95 doden bij terreuraanslag in Turkse hoofdstad Ankara

De ontploffingen gebeurden met enkele minuten verschil op een kruispunt vlak bij het grootste treinstation van Ankara. Daar waren duizenden mensen samengekomen voor een vredesmars georganiseerd door de pro-Koerdische partij HDP en linkse bewegingen.

De dodentol staat intussen op 95, maar die kan nog oplopen want er vielen heel wat zwaargewonden. Omstaanders en hulpdiensten dienden de eerste hulp toe. Slachtoffers werden bedekt met vlaggen die normaal gezien in de manifestatie zouden worden meegedragen.

De precieze oorzaak van de explosies is nog niet bekend, maar de Turkse regering spreekt in elk geval van een terreuraanslag en zegt dat er aanwijzingen zijn voor een zelfmoordaanslag.

De geplande vredesmars was gericht tegen het conflict tussen de Turkse staat en Koerdische militanten. Vorige maand -na een andere zware aanslag- kwam een abrupt einde aan het in 2013 bereikte vredesakkoord tussen de Turkse staat en de in Turkije verboden Koerdische partij PKK. Sindsdien is het geweld in het land geëscaleerd.

Volgende maand zijn het nieuwe verkiezingen in Turkije. Die kondigen zich kennelijk gewelddadig aan.

De Turkse regering heeft meteen een verbod uitgevaardigd om videobeeld uit te zenden van de aanslag of "vreselijke en bloedige beelden die een gevoel van paniek zouden teweegbrengen".

Media die zich daar niet aan houden, worden bedreigd met een "totale nieuws blackout". Vanuit Turkije komen er overigens meldingen dat mensen hun sociale media niet meer kunnen gebruiken, terwijl andere websites wel nog toegankelijk zijn. Dat gebeurt in Turkije wel meer na aanslagen.

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft intussen de dubbele bomaanslag streng veroordeeld. "Deze aanslag valt de eenheid en de vrede in Turkije aan", zegt hij. Erdogan roept op tot solidariteit en vastberadenheid. De regering heeft alleszins drie dagen van nationale rouw afgekondigd.

Het zou gaan om de zwaarste terreuraanslag in Turkije ooit. Dat het gaat om een terreuraanslag lijkt zeker, maar wie erachter zit, is nog niet duidelijk. De aanslag is nog niet opgeëist.

"Iemand wil verdeeldheid zaaien en dan kijk je natuurlijk naar de verkiezingen van 1 november", legt VRT-journaliste Inge Vrancken uit. "De pro-Koerdische partij HDP wijst met de vinger naar de overheid. Dat is een zeer zware beschuldiging. Wie zijn de terroristen? Het zou vreemd zijn dat de Koerdische partij PKK deze aanslag zou gepleegd hebben, want dit was een vredesmanifestatie. Terreurgroep IS is ook nog altijd een mogelijkheid."

Buitenlandse Zaken roept reizigers in Turkije op om zeer waakzaam te zijn en politieke manifestaties en publieke samenkomsten te mijden. De FOD waarschuwt dat in de aanloop van de verkiezingen in Turkije op 1 november verder politiek geweld niet uit te sluiten is. Daarnaast vraagt Buitenlandse Zaken om de actualiteit te volgen en het reisadvies op website van de FOD in het oog te houden.

In de Turkse stad Istanbul zijn intussen honderden boze betogers bijeen. Ze houden de regering verantwoordelijk voor de aanslag in Ankara en roepen slogans tegen president Erdogan en zijn moslimpartij AKP. De politie probeert met waterkanonnen de betogers weg te houden van het Taksimplein, het epicentrum van het volksprotest tegen Erdogan in 2013.