In 2015 kwam 5,8 procent van de verbruikte energie uit hernieuwbare bronnen, blijkt donderdag uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Een jaar eerder was het aandeel nog 5,5 procent. En in 2013 lag het percentage op 4,8 procent.
In totaal werd vorig jaar 118 petajoule aan hernieuwbare energie verbruikt. Dat is ruim 7 procent meer dan in 2014.
Er is vorig jaar met name meer aardwarmte, wind-, zonne- en bodemenergie verbruikt. Het verbruik uit biomassa is maar heel licht (2 procent) toegenomen. Dit heeft de totale toename van het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen beperkt.
Het energieverbruik uit zon, wind en aarde is in dezelfde periode met gemiddeld 21 procent toegenomen.
Het totale energieverbruik, waarbij ook het verbuik uit fossiele bronnen wordt meegeteld, is vorig jaar met bijna 2 procent gegroeid. Ook hierdoor valt de groei van het aandeel hernieuwbare energie lager uit.
Hernieuwbare energie
Warmte
Energie uit hernieuwbare bronnen wordt ingezet voor warmte, elektriciteit en vervoer. Ongeveer de helft van de vorig jaar uit hernieuwbare bronnen verbruikte energie was bestemd voor warmte. Daarnaast werd 40 procent voor elektriciteit en 10 procent voor vervoer ingezet.
Hernieuwbare energie uit biomassa is vorig jaar meer gebruikt voor de productie van warmte. Dit is met 7 procent toegenomen. De groei was vooral te zien bij warmteketels van bedrijven en bij afvalverbrandingsinstallaties.
Biomassa blijft verreweg de grootste bron van hernieuwbare energie. Bijna 70 procent van de verbruikte hernieuwbare energie komt uit biomassa.
Kamp
Minister Kamp is blij met de groei van duurzame energie. Volgens de minister liggen de cijfers van het CBS in lijn met de voorspellingen uit de Nationale Energieverkenning.
Kamp denkt dan ook dat de doelstellingen uit het Energieakkoord, waaronder het opwekken van 14 procent duurzame energie in 2020, binnen bereik zijn.