Is behoorlijke huisvesting nog wel een basisrecht? – Joy Verstichele

Heel veel gegadigden. Heel weinig huurwoningen. De staat van onze huurmarkt is allesbehalve rooskleurig. Het is tegenwoordig een huzarenstukje om vlot een degelijk, betaalbaar huurhuis of -appartement te vinden. En de auteur maar denken dat het recht op behoorlijke huisvesting in onze grondwet staat ingeschreven.
opinie
Opinie

Joy Verstichele is coördinator van het Vlaams Huurdersplatform. Het platform ondersteunt de Vlaamse Huurdersbonden, het netwerk van sociale huurders (VIVAS) en verdedigt de belangen van alle huurders en kandidaat-huurders met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare gezinnen en alleenstaanden.

De toegangspoort en zijn wachters

Natuurlijk moet elk kind recht hebben op onderwijs. En natuurlijk moet iedereen recht hebben op gezondheidszorg. Maar recht op een degelijke huisvesting? Dat is blijkbaar toch een ander paar mouwen. Uit alle cijfers blijkt dat de statistieken voor huurders op de private huurmarkt donkerrood kleuren. Met alle gevolgen van dien.

De huurdersbonden signaleren een nieuwe wanpraktijk. Huurders moeten zich, vaak tegen betaling, eerst eenzijdig verbinden wanneer ze de woning willen huren. Daarna is het aan de verhuurder om te beslissen. In tussentijd kan je de zoektocht niet verderzetten. Anders loop je het risico dat je het geld niet meer terugziet. Daarenboven gebruiken sommige vastgoedmakelaars dit systeem als selectiemechanisme. Kan je de geldsom niet meteen betalen, dan maak je überhaupt geen kans meer op de woning.

Kansen die ook op andere manieren worden gefnuikt. De discriminatie op basis van vermogen, etnisch culturele achtergrond en gezinssamenstelling blijft op onze huurmarkt welig tieren. Na jaren sensibilisering is er meer nodig. Handhaving en sanctionering dringen zich op. Zelfregulering kan daarbij ondersteunend werken, maar het echte sluitstuk moeten onafhankelijke en proactieve praktijktesten zijn.

Over de huurwaarborg, nog zo’n gigantische drempel, is de laatste tijd al veel inkt gevloeid. De Vlaamse regering beslist om deze te verhogen naar drie maanden, terwijl meer dan 40 % nu reeds problemen heeft om die neer te leggen. Een geanonimiseerde en snelle huurwaarborglening moet er in de toekomst voor zorgen dat de toegang toch voor iedereen verzekerd wordt, aldus de regering. Een goed uitgewerkte huurwaarborglening kan voor sommige huurders misschien nog wel helpen om de toegang te verzekeren, maar voor het gros van die huurders betekent dit vooral nog oplopende (af)betalingsproblemen.

Betaalbaarheid

De cijfers van het Groot Woononderzoek zijn heel duidelijk. Meer dan 30% van alle private huurders houdt na het betalen van de huur onvoldoende over om menswaardig te leven. De helft van alle private huurders betaalt daarenboven meer dan één derde van zijn inkomen aan huur. Beide cijfers houden dan nog niet eens rekening met kosten, lasten en energiefacturen. Waarbij deze laatste vaak ook hoger oplopen, want veel huurwoningen zijn merkelijk slechter geïsoleerd. De prijs-kwaliteitsbalans is volledig uit evenwicht.

Nochtans zijn de recepten voor een betaalbare huurmarkt bekend. Sociale woningbouw blijkt bijvoorbeeld een zeer effectief en efficiënt instrument in de strijd tegen armoede en in de verwezenlijking van het grondrecht op wonen. Met 6,7% sociale woningen scoren we echter stukken slechter dan de ons omringende buurlanden. We moeten een ambitieuzer structureel groeipad durven vooropstellen wanneer we echt een inhaalbeweging willen maken.

Ook de sociale verhuurkantoren zijn deel van de oplossing. Ze hebben terecht de wind in de zeilen. Verhuurders kunnen hun woning met een maximale zekerheid verhuren, terwijl het sociaal verhuurkantoor ervoor zorgt dat personen en gezinnen die de woning het meest nodig hebben, die ook toegewezen krijgen. Een uitstekend concept, maar ook dit model kent zijn grenzen.

Nieuwe vormen van geconventioneerd huren moeten daarom dringend ontwikkeld worden. Verhuurders die op een sociale manier verhuren, wat betekent dat zij hun woning kwaliteitsvol, betaalbaar en met grote woonzekerheid verhuren aan mensen die het moeilijk vinden om privaat te huren, mogen gerust een (financiële) prikkel krijgen. De Vlaamse regering beloofde dit idee verder uit te werken en te lanceren. We kijken er reikhalzend naar uit, maar blijven voorlopig op onze honger zitten.

Gecombineerd met een uitbreiding van de huurtoelages (huursubsidie en huurpremie), moet dit leiden tot een meer sociaal gecorrigeerde private huurmarkt. Vandaag krijgen zowat 4% van de private huurders een huurtoelage. 26% van de huurders die niet rondkomen krijgen deze niet. Schuldig verzuim?

Koken kost geld

Wie gaat dat allemaal betalen, hoor ik u al denken. Wel, dan heb ik meteen goed nieuws. Het geld is er namelijk. Alleen besteden we het niet goed. Zowel qua efficiëntie als qua effectiviteit laat ons woonbeleid te wensen over. Zo gooien we jaarlijks met de woonbonus meer dan anderhalf miljard euro in een bodemloze put. Het resultaat? De woningprijzen worden kunstmatig opgedreven en starters en huurders krijgen het nog moeilijker.

Een heroriëntering van de woonbonus dringt zich dus op. Niet plotsklaps, maar doordacht en met een duidelijke plan. Of blijven we het normaal vinden dat de problemen voor veel huurders huizenhoog zijn en dat amper 2% van de woonsubsidies naar de private huurmarkt, 14% naar de sociale huurmarkt en tegelijk maar liefst 84% naar de eigenaarsmarkt vloeit?

Radicaal anders

Ons woonbeleid en de financiering ervan moeten dus radicaal anders. Uitbreiding van bestaande, goed werkende instrumenten en het creëren van vernieuwende instrumenten waar nodig, moet nu de prioriteit zijn. Ongetwijfeld, en ook zeer terecht, wordt het huurdecreet de komende maanden voorwerp van een parlementair en publiek debat, maar laten we ons daar niet op blindstaren. Het mag iets meer zijn. Het moet iets meer zijn.

VRT Nieuws wil op deredactie.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen