Direct naar artikelinhoud

Jan Wolkers had een bijzondere ontmoeting te danken aan Winnie-the-Pooh

Jan Wolkers hield enorm van Winnie-the-Pooh. Hij had aan de beer een bijzondere ontmoeting te danken.

Memoires van een biograaf
Beeld Annabel Miedema

Om Wolkers' woonhuis op Texel klinkt gezoem. Als ik in de tuin omhoogkijk om te zien waar het indringend zingende geluid vandaan komt, zie ik talloze bijen zenuwachtig om de schoorsteen heen zwermen. Vorig jaar was hier op de eerste warme zomerdag ook al een verdwaasd bijenvolk neergedaald. Door een gaatje in het metselwerk of onder de dakpannen door hadden ze zoemend een weg naar binnen weten te vinden. En toen was het begonnen bijen te sneeuwen. Honderden diertjes vielen dood neer. De gekromde lijfjes met hun gespreide vleugels lagen op de tafel in de torenkamer als een nagelaten boodschap in onleesbare zwarte tekens.

Onno Blom werkt aan de biografie over Jan Wolkers. Voor V houdt hij daarover een dagboek bij - waarvan we in zoveel delen de notities presenteren.

De gekromde lijfjes met hun gespreide vleugels lagen op de tafel in de torenkamer als een nagelaten boodschap in onleesbare zwarte tekens

Ik herinner me de scène uit Winnie-the-Pooh. Als de beer gezoem hoort aan de voet van een grote eikenboom in het bos laat hij zijn ronde kop op zijn voorpoten steunen en begint diep na te denken. Dan zegt hij bij zichzelf: 'Dat gezoem heeft een betekenis. Niemand zou zo'n zoemend geluid maken: zoem, zoem, zonder dat hij er iets mee bedoelde.'

Na een poosje denkt Pooh: de enige reden dat je een zoemend geluid zou maken, is dat je een bij bent. En de enige reden waarom je een bij bent, is dat je honing maakt. En de enige reden waarom een bij honing maakt, is dat ik de honing zal opeten.

Daarop klimt de gulzige beer de eikenboom in - en stort, bijna bij het bijennest gekomen, van de hoogste tak naar beneden.

In Poohs briljante redenering kon Wolkers zich als gulzige, harige knuffelbeer uitstekend vinden

Jan Wolkers hield enorm van Winnie-the-Pooh. Van de humor en taal van A.A. Milne, en ten minste net zo veel van de tekeningen die E.H. Shepard in het boek maakte. De scène met de bijen was zijn favoriet. In Poohs briljante redenering kon Wolkers zich als gulzige, harige knuffelbeer uitstekend vinden. Ook hij sloop op onbewaakte ogenblikken met een lepel naar de honingpot.

Aan het boek zelf had Wolkers een bijzondere herinnering. Winnie-the-Pooh zat op een zonnige junidag in 1962 in het rieten mandje van een 16-jarig meisje uit de buurt. Het meisje stapte het terras van het Miranda Paviljoen aan de Amstel op, waar Jan net op dat moment een ogenblik verkoeling zocht. Hij sprak haar aan, en ze hadden het over het boek. Het meisje heette Karina. Na die zomer zou ze 45 jaar lang bij hem blijven. Tot aan zijn dood.

Een jaar na de ontmoeting, in 1963, hoorde Wolkers van Karina's oudste broer Kees, een bezeten boekliefhebber die bij het antiquariaat van Hertzberger werkte, dat ter veiling de vier gebonden, gekleurde deeltjes van de hoogst zeldzame eerste druk van Winnie-the-Pooh uit 1926 werden aangeboden. Wolkers kocht ze voor 600 gulden. Ze moeten nu een klein fortuin waard zijn.

Ik loop uit de tuin het huis weer in en pak de deeltjes uit de kast. De ruggen van de stofomslagen zijn ietsje verkleurd door zonlicht en sigarenrook, maar de pagina's binnenin zijn nog helderwit. Voorzichtig blader ik naar de scène met de bijen. In de briljante krabbeltjes van Shepard valt onmiskenbaar de zoemende zwerm te herkennen. 'That buzzing-noise means something.'