COA op vingers getikt vanwege weigeren religieuze sollicitante
Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt dat het COA een sollicitante die weigert mannen de hand te schudden, niet om die reden had mogen afwijzen. De vrouw solliciteerde als begeleider van minderjarige asielzoekers.
Ze werd in november vorig jaar afgewezen tijdens een speeddate-sollicitatiesessie, omdat medewerkers volgens het COA 'neutraal' moeten zijn. Dat de vrouw om religieuze redenen weigert mannen een hand te geven, past volgens het COA niet bij de geldende sociale omgangsvormen en neutrale uitstraling van de organisatie. Ook wil het COA dat de in Nederland gebruikelijke omgangsvormen worden overgedragen op bewoners van asielzoekerscentra.
De afgewezen sollicitante diende een klacht in bij het College voor de Rechten van de Mens, dat de naleving van mensenrechten bewaakt in opdracht van de overheid. De uitspraken van dit college zijn juridisch niet bindend, maar leggen wel gewicht in de schaal bij een eventuele rechtszaak.
Volgens de uitspraak heeft het COA een ongeoorloofd onderscheid gemaakt op grond van geloofsovertuiging. Het college stelt dat in sommige functies het inderdaad essentieel en noodzakelijk is dat bij begroetingen een hand wordt gegeven. Maar in dit geval werkte de sollicitante al jaren als vrijwilligster bij het COA zonder dat het niet schudden van mannelijke handen tot problemen heeft geleid. Daarom meent het college dat het COA niet heeft aangetoond dat het in de praktijk een belemmering zou vormen voor de uitoefening van de functie als de vrouw bij 'begroetingen, verjaardagen en diploma-uitreikingen' geen hand geeft aan mannen.
College voor de Rechten van de Mens
Het College voor de Rechten van de Mens werd in 2012 opgericht. Het bewaakt in opdracht van de overheid de naleving van mensenrechten en bestrijdt discriminatie. Het college is de opvolger van de Commissie Gelijke Behandeling. Wie zich gediscrimineerd voelt, bijvoorbeeld op school of door een werkgever, kan kosteloos een klacht indienen. Het college rapporteert daarnaast ook jaarlijks over de situatie in Nederland op het gebied van mensenrechten. Uitspraken van het college zijn juridisch niet bindend, maar kunnen wel relevant zijn in een eventuele rechtszaak.
'Zij legt altijd uit waarom zij geen hand geeft aan mannen en bovendien kan zij ook op een andere manier mannen respectvol begroeten', staat in de uitspraak, die donderdag tot onbegrip leidde bij Tweede Kamerleden. Het COA beraadt zich er nog op of het toekomstig sollicitatiebeleid door dit oordeel moet worden aangepast.
In 2013 werd het COA al eens op de vingers getikt door het College voor de Rechten van de Mens toen de organisatie een voormalig mannelijke medewerker niet meer wilde aannemen omdat deze ervoor had gekozen voortaan als vrouw door het leven te gaan.
Er werd toen door het COA uitgesproken dat transseksualiteit 'een risico' kon vormen vanwege de 'verschillende culturele achtergronden van de bewoners', waardoor de medewerker in de problemen zou kunnen komen met asielzoekers.
Het college oordeelde destijds dat het COA hiermee een verboden onderscheid had gemaakt op grond van transseksualiteit en dus op grond van geslacht.