het Brugse parket was gestapt met een klacht wegens incest. Met die klacht gebeurde niks. Het parket wil nu aantonen dat het moordplan al veel langer bestond en erg concreet was.

“Larie”, zegt Thomas Gillis, de advocaat van De Clercq, over de brief. “Daar staat niets over in het dossier. Ik wil weten wie die medegedetineerde is, zodat ik hem kan dagvaarden en ondervragen.”

Aanklaagster Céline D’havé weigert de brief te openbaren. Zij schermt met ‘het journalistieke bronnengeheim’ en de veiligheid van de gedetineerde. Kort na de middag werd het proces op haar vraag nog maar eens opgeschort: “Wij hebben tijd nodig om ons te beraden.”

Toen alle verdachten op 1 juni 2016 met elkaar werden geconfronteerd, deed Evert de Clercq schamper over de kasteelmoord: “Als ik er iets mee te maken had gehad, had ik ‘m niet begraven in een put. Ik had ‘m in een skibox gedaan en was er ermee naar een crematorium in Nederland gereden.”

'Ik had ‘m in een skibox gedaan en was er ermee naar een crematorium in Nederland gereden'
Evert de Clercq, verdachte, op 1 juni 2016

Het proces wordt maandag hervat. Wellicht wordt dan duidelijk of De Clercq werkelijk zijn mond heeft voorbij gepraat en – zo ja – er een procedurefout is begaan door illegaal afluisteren. In Nederland wordt De Clercq al jaren verdacht van de liquidatie van Herman Ploegstra, een figuur uit het Zeeuwse drugsmilieu. Het lichaam is nooit teruggevonden.